- Reglement voor het bestuur van de stad Coevorden vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 9 januari 1824 Nummer 80. Dit stuk is gewaarmerkt door de griffier der Staten van Drenthe.
- Processen-verbaal van eedsaflegging door de wethouders, de leden van de raad en de secretaris ten overstaan van de burgemeester, 12 maart 1824.
- Minuten van notulen en van stukken uitgegaan van de raad (burgemeester en raden, burgemeester en wethouders en raden), 22 juni 1814-15 mei 1830. Van de jaren 1817-1823 zijn geen minuten aanwezig. Minuten van uitgegane stukken zijn slechts aanwezig van 22 juni 1814 en van 10 februari, 15 augustus, 3 september en 26 oktober 1816.
- Notulen van de raad, 3 januari 1816-27 mei 1824. Aanwezig zijn slechts notulen over 3 januari 1816-27 november 1817 (in deel 1) en over 12 maart-27 mei 1824 (in deel 2). Beide delen zijn niet half volgeschreven.
- Minuut-verbaal van het verhandelde bij en minuten van stukken uitgegaan van de burgemeester, 7 mei 1814-13 november 1815.
- Minuut-notulen van de burgemeester, 15 februari 1816-2 maart 1824. Hierbij een minuut-proces-verbaal van de vaststelling door het college van zetters van het rooster van hun aftreding (van 30 juli 1821). Deze minuut, geheel behandeld als de overige minuten is waarschijnlijk steeds hierbij geborgen geweest, in verband met het feit dat de voorzitter van het bestuur van de gemeente tevens voorzitter was van het college van zetters; vergelijk de noot bij inventarisnummer 28. Zie ook inventarisnummer 44.
- Verbaal van het verhandelde door de burgemeester en notulen van de burgemeester, 7 mei 1814-27 februari 1818. Het 3e. deel is slechts voor 3/4 gebruikt.
- Minuut-notulen van burgemeester en wethouders, 27 maart 1824-22 december 1831. De wethouders werden op 12 maart 1824 beëdigd (vergelijk de noot bij inventarisnummer 16). Bij de minuut-notulen van 22 december 1831 (van de door de firma Izak van Coevorden en Zoon te Coevorden gedane aanvraag om surseance van betaling) zijn de desbetreffende ingekomen en minuten van uitgegane stukken aanwezig.
- Notulen van burgemeester en wethouders. 1 juli 1830-8 december 1835.
- Minuut-besluiten van de burgemeester, 13 augustus 1828, 4 april en 4 september 1829.
- Ingekomen brieven bij het bestuur der gemeente, leden van dat bestuur en ambtenaren der gemeente, 10 januari 1814-6 december 1851. De brieven in banden lopen over 10 januari 1814-31 augustus 1818. Van die tijd zijn geen losse brieven hierbij aanwezig. De adressen luiden aan: de burgemeester, de burgemeesters, de president-burgemeester, de burgemeester als ambtenaar van den burgerlijke stand, de burgemeester belast met de politie, burgemeester en zetters en het college van zetters, burgemeester en wethouders, de wethouder-ambtenaar van de burgerlijke stand, het stedelijk bestuur, de stedelijke regering, burgemeester en raad, burgemeester, wethouders en raad, het gemeentebestuur, de magistraat. Behalve deze zijn ook brieven aanwezig gericht aan:
• a. de wethouder Woltersom, 2 november 1824 ;
• b. de secretaris van 19 februari, 25 juni, 6 augustus 1822, 1 en 26 januari, 21 oktober, 1 november 1824, 18 maart 1825;
• c. De ontvanger, van 20 februari 1822, 2 augustus 1824, 30 december 1825, 8 februari 1826 en 24 april 1828;
• d. de commissaris van politie, van 20 december 1823, de ingekomen brieven van 10 februari 1818-31 december 1830 welke zijn opgeborgen naar de dagtekening van de stukken; die van 1 januari 1831-6 januari 1851 zijn geborgen in volgorde van de (op de stukken aangetekende) ontvangst. De brieven over 1831-30 april 1837 en 1849-1850 zijn genummerd. Van de ontbrekende nummers vindt men een opgave voor in de portefeuilles. - Register van inkomende stukken bij het bestuur van de gemeente, leden van dat bestuur en ambtenaren van de gemeente van 22 februari 1827-31 december 1836. 1827-1836. Het register bevat brieven ingekomen bij de burgemeester, burgemeester en wethouders, het gemeentebestuur (stedelijke regering, plaatselijk bestuur, stedelijk bestuur) en de ambtenaar van de burgerlijke stand. Van 1835 is aanwezig een onvoltooid exemplaar en een volledig exemplaar, voor ’t eerst. Met gedrukte hoofden, waarvan de buitentitel luidt: “Register van ingekomen stukken“ bij het plaatselijk bestuur van Coevorden over het jaar 1835. Het register bevat over 1827-1830 aantekeningen omtrent de behandeling der stukken.
- Minuten van brieven uitgegaan van het bestuur der gemeente, leden van dat bestuur en ambtenaren der gemeente, 26 april 1818-23 oktober 1832 . Aanwezig zijn minuten van brieven uitgegaan van de burgemeester, burgemeesters, de president-burgemeester, burgemeester en wethouders, burgemeester en zetters, burgemeester en raden, de raad, burgemeester wethouders en raden, de wethouder-ambtenaar van de burgerlijke stand. Blijkbaar hebben de in de tekst genoemde minuten een verzameling gevormd. Niet alleen geeft de volgorde van de nummers dit aan, doch ook zijn er soms brieven van verschillende autoriteiten op een stuk papier geschreven. Tot september 1824 nummerde men de brieven met een doorlopend nummer van januari-december. Blijkbaar heeft men zich in de nummering herhaaldelijk vergist, zodat met een vroeger nummer opnieuw werd begonnen. Vele stukken zijn niet genummerd, maar dragen wel de aantekening “nr.”. Van oktober 1824-1 januari 1828 nummerde men de uitgaande stukken elke dag van 1 af. Ook in die tijd zijn vele nummers niet ingevuld. Sedert 1 februari 1828 volgde men weer de eerstgenoemde methode. Een brief van 25 oktober 1827 is uitgegaan van de burgemeesters van Coevorden en Dalen.
- Register van stukken uitgegaan van het bestuur van de gemeente, leden van dat bestuur, en annexe besturen, 1 januari 1815-30 september 1851. Ingeschreven zijn stukken uitgegaan van de burgemeester, de burgemeester als ambtenaar van den burgerlijke stand, de president burgemeester, burgemeester en wethouders, burgemeester en raad, burgemeester wethouders en raad, de raad, het college van zetters en de commissie van designatie voor de schutterij te Coevorden
Vergelijk de noot bij het vorig nummer.
Het register van 29 december 1819-31 december 1828 ontbreekt.
Deel 1 (1 Januari 1815-29 maart 1817) is aangelegd door de burgemeester. Het vangt aan met het opschrift “Protocol “van uitgaande stukken gearresteerd bij de burgemeester van “Koevorden”; het bevat echter ook brieven uitgegaan van burgemeesters en het gemeentebestuur (burgemeester en raad). Nummer 91 van 1815 is een brief uitgegaan van burgemeester en repartiteurs; Nummers 97 en 103 van 1815 zijn brieven uitgegaan van de burgemeester van Coevorden en de Schulten van Dalen, Zweeloo en Odoorn. Nummer 245 van 1816 is een brief uitgegaan van de plaatselijke commissie te Coevorden ter aanmoediging van den gewapenden dienst.
Deel 2 (4 April 1817-28 december) is getiteld: “Protocol van uitgaande stukken, gearresteerd bij burgemeesters van de stad Coevorden”. Nummers 161 en 162 van 1817 zijn brieven van de gemeenteraden van Coevorden en Dalen, en de raad van de stad Coevorden. Nummer 78 van 1819 is een brief van de president-burgemeester.
Deel 3 (1 Januari 1829-31 december 1831) is getiteld: “Register van correspondentie, begonnen op 1 januari 1829-31 december 1831″. Het bevat brieven van de burgemeester, de burgemeester als “officier van den burgerlijke stand”, burgemeester en wethouders, burgemeester wethouders en raad, de raad, en van de commissie van designatie voor de schutterij te Coevorden (Nummers 251, 255, 272, 278, 279, 309, 328, 342 van 1830; en nummers 65, 73-76, 94 en 235 van 1831). Volgens nummer 328 van 1830 bestond de commissie voor de schutterij uit de heren B. Slingenberg, H.J. Camerling en B. Cock (respectievelijk burgemeester en leden van de raad)
In deel 3 ligt een minuteel request van 9 januari 1829 van burgemeester en wethouders en de raad aan de Koning, dat niet is geregistreerd.
De delen 4-7 (1 januari 1832-28 september 1843) hebben soortgelijke titels als deel 3. De geregistreerde brieven hebben geen onderschrift, zodat niet blijkt, door wie ze zijn verzonden. Alleen van het stuk geregistreerd als nummer 76 van 1832 blijkt, dat het is uitgegaan van het college van zetters.
De delen 8-11 ( 1 oktober 1843-30 september 1851) hebben titel “Register van correspondentie voor het bestuur der stad Coevorden”. De brieven 8 en 9 hebben geen onderschrift.
Delen 10 en 11 bevatten brieven uitgegaan van de burgemeester, burgemeester en wethouders, de raad en het college van zetters. De brief van het college van zetters werd getekend door de burgemeester. - Publicaties van te houden aanbestedingen van werken ten behoeve van de departementen van oorlog en van waterstaat, (ter afkondiging toegezonden aan de burgemeester van Coevorden?), 1816
Gezegeld register
- Concepten van akten, ter secretarie verleden, onderworpen aan het recht van registratie. 1815-(1824?). Enkele concept-akten zijn aanwezig bij de bijlage tot de begrotingen (Inventaris nummer 36).
- Minuten van akten, ter secretarie verleden onderworpen aan het van registratie, 1815-1849. De akten zijn genummerd en ingeschreven in een répertoire (inventarisnummer 32), dat bij elk deel met nummer 1 begint, zodat verschillende series zijn gevormd:
- 1. De akten van 21 november 1815-29 december 1817, genummerd 1-17; ontbreekt nummer 15 (afgegeven aan de belanghebbende);
- 2. De akten van 9 maart 1818-11 april 1820, genummerd 1-21; ontbreken nummers 15 (afgegeven aan den belanghebbende) en 21; wel is aanwezig een verklaring behorende bij nummer 21;
- 3. De akten van 21 maart 1821-5 oktober 1824, genummerd 1-33; ontbreken nummers 4, 5, 9-15, 18-24, 26-30, 32 en 33 (afgegeven aan de belanghebbenden);
- 4. De Akten van 11 november 1824-1 december 1826, genummerd 1-65; ontbreken nummers 1, 3-18, 21-43, 45-47, 49-54, 57-65 (afgegeven aan de belanghebbenden);
- 5. De akten van 13 Januari 1827-31 december 1828, genummerd 1-55; ontbreken nummers 2-7, 10-12, 14-27, 31, 33, 35-42, 46, 48-53 (afgegeven aan de belanghebbenden);
- 6. De akten van 9 januari 1829-22 mei 1834, genummerd 1-168; ontbreken nummers 1, 2, 4-8, 19-24, 26-41, 44-49, 51-60, 62, 63, 65-69, 71-90, 97-100, 102, 104, 105, 107-109, 112-122, 124, 125, 127-130, 132, 134-147, 149-153, 155-157, 161-163, 165-167 (afgegeven aan de belanghebbenden);
- 7. De akten van 6 oktober 1834-22 oktober 1849, genummerd 1-357; ontbreken nummers 3-6, 10-14, 18-21, 23-26, 28-31, 36-39, 41-44, 47-50, 51, 56, 57, 149-160, 162-169, 171-175, 180-189, 191, 193-197, 199, 200, 202, 204-208, 210, 211, 214-216, 220-222, 224-233, 237, 238, 241, 243, 245, 246, 249, 254, 255, 257-262, 264, 267, 268, 270-273, 277, 279-281, 283-287, 292, 293, 296-298, 300, 302, 323, 324, 326, 328-330, 332, 336, 338, 339, 344-347, 349-351, 354-357 (afgegeven aan de belanghebbenden), en nummers 1 en 335;
- 8. Akten van 1824-1839, wel door partijen getekend, doch niet geregistreerd.
32. Repertoire van akten, verleden ter secretarie, onderworpen aan het recht van registratie, 1 januari 1815-22 oktober 1849. Zie de noot bij inventarisnummer 31.
Ambtenaren
33. Concept-instructie voor de secretaris van de stad Coevorden (omstreeks 1820).