Piet Tijsma afkomstig uit Friesland had zich met zijn eveneens Friese vrouw gevestigd op een boerderij op het Klooster en was het prototype van de onverzettelijke noorderling, die de Duitse bezettingsdwang verafschuwde.
Het was dan ook geen wonder, dat hij en zijn boerderij het middelpunt werden van de Coevorder knokploegactiviteiten. Hier kwam de groep bijeen om te beraadslagen en te oefenen met instructiewapens en hier was ook een aantal van een dropping bij Hoogeveen afkomstige echte wapens opgeslagen. Veilig begraven in een geheime bergplaats. Na de arrestaties van Willem Mantel en Harm Koning was in de nacht van 9 op 10 januari 1945 Piet Tijsma aan de beurt. Het gelukte hem echter, juist voor het binnenstormen van de SS-ers en landwachters, een goed heenkomen te zoeken onder het hooi boven de koestal. Hij werd niet ontdekt en kon de volgende morgen als door een wonder in een onbewaakt ogenblik ongezien ontkomen.
Een deel van de overvallers bleef nog een paar weken op de boerderij bivakkeren tot de verborgen wapens gevonden waren. Piet Tijsma dook onder en werd na de bevrijding commandant van de Coevorder BS (Binnenlandse strijdkrachten). Als zodanig nam hij deel aan de bespreking met de Belgische en Poolse officieren, die leidde tot de verovering van de Oosterhesselerbrug. Op advies van een ambtenaar van Rijkswaterstaat zorgden de BS-ers voor een stoomtram, die ter versterking spoorrails naar de beschadigde brug bracht. Daardoor konden de Belgische para’s direct doorstoten naar Oosterhesselen. Tijsma werd na zijn BS-tijd vertegenwoordiger in dierengeneesmiddelen. Hij bezocht zijn klanten per motorfiets en dit vervoermiddel werd hem noodlottig. Hij overleed in 1960 ten gevolge van een verkeersongeluk.
Bron: H.D. Minderhoud, Historische straatnamen in Ossehaar