Het is wellicht dienstig om de uitgangspunten vooraf zo duidelijk mogelijk te stellen.
Is het begrip geschiedenis al zeer vaag en abstract, het begrip “stad” is dat ook en zonder nu de geldigheid van mijn zienswijze te pretenderen voor anderen voel ik mij verplicht u vooraf zo goed mogelijk te vertellen, welke bril ik opzet. Men ziet de dingen namelijk naar de soort van de bril die men opzet, gekleurd, vergroot, verkleind, duidelijk of wazig of zelfs helemaal niet.
Zo zie ik een stad als een wisselend omhulsel van een steeds veranderende levenspatroon en wens zowel uit dit levenspatroon de vorm af te leiden alsook uit de vorm het levenspatroon. De zichtbare vorm biedt enerzijds het meeste houvast voor een benadering van het echte, het authentieke, terwijl anderzijds de vorm het grote uitgangspunt voor de fantasie en de spontaniteit levert. In deze zienswijze is de vraag naar “wetenschappelijke” juistheid van “historische feiten” irrelevant. Het begrip authentiek voor een woonplaats zou ik willen omschrijven als datgene waardoor de bewoner er thuis hoort, er zijn plaats heeft, zijn stem wordt er vernomen en op prijs gesteld, terwijl de vreemdeling er welkom is en het eigen karakter van de plaats, het unieke duidelijk ziet. Deze criteria gelden onafhankelijk van de grootte, het kan een huis, een buurt, een dorp, een stad, een land of een werelddeel zijn.
Bij een “oude” woonplaats nu is er een belangrijk deel van deze authenticiteit gelegen in de continuïteit of de binding met het verleden. Is de zichtbare vorm grotendeels verdwenen en wordt bijna alles aan de fantasie overgelaten dan treedt de “historie” des te duidelijker op als overdrager van die authenticiteit waardoor men zich sterk verbonden kan voelen met de verdwenen generaties, die er leefden.
Ieder, die wel eens een verlaten woonplaats of een stadsruïne bezocht heeft, gewapend met een beetje historische kennis omtrent die plaats, kent dit gevoel van verbondenheid in menselijk streven en ’s mensen lot. Nogmaals de “wetenschappelijke” juistheid van historische feiten is indien überhaupt mogelijk ten aanzien van dit gevoel van verbondenheid irrelevant.
Wanneer ik nu in deze tijd mee kan werken aan het verduidelijken van de zichtbare vorm van de stad Coevorden, dan brengt het streven naar die authentieke vorm voor nu en de toekomst met zich mede, een kleine speurtocht naar het verleden maar met de bril op, die ik zojuist heb geschetst.
Ten aanzien van Coevorden wil dit bijvoorbeeld zeggen, dat het verhaal van Mijndert v.d. Thijnen met zijn biezen bruggen op de 2e plaats komt als een soort epitheton ornans van de karakteristieke beslotenheid van het stadsbeeld als stekelige, in zichzelf gecentreerde, onaantastbare vorm.
De hoofdlijnen van de vorm historie van Coevorden zijn als volgt:
- 1. Er is een weg door het moeras, deze weg loopt van het Keulse naar wat men aanduidde als Friesland, d.w.z. de Zeekust van het Westen van de Eemsdelta. Deze weg loopt via een doorwaadbare plaats. Bij deze doorwaadbare plaats ontstaat een nederzetting, misschien een herberg of een tolhuis.
- 2. Er ontstaat een sterkte bij die doorwaadbare plaats, waarbij enerzijds de weggebruikers beschermd worden tegen roofovervallers anderzijds tol betaald moet worden voor passage en vrijgeleide.
- 3. De heren van het kasteel willen hun zeggenschap uitbreiden, zij beschermen en veroveren, spreken recht, regelen handel en verkeer, munten geld, vragen pacht en verwerven grondeigendommen.
- 4. Via handel en verkeer, veiligheid en krijg op groter schaal komt de stad onder de aandacht van groter heren dan de plaatselijke, koningen en keizers worden in naam de opperheren, de plaatselijke heren worden ambtenaren van die hogere heren, de stad die oorspronkelijk alleen bij de weg hoorde, komt nu bij een groot Rijk.
- 5. Het Christelijk geloof brengt een nieuwe binding, aanvankelijk enkel kerkelijk, allengs ook wereldlijk. Voortdurend twisten de plaatselijke heren met de bisschop over materiele zaken, rechten en zeggenschap. Zij hebben hierbij meestal de inwoners op hun hand. Onder de onveiligheid en onstabiliteit van deze toestanden kan de stad zich niet ontwikkelen tot stapelplaats, de handel heeft rust nodig. Aanvankelijk groter dan Groningen, mist zij zo het klimaat voor economische bloei en blijft enerzijds doorgangsplaats en verzorgingsgebied, anderzijds het tegendeel: barrière en versperring.
- 6. Bij het verdergaand ontsluiten van Noord-Nederland door de Hanze neemt de betekenis van de oude handelsweg af en daarmede de doorgangs- en verzorgingsfunctie van Coevorden, de betekenis als versperring en barrière op landelijke schaal neemt toe. Coevorden wordt vesting. Dit is een van de meest ingrijpende veranderingen in de geschiedenis van Coevorden, er ontstaat een geheel nieuwe structuur, er wordt radicaal met het oude gebroken. De nieuwe vorm is dwingend en bepalend, doordat zij alles vastlegt en voor eeuwen de stad karakteriseert. De stad wordt volgens een plan voor een ideaal stad totaal nieuw gebouwd het patroon is nu voor eens en altijd vastgelegd, althans dat schijnt zo. De stad leidt 3 eeuwen een onveranderd eiland bestaan, de buitenwereld dringt bijna niet (Napoleon) binnen de wallen door – landbouw is hoofdbron van bestaan.
- 7. Na de landbouwcrisis van 1870 worden de wallen geslecht, de nieuwe tijd breekt aan, de industriële revolutie raakt eindelijk de stad met haar ondernemingszin, te laat om te profiteren van de zo dichtbij liggende vervenings- en ontginningsrijkdom. Daardoor beleeft de stad enerzijds de ellende van de crisis in de venen niet, anderzijds kan zij niet tijdig genoeg profiteren van het vrijkomende arbeidsreservoir bij de grote industrialisatie na de 2e wereldoorlog. Het oude besloten levenspatroon van vestingstad werkt nog lang na, heeft de stad daardoor niet de stormachtige ontwikkeling beleefd zo als haar zuster marktcentrum Emmen, juist daardoor heeft zij grotere evenwichtigheid en daarmede de mogelijkheid tot een groter authenticiteit. Wij staan nu weer midden in een ingrijpend veranderingsproces, waarbij de stad een nieuwe zichtbare vorm gaat aannemen.
Zijn dit de hoofdlijnen van de wisselwerking tussen zichtbare vorm en levenspatroon van de stad Coevorden, dan komt direct de behoefte naar voren dit proces te illustreren. Voorzover er tekeningen, kaarten, foto’s en ansichtkaarten van de stad, huizen voorwerpen e.d. bestaan zou dit materiaal opgespoord en geselecteerd kunnen worden en via onze huidige verduidelijkingmiddelen b.v. tot dia’s verwerkt.
De “verhalen” kunnen worden opgespoord en geselecteerd en als versierende bijvoegsels verenigd worden. Daarnaast staat een wetenschappelijk onderzoek, dat ongetwijfeld wenselijk zou zijn, doch voor het in den aanvang geschetste doel niet noodzakelijk. Een wetenschappelijk onderzoek draagt per definitie haar doel in zichzelf.
Wanneer ik nu in chronologische volgorde, die verhalen of gegevens vermeld, die mij onder ogen kwamen, dan wil ik nogmaals wijzen op de speciale bril die ik daarbij ophad, zodat deze opsomming verre van volledig is alleen al doordat ik ze niet zag.
De aanvang van het verhaal
De aanvang van het verhaal is in nevelen gehuld, sommigen menen (onder andere op gedenkpenningen van de bevrijding van Coevorden in 1672) dat Coevorden door de Romeinen is gesticht, maar men ziet in de nevel vaak drogbeelden. De Romeinse geschiedschrijvers (Tacitus) noemen deze landstreek het land du Cauchen. De verwarring is hier groot, de bewoners worden ook later met allerlei verzamelnamen aangeduid zoals Germanen, Saksen, Franken, Friezen enzovoorts. Sommigen nemen aan dat de Saksen vroeger in Holstein woonden, dat ze erg roerig en roverig waren (het bestaan was ook niet overvloedig in deze streken), zij pleegden zeeroof op Eems, Rijn, Schelde, Bretonse en Engelse Kusten.
- 366 In 366 wordt het Saksische Verbond gesticht;
- 692 De Friese (of Saksische) koning Radboud verslagen door de Franken;
- 693 Pepijn maakt Radboud schatplichtig aan Australië;
- 696 Pepijn van Herstal, Frankisch Major Domus stelt de bisschop van Utrecht aan als aartsbisschop over de Friezen en omwonende volkeren (kerkelijk gezag);
- 715 Radboud verslaat Karel Martel;
- 716 Karel Martel verslaat Radboud;
- 730 Marcellinus predikt het Christendom te Coevorden. Radboud wordt Frankisch Hertog i.p.v. Fries Koning.
- 775 Pacificatie van de Friezen door Karel de Grote. Karel de Grote stelt een vrijgeleide in voor de zeven oude “Friese” handelswegen te weten 4 waterwegen: Eems, Rijn, Elbe, en Weser, 3 landwegen:
- 1e Keulen tot Stavoren;
- 2e Mimigerdesforde (Munster) tot Emda (Emden);
- 3e Omersburg (Oldenburg) tot Jevère ( Jever);
Er was voorts nog een aansluiting in Coevorden van de weg Keulen- Stavoren over de Hondsrug naar Groningen en vandaar over de Weldfriedsdijk (Wolddijk) naar de Lauwers langs de Hunze.
- 820 De gouw Trianta vermeld als pagus Threant.
- 1024/1025 Een comitatus de Trenthe- graaf Temmo.
- 1036 Vermeld wordt een Fredericus van Coevorden (Magnin).
- 1040 Keizer Hendrik III schenkt de villa Cruoninga aan bisschop Bernoldus van Utrecht.
- 1040 Uit de giftbrief blijkt dat de graaf van Drenthe zetelt te Groningen
- 1046 Dood van Hertog Gozelinus, de bisschop van Utrecht krijgt het volledig wereldlijk gezag over Drenthe. De bisschop stelt 2 rechter/ambtenaren aan, één te Groningen als “stedehouder des bisschops” en graaf van Drenthe, één te Coevorden als Kastelein.
- 1112 Vorming van anti-bisschoppelijke partij “de Gelkingen” te Groningen de pro-bisschoppelijke partij heet “de Groenenbergen”.
- 1143 “Regter” Egbert van Groenenbeke heeft herrie met de Gelkingen. Roelof, Kastelein van Coevorden trekt naar Groningen, valt zijn “collega” Egbert aan als aanvoerder van de Gelkingen, verschanst zich in de Walburgskerk een zogenaamde “weerkerk”. Egbert wordt belegerd op zijn ‘huis’. Bisschop Heribertus (van Bierum) teruggekeerd uit Rome, zet beide kasteleins af en stelt zijn broers Lefferd en Ludolf in hun plaats, Lefferd als burggraaf te Groningen, Ludolf als kastelein van Coevorden. Ludolf en zijn nakomelingen noemen zich daarna “van Coevorden”. Zij zijn kastelein en drost. Ludolf trouwt de gravin van Goor en krijgt twee kinderen. Roelof (is waarschijnlijk buitenslands gegaan, overlijdt zonder nakomelingen) en Folkert. Na de dood van Ludolf hertrouwt de gravin van Goor met Floris van Vorenborch. Deze Floris neemt het Kasteleinschap waar voor Folkert, hij heft een eigen tol op de heerweg. (hier verder de “romance” uit Hofdijk).
- 1187/1188 Graaf Otto van Bentheim bezwaart zich over deze hoge tol bij zijn broer de bisschop Boudewijn II.
- 1195 Bisschop Boudewijn II trekt naar Coevorden en beschiet het kasteel met 2 blijden (balistae). Floris en Folkert geven zich over. Ridder Gijsbert van Poskein wordt kastelijn, daarna Otto, graaf van Bentheim. De graaf van Gelre, de aartsbisschop van Keulen en de bisschop van Munster bemiddelen tussen de bisschop van Utrecht en kastelein Otto van Bentheim enerzijds, en Folkert en de graafschappen Drenthe en Groningen anderzijds, als resultaat wordt Rudolf, zoon van Folkert, kastelein van Coevorden. Rudolf (of Roelof) had namelijk inmiddels de gravin van Bentheim met gezin en juwelen buit gemaakt. Na ruiling van de gravin met gijzelaars zet Otto toch z’n broer de bisschop weer op tegen Coevorden, doch hij wordt verslagen door Roelof en Folkert. De bisschop Boudewijn gaat naar zijn leenheer de Keizer om hulp.
- 1196 Boudewijn II overlijdt te Mentz. Otto II van der Lippe wordt bisschop. Folkert gaat rustig leven te Ansen.
- 1222 Roelof van Coevorden mengt zich samen met z’n broer Frederik en hun vriend Menso van Gravestorp in een nieuwe twist tussen de Gelkingen en stadhouder Egbert.
- 1226 Roelof en de Gelkingen veroveren het kasteel Glimmen op Egbert en nemen zijn gezin gevangen. Bisschop Otto II komt Egbert te hulp.
- 1227 Bisschop Otto van de Lippe roept de Sallandse ridderschap naar Ommen om tegen Roelof op te trekken. Roelof verslaat ze, onderneemt een nieuwe aanslag op Groningen, doch die mislukt. Otto trekt naar Coevorden, doch kan het niet nemen, hij doet Roelof en de zijnen in de ban, daarna trekt hij naar Ommen. 1 augustus wint Roelof de slag bij Ane, Otto sneuvelt. Ook sneuvelt Bernard van Horstmar, genoemd de Achilles van Westfalen. Willebrand van Oldenburg wordt bisschop, hij is een beter krijgsman dan Otto. Hij verbrandt met een Twentse bende Emmen en omgeving ter wrake van de slag bij Ane.
- 1228 Bisschop Willebrand dwingt Roelof tot vrede, Roelof en zijn broers doen afstand van het kasteel Lare (het Laar) en van het kasteel Coevorden. Het Laar wordt afgebroken. Eiland van Bentheim krijgt het leen Coevorden.
- 1229 Roelof herneemt Coevorden bij verrassing. Na ettelijke schermutselingen wil Roelof een vergelijk treffen, gaat onder vrijgeleide naar het kamp van de bisschop te Hardenberg, doch wordt daar gevangen en geradbraakt.
- 1231 Frederik (broer van Roelof), wordt kastelein en drost van Coevorden, de enige dochter van Roelof trouwt met Hendrik van Borculo.
- 1232 Hendrik van Borculo wordt burggraaf van Coevorden.
- 1262 De bewaring van Coevorden komt aan een driemanschap. Gerrit Clenke, Hake van den Hardenberg en Roelof Clenke.
- 1263 Gerrit en Roelof Clenke ontvangen het Kasteel in den voorstad ten burgleen.
- 1275 Hendrik II van Borculo wordt opgevolgd door zijn zoon Reinoud. Reinoud had 2 zoons, een werd kastelein van Coevorden, de ander Heer van Borculo.
- 1291 Definitief verbond tussen de stad Groningen en “den Casteleijn van Coevorden, mitsgaders de gemeente des Landschaps Drenthe”.
- 1293 Verdrag van Groningen met de Graaf van Bentheim. Groningen verkrijgt zo rust en veiligheid voor de handel en wordt lid van de Hanze. Coevorden gaat door met twisten.
- 1315 Reinoud II zoon van Reinoud I noemt zich van Coevorden.
- 1347 Reinoud III pacht het leen van bisschop Jan van Arkel. Hij wordt ook schout van Twente en krijgt het huis te Goor. Hij noemt zich heer van Coevorden en Borculo.
- 1368 Door huwelijk van Ida van Selwerd met Herman van Coevorden gaat de bestuurswaardigheid van Selwerd en Goorecht over naar de heren van Coevorden.
- 1368 Johan van Coevorden, broer van Reinoud III volgt hem op. Johan en zijn zoon Reinoud IV hebben in pacht de kerkelijke rechten te Groningen, Selwerd met Wolde en Goo . Dientengevolge noemen zij zich graaf.
- 1381 Rijnoud wil graaf van Drenthe worden, doch de Drenthen kiezen bisschop Floris van Wevelikhoven. Reinoud sluit zich uit wraak aan bij verschillende partijen beurtelings bij de Schieringers (Gronings en Fries) en de vetkopers (de Oost Friese edelen, voorstanders van Albrecht van Beieren).
- 1392 Reinoud IV wordt vervallen verklaard van zijn derde deel van de werkelijke macht over Selwerd, Goo en Wolde.
- 1393 Bisschop Floris overlijdt op kasteel Hardenberg, wordt opgevolgd door Frederik van Blankenheim. Bisschop Frederik ontdekt dat Coevorden eigendom is van Utrecht en dat de Heren van Coevorden pachters zijn.
- 1395 Frederik van Blankenheim belegert Coevorden met hulp van Deventer, Kampen, Zwolle, de Friezen en de graven van Steinfurt en Ottenstein. Reinoud wordt krijgsgevangen te Hardenberg.
- 1402 Rijnoud doet afstand. Zweder van Rechteren van Heeckeren amptman to Coevorden. Hiervan wordt opgemaakt een Instrument van ’t Transport van de Stad ende Slot van Coevorden voor 15.000 oude Vrankrijksche schilden op 4 april om 9 ure, door Alardus de Wiringia, door de Keijserlijcke Autoriteit Notaris.
- 1443 Raadhuis te Groningen van de Grote Markt.
- 1447 De Grote Markt te Groningen wordt bestraat.
- 1469/1467 De stad Groningen wordt uitgelegd, een gracht en 6 stenen muren worden om de oude muren gemaakt.
- 1478 Een burgemeester van Groningen vlucht naar Coevorden na beschuldiging van malversaties. Hij schrijft op 11 mei 1478 “Chi vinde mij en sonedage voer middage noch to Coevorde oft God wil”. Johan Rengers van ten Poste.
- 1487 Is grote last van zeeroverij van Bremers en Oost Friezen. Van deze eeuw te Coevorden is mij niet veel bekend.
- 1505 Roelof van Munster, kastelein van Coevorden, heer te Ruinen heeft twist met bisschop Frederik van Baden. Hij sticht een kasteel de Kinckhorst bij Meppel tegen de bisschop, wordt echter verdreven, ’t kasteel wordt geslecht “de kalk is nog nauwelijks droog”. Hij trekt naar Coevorden en plundert van daaruit Drenthe, Twente en Salland. De bisschop drijft hem in het nauw, hij ontruimt Coevorden tegen betaling. Adolf van Rechteren wordt weer kastelein. Roelof had de palissade in de gracht van het kasteel half door laten zagen en een brug onder water gelegd, hij trekt op 20-21 oktober ’s nachts het kasteel weer binnen, terwijl Adolf op Vollenhove bij de bisschop is. Reijnier van Coevorden sneuvelt bij de verdediging. Op 16 november verschijnt de bisschop weer voor ’t kasteel, Roelof verlaat ’s nachts het slot, laat zijn echtgenote Bawijne van Heemstra achter, zij vlucht enige nachten later met de bezetting, dan blijft één krijgsmans vrouwe achter, die 2 dagen lang de vuren onderhoudt om de opstijgende rook, zij geeft op 8 december de burcht over, Vrouwe Bawijne krijgt 1553 het kasteel Wedde van Hertog Karel van Gelre.
- 1510 De Italiaanse architect Francesco Martini publiceert een boek over de ideaal stad, een veelhoek met stervormig uitstralende stralen vanuit het middenplein.
- 1522 Johan Selbach, Gelders Hopman belegert op 1 september het kasteel. Frederik van Twickelo, de kastelein keert haastig uit Oost-Friesland terug, verdedigt het kasteel en steekt de stad in brand, de bezetting geeft echter het kasteel over tegen zijn zin. In november arriveert Hertog Karel in de stad en benoemt Selbach tot slotvoogd en drost. Een gevelsteen wordt in het kasteel geplaatst.
- 1527 De eerste bastions worden in Verona gebouwd door Michel Sanmichelle.
- 1536 Joris Schenk, die Groningen van de Geldersen bevrijd had, arriveert voor Coevorden, op 10 november geeft Selbach zich over. Coevorden komt toe aan de Keizer. Karel V benoemt Schenk tot Drost en Slotvoogd.
- 1540 Karel V benoemt Bourmannia als Drost en Slotvoogd.
- 1550 Jacob van Deventer brengt Coevorden in kaart.
- 1551 Engelbert van Ewse, kastelein van Filips II, laat de wallen van het kasteel slopen.
- 1579 Graaf Rennenberg, gouverneur van Groningen, zendt de hopman v.d. Cornput om het kasteel met een aarden wal en vijf bastions te versterken.
- 1580 Marten Schenk nadert Coevorden na de slag op de Hardenberger heide, v.d. Cornput trekt weg naar Leeuwarden. Schenck vindt Coevorden verlaten. De graaf van Hohenlohe overmeestert Coevorden maar raakt het weer kwijt aan de verrader Rennenberg. De Spanjaarden herstellen en leggen aan wallen en borstweringen van kasteel en stad. Het kasteel heeft 5 bastions, een gracht van 100 voet wijd, waarin een eiken pallisade.
- 1592 Maurits belegert Coevorden en verovert het op graaf Frederik v.d. Bergh (sijnen goeden cousijn en laat hem toe met krijsmanseer uijt te trecken). Zie prent en verslag. In september 1592 pleegt Verdugo een aanslag op Coevorden, waarbij Willem van Nassau gewond raakt.
- 1593 Caspar van Ewsum, slotvoogd verdedigt Coevorden met succes tegen Verdugo. De stadstaat Venetië bouwt een ideaal-stadvestingstad Palma Nova in de vlakte Udine, de stad wordt een negenhoek.
- 1594 Simon Stevin publiceert zijn beroemde werk “Sterctenbouwing”.
- 1595 Mr. Adriaan Antonisz bouwt op last van Willem en van Lodewijk de ideaalstadsvesting Coevorden, de stad wordt een zevenhoek.
- 1615 Marolois vermeld Coevorden in zijn leerboek voor vestingbouw als modelvesting in Europa.
- 1672 Bommen Berend verrast Coevorden, de stad wordt hernomen door Rabenhaupt en Mijndert v.d. Thijnen. 200 Bisschopsen worden op de wallen “doodgedaan”.
- 1681 De vestingwerken worden gemoderniseerd in juni wordt het werk “besteet en afgestocken”, het plan is van kapitein Louis Paen.
- 1682 Menno van Coevorden publiceert een geschrift waarin hij het niet eens is met de opvattingen van Paen, de “twist der vijfhoecken”. De zaak wordt aan de Franse vestingbouwmeester Vauban ter beoordeling voorgelegd, want de twist loopt te hoog: ”hier heeft passie geregeert,daer dese heerschen zijn de reden stil”.
- 1814 Coevorden wordt bevrijd van het Franse juk.
- 1823 De oude toren van het kasteel wordt afgebroken.
- 1860 Het Coevorder Vechtkanaal wordt gegraven.
- 1867 De Lutterhoofdwijk wordt gegraven.
- 1870 De vestingwallen en poorten worden gesloopt.
- 1884 Het Stieltjeskanaal wordt gegraven.
- 1880 De van Heutszsingel wordt uitgezet.
- 1905 De N.O. Locaalspoorweg NOLS verbindt de stad met overig Nederland.
Bronnen
De munten van Friesland, Groningen en Drenthe (der Heeren van Coevorden) door P. O. v.d. Chijs 1855; Dr. L.J.F. Janssen: Drentsche oudheden Utrecht 1848;
Mr. J. Dirks: Geschiedenis van den Koophandel der Friezen tot aan Karel den Grooten ± 1850;
Mr. J. de Wal: Proeve eener Geschiedenis van het Jagtwezen in Drenthe in de Bijdragen tot de geschiedenis en oudheden van Drenthe, Groningen 1842;
Mr. L.Ph.C. v.d. Beigh: Handboek der Middelnederlandsche Geographie; P.S. v.d. Scheer: Drentse Volksalmanak 1849. “De Geschiedenis van Coevorden van de vroegste tijden”; W.J. Hofdijk: Nederlandse Kastelen “Het kasteel van Coevorden”. Leiden 1884; Jacob van Deventer: Kaart van Coevorden ± 1550. Origineel in archief Assen; M. v. Coehoorn: Versterckingen der Vijfhoeks te Leeuwarden 1682; Gemeentearchieven: Coevorden, Groningen.
Emmen 1965
Yme Sietse Dijkstra