Om de leden van de verzetsbeweging in het bezette Nederland te ondersteunen en van wapens te voorzien werden in de nachten door de Royal Air Force geregeld containers met wapens uit vliegtuigen geworpen.
In Drenthe zijn dat 12 vluchten geweest waarbij in totaal 250 containers werden gedropt. Het betrof dan veelal springstoffen, handgranaten, mitrailleurs met een korte loop (zogenoemde Stenguns), pistolen en de daarbij benodigde munitie. Daarvoor waren door het verzet speciale plaatsen, vaak in de buitengebieden gebruikt waardoor ongezien in één keer meerdere containers aan parachutes werden gedropt. De vliegers konden in de duisternis de afworpplaatsen vinden door middel van lichtsignalen vanaf de grond. Leden van het verzet zamelden de containers in en zorgden voor het transport. Dat gebeurde vaak over grote afstanden met boerenwagens, wipkarren en dergelijke waarbij de spullen werden verborgen onder aardappelen of turf. In boerderijen, kapschuren en kerkgebouwen werden de spullen verstopt.
Uiteraard was dat een spannende aangelegenheid met vele risico’s. Op de foto Piet Tijsma die in zijn boerderij op het Klooster bij Coevorden wapens verstopte. Bekende droppingterreinen waren bij de bossen tussen Meppen en Aalden en natuurgebied Kremboong bij vliegveld Hoogeveen.