De Permanente Oranje Commissie schreef in een brief van 18 augustus 1922 aan de burgemeester Gautier om de verdiensten van de held van Coevorden, Meindert van der Thijnen, te eren.
Hierin schreven zij dat deze eenvoudige Coevorder schoolmeester blijk had gegeven van militair genie en dapperheid, die recht geven op een blijvend gedenkteken. Dit als lichtend voorbeeld van trouw en vaderlandsliefde voor het nageslacht.
Waar Meindert van der Thijnen ongeveer de enige Drentse heldenfiguur is, in elk geval zeker de grootste en het feit van Coevordens ontzet van ontzaglijke uitwerking is geweest op de geest der Nederlandse bevolking in die dagen, meenden zij dat dit monument niet alleen iets plaatselijks moet blijven, doch uit behoort te gaan van geheel Drenthe.
Daartoe werd een Comité tot “Stichting van het Meindert van der Thijnen Monument” opgericht waarvan Zijne Excellentie Mr. J. Linthorst Homan, Commissaris der Koningin in deze provincie het voorzitterschap had aanvaard.
Dit Comité sprak later haar dank uit aan het gemeentebestuur voor de ruime en doeltreffende medewerking bij de plechtigheid van de eerste steenlegging van het Meindert van der Thijnenmonument door Hare Majesteit de Koningin op 6 juni 1924.
Het monument werd gemaakt door beeldhouwer August F.H. Falise en werd geplaatst in het van Heutszpark.