Algemene stukken
34. Deliberatie van de raad, notulen van de raad van de stad Coevorden betreffende de stedelijke financiën en de broodzetting. 29 januari 1833-8 februari 1844. Aanwezig zijn besluiten van de raad:
1. 29 januari 1833 tot het aangaan van een lening van ƒ 1550.- tot vinding van het tekort voor de dienst van het jaar 1832;
2. 9 augustus 1833 tot heffing van honderd opcenten op de provincialen Rijksaccijns op het gemaal en tot vaststelling van een reglement daarop; met een concept;
3. 8 april 1834 omtrent de uit- en invoer van belast meel en gebak van belast graan;
4. 14 september 1837 tot het aangaan van een lening van ƒ 200.- tot vinding van het tekort voor de dienst van 1837;
5. 29 januari 1839 tot vaststelling van een Reglement op de inning van de belasting op het geslacht; met door de secretaris gewaarmerkte afschriften van genoemd besluit en van het Koninklijk Besluit van 19 januari 1839 nummer 97 (in duplo), waarbij het reglement werd goedgekeurd;
6. 14 mei 1836 tot verkoop van stadseffecten op het Grootboek ten laste van het Rijk, rentend 2 1/2 procent, ten nominale waarde van drieduizend guldens, ten behoeve van een nieuw schoolgebouw;
7. 8 februari 1844, houdende vaststelling van een Keur betreffende de verkoop van het brood en het werk der broodzetting; met een afschrift van dit besluit.
Begrotingen en rekeningen
35. Missive van de gouverneur aan de respectieve plaatselijke autoriteiten, houdende enige nadere instructies voor het opmaken van de gemeentebegrotingen van 6 december 1814.
Het stuk geeft de indruk, dat het afgezonderd van de overige ingekomen stukken is bewaard.
36. Conceptbegrotingen met bijlagen, voor 1815-1851, 1815-1850.
Er ontbreken de conceptbegrotingen voor 1815-1817, 1820, 1821,1823-1830,1837-1840
Van 1815, 1817, 1820, 1821, 1823 en 1824 zijn alleen bijlagen aanwezig.
37. Begrotingen met bijlagen voor de jaren 1814-1850, 1814-1849.
Er ontbreken de begrotingen voor de jaren 1820, 1822-1825, 1827-1829, 1838, 1839, 1843 en 1845. Die voor 1817 is in duplo aanwezig.
Van 1820, 1821, 1829, 1843 en 1845 zijn alleen bijlagen aanwezig. Sommige bijlagen ontbreken, andere zijn in duplo aanwezig. Bij de begrotingen voor 1815, 1818, 1819, 1843, 1844, 1846, 1848-1850 zijn aanwezig extract-resolutiën van Gedeputeerde Staten, inzake goedkeuring van die begrotingen. Bij die voor 1815, 1817, 1818, 1836, 1840-1850 is er een aantekening, dat zij zijn goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
38. Register van uitgaven voor de begroting-register van afgegeven ordonnantiën van betaling op de stedelijke begroting 1820-1850.
Er ontbreken de registers voor 1822, 1823 en 1825. In het register voor 1850 ligt een nota van hetgeen de Rijkscommiezen van de stad Coevorden zijn competerende voor het toezicht op de inning der plaatselijke belasting op het geslacht, gemaal enzovoorts, dienst 1850.
39. Stok van ordonnantiën van betaling, door de burgemeester uit het fonds der begroting voor de dienst van 1820, 1821 en 1823, geslagen op de gemeente-ontvanger. 25 februari 1820-8 januari 1824.
Hierbij bevindt zich een lijst van door de gemeente in 1815 gezegelde mandaten, met opschrift: De 40 gezegelde mandaten bedragen de som van ƒ 12-15-0. Er zijn echter slechts 5 vermeld, elk van ƒ 0-6-3(1/40 van ƒ 12-5-0).
40. Kwijtingen van de burgemeester en de burgemeesters door ingezetenen, wegens werkzaamheden, leveranties enzovoorts ten behoeve van de gemeente, 12 oktober 1817-30 mei 1823.
Aanwezig zijn:
1. kwijtingen wegens transporten, 1817;
2. kwijtingen wegens geleverde vertering (op de vergaderingen van burgemeesteren?), 1818-’22;
3. een kwijting wegens betaalde directe belastingen ten laste der stad, 1819.
4. “een kwitantie wegens het halen van geweren”, 1821;
5. kwijtingen wegens betaalde pacht van ‘bleek-en tuingrond beoosten de Kasteelschen dijk , met het wachthuis aldaar,” 1822, 1823.
6. kwijtingen door J. Woudman wegens door hem verrichte reparaties in 1818-1823 aan “Rijkgoederen” enzovoorts, 1823.
41. Kwijtingen van den burgemeester, de burgemeesteren en het gemeentebestuur door den gemeenteontvanger wegens aan hem afgedragen gelden en stukken. 7 .Januari 1815-1823 Maart 11.
N.B. Aanwezig zijn:”
1. Kwitanties van J. van der Scheer, wegens ontvangen kazerninggelden, 1815-1822;
2. Kwitanties van J. van der Scheer wegens de ƒ 80.-, voor het aansteken van ’s lands lantaarns, 1816,1822;
3. Kwijting voor terugbetaalde voorschotten van de ontvanger, 1816;
4. Recu van J. van der Scheer wegens de overneming van 190 stuks gezegelde patentbladen over 1816;
5. Kwitanties van reizende behoeftigen, 1817, 1820;
6. Recepis voor twee gekwiteerde borderellen vanwege de Franse achterstand, 1822;
7. Kwitanties van de aan van der Scheer betaalde gelden wegens boeten, 1816, 1823.
42. Maandstaten van ontvangst en uitgave bij de gemeenteontvanger wegens land- en hofhuren, op de huurwaarde ontvangen en renten van obligaten over februari en april 1817, maart, mei 1817.
Deze staten werden door de ontvanger ingezonden bij de burgemeester.
43. Gemeenterekeningen met bijlagen over 1815-1850, 1816-1851.
Er ontbreken de rekeningen over 1823 en 1826. Die over 1815 is in afschrift aanwezig. Bij de rekeningen over 1824, 1843 en 1846-1850 zijn aanwezig extract resoluties van Gedeputeerde Staten, betreffende goedkeuring van die rekeningen.
Bij de rekening over 1821 is aanwezig een rekening en verantwoording van ontvangst en uitgaaf in de procedure contra M. Bruins en Klaas Zweers of dezelfde erven van 26 september 1817 tot heden 26 januari 1822 door Jacobus van der Scheer te Coevorden, (gemeenteontvanger). Vergelijk inventarisnummer oud-archief Coevorden nummer 567.