(onder andere naar W. Nagge, Overijsselse geschiedenis, die dit overnam uit een geschreven chroniek)
- Graaf van Gelder, Gerhart (gewond)
- De Heer van Amstel, Gijselbert, Bisschoppelijke Dedingsman in 1225
- Otto van der Lippe, Bisschop van Utrecht
- Diderick van der Lippe, Bisschop van Munster en Proost van Deventer en Oldenzaal
- Gerhart van der Lippe, Bisschop van Bremen (broer)
- Heer van Arkel (en zijn neef)
- Berend van Horstmar, Kruisridder
- Gerhart, Graaf van Goor, Banierdrager van het Sticht Utrecht
- Graaf van Cleve, Diderick
- Graaf van Bentheim, Baldewijn
- Heer van Groningen, Engelbert (Dedingsman van de Bisschop van Utrecht)
- Amptman van Groningen, Egbert
Hoofdmannen
- Geert (Gerard) van der A (Aa) (ter Aar, Utrecht)
- Alber (Albo) van Anede (Ane) (Ane bij Gramsbergen)
- Willem van Albergen (Aalbergen) (Albergen, Overijssel)
- Geert (Gerard) van Altena (Altena bij Peize)
- Frederick (Frederik) van Anloo(Anloe) (Anlo, Drenthe)
- Rubert van Apeldoorn (Apeldoorn, Gelderland)
- Almerick (Almarik) van Avesate (Avesaat, Gelderland)
- Warner (Werner) van Beerze (Beerse) (Beerze bij Ommen, Overijssel)
- Wijchard Bensinck (Twenthe)
- Stille Claes (idem als Claes v. Berckhusen?)
- Florens van Bentheim (Benthem) (Bentheim, Graafschap Bentheim)
- Florijn (Florinus) van Bentheim (Benthem) (Bentheim, Graafschap Bentheim)
- Claes van Berkhusen (Berghuizen, Overijssel)
- Conraet van Berentrop (Barntrop, Lippe-Detmold)
- Dirck van Bernekote (Berne bij Oldenburg of Bernegaten bij Groningen)
- Harmen (Herman) van Boetzelaar (Boetselaer) (Botslar bij Recklinghausen)
- Hendrik uit der Borg (Terborg bij Wisch)
- Henrick van Botbergen (Boetbergen) (Bolbergen bij Geldermalsen)
- Cornelis van Bötelen
- Theodoricus of Dirck Buchorst (Bukhorst bij Zalk, Gelderland)
- Zoon Buckhorst (Bukhorst bij Zalk, Gelderland)
- Conraet van Butele (Boetele, Overijssel)
- Rabbe van Catene (Katen, Overijssel)
- Willem van Catene (Katen, Overijssel)
- Delis Coene
- Wijchard Coene
- Alef Colde (Kolde bij Höcklenkamp/Getelo)
- Zoon Colde (Kolde bij Höcklenkamp/Getelo)
- Geert Crancke
- Henrick Crancke
- Geert Daleke (Dale bij Aalten, Gelderland)
- Juno van Dalfsem
- Berent (Bernard) van Dalfsen (Dalfsen, Overijssel)
- Seino van Dalfsen (Dalfsen, Overijssel)
- Hendrick Knoop van Diemersbach
- Albert van Dieze (Dieze, Overijssel)
- Henrick van Dieze (Dieze, Overijssel)
- Lubbert (Lubbeek) van Dolder (Dolre) (Dolder, Utrecht (1178 Dolre)
- Eggert Donne (Donderen, of Donner Oldenburg)
- Rutger van (den) Doorn (Doorne) (Doorn, Utrecht)
- Reinolt van Doornik (Doorninck) (Doornik, Gelderland)
- Jacob (Jakob) van Doornik (Doorninck) (Doornik, Gelderland)
- Werembold van Doorninck
- Goossen van Dune (Düne bij Haren, Westfalen)
- Elias van Elderick (Elderik bij Hummelo Gelderland)
- Steven van Elsen (Elsen bij Markelo, Overijssel)
- Gerlich (Gerlach) van Empne (Empe, Gelderland/ Emmen Drenthe)
- Derck van Empne (Empe, Gelderland/ Emmen Drenthe)
- Theodoor van Empne (Empe, Gelderland/ Emmen Drenthe)
- Ulrich van Enschede (Enschede, Overijssel)
- Rutger van (der) Eze (Eese bij Steenwijk, Overijssel)
- Albert van Eze
- Henrik van Eze
- Roerick van Geesteren (bij Borculo of Tubbergen)
- Geert Greve (Greven, Westfalen)
- Albert van Haren (Westfalen of Groningen)
- Hendrick van Harmalen (Harmelen, Utrecht)
- Warner van Hasselt (Hasselt, Overijssel)
- Harmen (Herman) van Hasselt (Hasselt, Overijssel)
- Jan (Johan) van Hasselt (Hasselt, Overijssel)
- Rijckwijn (Rykwyn) van Hasselt (Hasselt, Overijssel)
- Jan van Hattum (Hattum, Gelderland)
- Lubbert van Hattum (Hattum, Gelderland)
- Albert van Haven
- Engelbert, Ridder des Heeren van den Berge (’s Heerenberg, Gelderland)
- Henrik van Hermel
- Dirck van Huessene (Huussen, Gelderland)
- Wijcher (Wicher) van Hegen(e) (Heeg?)
- Franscke van Heussen (Huissen, Gelderland?)
- Reinolt van Holten (Holten, Overijssel)
- Theodoor van Huissen
- Thomas (van) Hulschar (Hulscher)
- Geert van Hune (Huinen bij Putten, Overijssel)
- Ritbert (Rietbert) van IJsselmuiden (IJsselmuiden, Overijssel)
- Henrick (Henrik) van Jutphaes (Jutfaas) (Jutphaas, Utrecht)
- Dirck (Diederik) van Keppel (Keppel, Gelderland)
- Wicher Kone
- Rabbe van Koten
- Willem van Koten
- Godeke van Lange
- Willem van Lange
- Willem van Lange
- Goossen (Gozewijn) van Laghe (Lage) (Lage, Westfalen)
- Reiner (Reinier van) die Leuwe (Leewe) (Die Leeuwte bij Vollenhoven)
- Geert van Lingen (Lingen, Westfalen)
- Arnold Loef
- Harmen van Lonerslot (Loenersloot, Utrecht)
- Splinter van Lonerslot (Loenersloot, Utrecht)
- Hendrick van Louhum (Lochem, Gelderland)
- Arent Lyoph
- Louff en zoon Dedingsman van de Bisschop van Utrecht
- Jacob Lyoph Zoon van Arent
- Harmen (Herman) van Malre (Maarn, Utrecht of Malden, Gelderland)
- Steven van Mandre
- Steven van Maurick (Maurik, Gelderland)
- Arent van Mekelenhorst (Mekkelhorst, Denekamp)
- Evert (Everart) van Montfoort (Montfoort, Utrecht)
- Lambert van Netelhorst (Nettelhorst) (Nettelhorst, Gelderland)
- Jan van Nede (Neede, Gelderland)
- Dirck (Diederick) van Nestvelt (Nestveld) (Westerveld, Drenthe?)
- Frederick van Oldenborg (Oldenburg, Westfalen)
- Otto van Oldenborg (Oldenburg, Westfalen)
- Reinolt (Rembold) van Oldenborg (Oldenburg, Westfalen)
- Werner van Oldenborg (Oldenburg, Westfalen)
- Lambert (Limprecht) van Oldenburg (Oldenburg, Westfalen)
- Jan (Johan) van Oldendorp (Altendorf, Nordhorn, Westfalen)
- Goossen (Gozewijn) van Oosterwolde (Oosterwolde/Doornspijk Gelderland)
- Conraet van Ootmarsen (Ootmarsum, Overijssel)
- Arent van Ootmarsen (Ootmarsum, Overijssel)
- Ludeken van Ootmarsen (Ootmarsum, Overijssel)
- Jan Paus (Pas bij Bemmel, Gelderland)
- Jan van Palleweghe
- Roelef van den Rathe (Raa, Steenderen of Rathe)
- Alef van Recklinchusen (Recklinghausen, Westfalen)
- Henrick van Reedze (Reeze, Overijssel)
- Reinold van Reese
- Albert van Retbeke (Rutbeek, Overijssel)
- Geert van den Rhijn (Rhenen, Gelderland)
- Lambert van den Rhijn (Rhenen, Gelderland)
- Willem van den Rhijne (Rhenen, Gelderland of Rheine Westfalen)
- Rubert, (Robert) Ridder Ridder (van Apeldoorn, zie Apeldoorn)
- Rudolf van Roden
- Willem van Roertmonde (Roermond, Limburg)
- Derck van Roertmonde (Roermond, Limburg)
- Grosen van Roderlo (Ruurlo, Gelderland)
- Steven van Roederloo (Ruerloo)
- Hendrick Ruest
- Conraet Schenke
- Steven (de) Splinter (zn van Splinter van Loenersloot?)
- Roelef van Steenholt (Steenderen, Gelderland)
- Conraet (Cornelis) van Steenwijck (Steenwijk, Overijssel)
- Evert van Sutendorp
- Suete (+ 2 zoons) van Sulfwolde (Silvolde, Gelderland)
- Lulof van Sulfwolde (Silvolde, Gelderland zn v. Suete?)
- Lindelof van Sulfwolde (Silvolde, Gelderland zn v. Suete?)
- Geert (Gerard) Tacke (Taeke)
- Godeke Tange (Tenge, Westfalen)
- Willem Tange (Tenge, Westfalen)
- Simon van Teylinge(n) (Teilingen Zuid Holland of Teijlingen Westfalen)
- Dirk van Tingede (Dingstede, Overijssel)
- Thibolt (Thibout) van Tije (Thije) (Thij, Overijssel)
- Claes (Klaas) van den (der) Toren(e) (Gelderse Toren of Doorn)
- Ludger van Ullenkote (Ulekotte bij Oldenzaal, Overijssel)
- Rutger van Ulsen (Ulsen, Westfalen)
- Evert van Ulft (Ulft, Gelderland)
- Rolef van Uphente (Uffelte, Drenthe?)
- Wolter over de Vechte (Overijssel?)
- Hendrick (Henrik) van Vledering(e) (Vleddinge) (Vleddringhe bij Meppel)
- Sweer (Zweder) (Zwier) van Vlieten, Vliedt (Vleuten, Utrecht)
- Harmen (Herman) van Voorst (Voorst, Overijssel)
- Theodoor van Vorchten
- Gozewijn van Wantfoort
- Gosen van Watervorde (Vorden, Gelderland?)
- Hartger van Weerselo (Weerselo, Overijssel)
- Dirck van Witzade? (Withage of Wiesede)
- Harmen (Herman) van Woerden (Woerden)
- Derck van Wrochten (Vorchten, Gelderland)
- Andrees (Andries) van Wullen (Wüllen, Westfalen)
- Goedert van Wijck (Wijk, Overijssel of Drenthe)
- Jordan (Jordean) van Wije (Wijhe) (Wijhe, Overijssel)
- Henrick van Zallant (Salland) (Salland, Overijssel)
- Arent van Zallant (Salland) (Salland, Overijssel)
Bron: archief gemeente Coevorden 1923-1997, dossier: -1.853.3 Monumenten in Coevorden 1960-1985, inventarisnummer 2933