- Krijgsverrichtingen tegen Atjeh van 1874, 1875, 1876, 1880, 1881, 1889, 1890, 1891, en 1896 tot en met 1903.
- Bij Koninklijk Besluit van 12-11-1875 nummer 18 benoemd tot Ridder der 4e klasse van de Militaire Willems Orde als hebbende zich onderscheiden bij de krijgsverrichtingen te Atjeh en wel bijzonder gedurende het tijdvak tussen medio augustus 1874 en ultimo februari 1875.
- Atjeh Medaille 1873-1874.
- Ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven-Atjeh 1873-1876,1873-1896,1896-1900 en 1901-1905.
- 29 november 1887 het onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier toegekend.
- 8 februari 1890 bij het terugtrekken uit een stelling bij inlandse benting Kota Raija (Iman Tjadee) in Atjeh gewond door een schot in de bovenarm en de linkerborst.
- Bij Koninklijk Besluit van 26 juni 1890 nummer 27 toegekend de Eresabel met opschrift “Koning Willem III” voor betoonde dapperheid terzake zijne verrichtingen bij ontmoetingen met de vijand in Atjeh gedurende het tijdvak van 12 februari 1889 tot 1 april 1890.
- Heeft tot het 3e Bataljon Infanterie behoord tijdens door dit korps of door het gedeelte waarbij hij was geplaatst, de wapenfeiten zijn verricht waarvoor het vaandel met het Ereteken van de Militaire Willems Orde is gedecoreerd.
- Bij Koninklijk Besluit van 24 mei 1897 nummer 59 bevorderd tot Ridder der 3e Klasse van de Militaire Willems Orde, als hebbende zich onderscheiden bij de krijgsverrichtingen tegen Atjeh in de maanden maart tot en met november 1896.
- Bij Koninklijk Besluit van 10 januari 1899 nummer 32 bevorderd tot Commandeur van de Militaire Willems Orde, ter zake van de uitstekende diensten door hem bewezen bij de voorbereiding in de Pedir-streek en verder Noord- en Oostkust van Atjeh in 1898.
- Bij Koninklijk Besluit van 29 augustus 1899 nummer 11 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
- Bij Koninklijk Besluit van 14 maart 1904 nummer 12 bevorderd tot Grootkruis in de Militaire Willemsorde als bewijs van tevredenheid over de wijze waarop hij sedert 25 maart 1898 zich heeft gekweten van de zware taak van Civiel- en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden en voor het beleid, de moed en trouw door hem in die betrekking aan de dag gelegd.
- Benoemd tot Grootkruis der Orde van de Roode Adelaar van Pruisen in 1905.
- Bij Koninklijk Besluit van 28 augustus 1907 nummer 23 bevorderd tot commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
- Bij Koninklijk Besluit van 4 november 1909 nummer 38 bevorderd tot Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Inhoud Generaal J.B. van Heutsz
J.B. van Heutsz
Dit artikel uit het gemeentearchief van de gemeente Coevorden wordt u ter informatie aangeboden.
De laatste jaren is J. B. van Heutsz onderwerp van maatschappelijke discussies over de Nederlandse betrokkenheid bij het slavernijverleden of het handelen in haar voormalige koloniën.
Onder andere op Historiek.net en Anderetijden.nl kunt u daarover meer lezen.