- 10 april 1867 Vrijwillig bij het Instructie Bataljon als soldaat;
- 1 november 1867 Korporaal-titulair;
- 7 april 1868 Overgeplaatst bij het 6e Regiment Infanterie;
- 8 april 1868 Korporaal;
- Januari 1869 Fourier-titulair;
- 15 juni 1869 Fourier;
- Oktober 1870 Overgeplaatst als sergeant bij het 2e Regiment Infanterie;
- 6 april 1871 Sergeant-titulair;
- 6 juli 1872 Benoemd tot 2e Luitenant bij het 6e Regiment Infanterie;
- 23 juli 1873 In rang en anciënniteit overgeplaatst bij het Wapen der Infanterie van het Leger in Oost-Indië en à la suite van het koloniaal Werfdepôt;
- 22 september 1873 Vertrokken naar Nieuwe Diep en overgegaan aan boord van het stoomschip “Borneo”;
- 18 november 1873 Aangekomen te Batavia en geplaatst bij het 13e Bataljon;
- 17 november 1874 Overgeplaatst bij het 3e Bataljon;
- 9 mei 1875 Overgeplaatst als Adjudant van de 2e Commandant der Krijgsmacht te Atjeh met bepaling dat hij als zodanig bij zijn wapen zal worden gevoerd à la suite;
- 29 oktober 1875 Adjudant bij de Staf der Krijgsmacht te Atjeh;
- 26 januari 1876 Overgeplaatst bij het Linkerhalf 13e Bataljon;
- 8 februari 1876 1e Luitenant; 21 februari 1876 Overgeplaatst bij het 1e Bataljon;
- 26 juni 1876 overgeplaatst als Adjudant bij het 2e Bataljon;
- 30 april 1877 Overgeplaatst als Plaatselijk Adjudant van Soerabaia met bepaling dat hij als zodanig bij zijn wapen zal worden gevoerd à la suite;
- 21 januari 1880 Overgeplaatst als Adjudant bij het 9e Bataljon;
- 21 oktober 1880 Overgeplaatst bij het 5e Bataljon;
- 9 juli 1881 Naar Nederland vertrokken per stoomschip “St. Almora”;
- 20 augustus 1881 In Nederland aangekomen (verlof);
- 15 september 1881 Gedetacheerd in Nederland ter bijwoning van de cursus voor algemene krijgskundige studiën in de 2e Afdeling der Krijgsschool aldaar;
- 7 november 1883 Van gedetacheerd naar Oost-Indië teruggekeerd per stoomschip “Prins Hendrik”;
- 20 december 1883 In Indië aangekomen en geplaatst bij het 18e Bataljon;
- 14 januari 1884 Overgeplaatst als Adjudant bij het Garnizoensbataljon ter Oostkust van Sumatra;
- 5 december 1885 Eervol ontheven van zijn adjudantsbetrekking en overgeplaatst te Batavia en bestemd voor detachering bij het Wapen der Cavalerie;
- 10 januari 1886 Kapitein;
- 10 mei 1886 van 1 juni 1886 tot 1 januari 1887 gedetacheerd bij het Wapen der Artillerie;
- 15 december 1886 van 1 januari t/m ultimo juni 1887 gedetacheerd bij het Hoofdbureau van de Generale Staf;
- 30 juni 1887 Overgeplaatst bij de Generale Staf;
- 7 juli 1887 Geplaatst bij het Hoofdbureau van de Generale Staf;
- 24 september 1887 Overgeplaatst als Chef van de Gewestelijke Staf in de 3e Militaire Afdeling op Java;
- 5 augustus 1889 Overgeplaatst als Chef van de Staf in Atjeh en Onderhorigheden;
- 21 augustus 1891 Overgeplaatst bij het Subsistentenkader te Batavia;
- 7 augustus 1891 Buitengewoon bevorderd tot Majoor wegens uitstekende militaire daden door hem bedreven gedurende zijn optreden als Chef van de Staf van Atjeh en Onderhorigheden in het bijzonder bij gelegenheid der expeditie in het Landschap Ëdi” in de maand juni 1890;
- 15 oktober 1890 Overgeplaatst bij het 11e Bataljon;
- 26 juli 1893 Naar Nederland met verlof per stoomschip “Conrad”;
- 20 juli 1894 Luitenant Kolonel;
- 10 januari 1895 Van verlof terug en op non-activiteit gesteld;
- 26 januari 1895 Boven de formatie in activiteit hersteld en benoemd tot Militair Commandant van de Oostkust van Sumatra en in verband hiermede gevoerd à la suite van zijn wapen;
- 13 april 1896 Tijdelijk ter beschikking gesteld van de Militair Commandant van Atjeh en Onderhorigheden;
- 28 december 1896 Eervol ontslagen als Militair Commandant van Sumatra’s Oostkust en in verband hiermede van à la suite van zijn wapen teruggebracht en ter beschikking gesteld van de Civiel- en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden;
- 30 september 1897 Buitengewoon bevorderd tot Kolonel en zulks wegens uitstekende militaire daden door hem bedreven tijdens hij te Atjeh van 5 februari tot 26 juli 1897 belast is geweest met het Commando der troepen in de bovenstreken der XXII Moekins en in het bijzonder bij zijn optreden als aanvoerder in de gevechten van 6 t/m 10 augustus 1897 in de Moekims Pekan Baroe, Pekam Sot en overgeplaatst bij de Generale Staf en benoemd tot Chef van die dienst;
- 25 maart 1898 Benoemd tot Militair Commandant van Atjeh en Onderhorigheden en belast met de waarneming der betrekking van Gouverneur van dat gewest op de daartoe staande bezoldiging van f 20.000,- ’s jaars en veder aan die betrekking verbonden wettige voordelen, met bepaling dat hij voorschreven functiën zal uitoefenen onder de titel Civiel- en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden en dat zolang hij de betrekking van Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden waarneemt zijne militaire inkomsten stilstaan, blijvende hem evenwel het genot van vrije geneeskundige behandeling voor hem en zijn gezin verzekerd;
- 5 juli 1898 Wordt geacht bij zijne benoeming tot Militair Commandant van Atjeh en Onderhorigheden te zijn overgeplaatst bij het Wapen der Infanterie;
- 19 november 1898 Generaal-Majoor;
- 11 september 1900 Luitenant-Generaal;
- 28 augustus 1902 Benoemd tot Adjudant in buitengewone dienst Adjudant-Generaal van Hare Majesteit de Koningin met rang van Groot-Officier der Kroon;
- 13 mei 1904 Krachtens Koninklijke machtiging opgedragen in de 1e helft van de maand juni 1904 zich naar Nederland te begeven en zich aldaar bij Zijne Excelentie de Minister van Koloniën aan te melden en zulke met behoud van zijne betrekking hier te lande en van het daaraan verbonden activiteiten traktement;
- 13 juni 1904 Naar Nederland vertrokken per stoomschip “Koning Willem III”.
Inhoud Generaal J.B. van Heutsz
J.B. van Heutsz
Dit artikel uit het gemeentearchief van de gemeente Coevorden wordt u ter informatie aangeboden.
De laatste jaren is J. B. van Heutsz onderwerp van maatschappelijke discussies over de Nederlandse betrokkenheid bij het slavernijverleden of het handelen in haar voormalige koloniën.
Onder andere op Historiek.net en Anderetijden.nl kunt u daarover meer lezen.