Wiepke werd op 6 mei 1918 geboren in Hindelopen. Na zijn schoolopleiding werd hij gemeenteambtenaar op het gemeentehuis in Oosterhesselen. Hij werkte op de secretarie en hield zich bezig met steunverlening en werkverschaffing. Ook was hij administrateur van het Gemeentelijk Energie Bedrijf GEB. Het gemeentehuis was een haard van verzet.
Wiepke begon zijn verzetswerk met het saboteren van het inleveren van de radio’s. Hij gaf valse ontvangstbewijzen af zodat de mensen hun eigen radio konden behouden en luisteren naar Radio Oranje in Londen. Eerlijk en oprecht als hij was, stak hij zijn afschuw voor alles wat, Duitsch was niet onder stoelen of banken, Weldra kwam hij dan ook in aanraking met de leiders van het verzet in Drenthe. Hij beschouwde het illegale werk als een Nederlandse plicht. Hij was steeds bereid om alles te doen wat de Duitsers schade kon berokkenen en verrichtte dan ook geweldig veel illegaal werk. Hij hielp veel onderduikers met persoonskaarten, distributiestamkaarten en persoonsbewijzen. In Oosterhesselen was hij OD-commandant gaf bonkaarten uit en verspreidde illegale bladen als Vrij Nederland en Trouw. Ook hielp hij Geallieerde vliegtuigbemanningen verder. Door zijn verzetswerk kwam hij in contact met de KP’ers J. Naber en Albert Rozeman. Hij was betrokken bij de voorbereiding of uitvoering van de overvallen op de distributiekantoren van Oosterhesselen, Sleen en Zwinderen.
Op 22 maart 1944 werd Van der Zee, nadat de Sicherheitspolizei zijn naam had gehoord tijdens een afgeluisterd telefoongesprek, in Oosterhesselen gearresteerd en overgebracht naar Assen en daarna naar Groningen. Geiske Bekker vertelt in haar ‘Herinneringen uit de oorlogsjaren’ het volgende:
In maart 1944 hadden we nog een ‘bonte avond’ van de VCJC In de loop van die avond kwam er iemand naar mij toe om me te vertellen, dat Van der Zee was opgepakt.
Ik kon het niet geloven, want voordat ik naar de kerk ging, was ik nog bij hem geweest om een trui op te halen, die we voor de uitvoering nodig hadden. De volgende morgen hoorden we, dat ook gemeenteambtenaar Henk Veurink was opgehaald. Daarna kwam er begin juni via de krant het bericht dat er weer een groot aantal mannen door de Duitsers was neergeschoten. Onze huisvriend Wiepke van der Zee was hier ook bij.
In de gevangenis van Groningen werd Van der Zee tijdens de verhoren zwaar mishandeld. Typerend voor de standvastigheid van zijn karakter was wel het feit, dat bij bij de verhoren van de S.D., waarvan de manier, waarop deze geschiedden wel bij een ieder bekend zijn, geen enkele naam heeft genoemd. Dit heeft velen het leven gered. Vervolgens verbleef hij in de kampen Amersfoort en Vught. Een Polizeistandgericht veroordeelde hem ter dood. Op 6 juni 1944, op D-day, werd hij in de duinen bij Overveen gefusilleerd en begraven in grafkuil XII, gedenksteen 6. Later werd hij herbegraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal, waar ook zijn wethouder Johannes Post begraven ligt. Op zijn graf staat de tekst: Hij viel voor vrijheid en recht. Rust zacht, lieve jongen.
Bron: De Klenckerheugte, Harm Jan Lesschen