Tijdens de bevrijding op 7 en 8 april werden bij de luchtlandingsactie genaamd operatie Amherst, waarbij zo’n 700 Franse paratroepen werden gedropt in de driehoek Hooghalen, Spier en Westerbork. Zij hadden opdracht om in het opmarsgebied verwarring te stichten en belangrijke infrastructurele werken, zoals kruisingen en bruggen, veilig te stellen.
Omdat zij zeer wijd verspreid over het gebied terecht kwamen en bovendien de jeeps niet konden worden gedropt hadden zij grote moeite om zich met elkaar in verbinding te stellen. Er waren ook Poolse troepen en tanks actief in de omgeving.
Een Franse patrouille die bij Schoonoord was aangekomen hoorde van inwoners dat er drie Franse para’s en twee Poolse tanksoldaten waren gesneuveld en waren ondergebracht in het opbaarhuisje op de begraafplaats. Toen ze daar gingen kijken hadden ze veel moeite om ze te herkennen. Ze waren doorzeefd met kogels, met de voeten vastgebonden en meegesleurd door een auto. Na ze te hebben gewassen en gefouilleerd herkenden ze hun goede vrienden. Daar lagen: sergeant Judet, sergeant Le Bérrigaud en sergeant Legras. Zij sneuvelden in Wezuperbrug.
Ook waren daar 2 gesneuvelde Poolse tanksoldaten (Jozef Turkowiak en Stefan Kosztubajda) die in die omgeving waren gedood door kogels maar zij waren niet mishandeld.
Nadat zij hun vrienden met hulp van inwoners uit Schoonoord hadden begraven gingen zij weer verder met de bevrijdingsacties.
Bron: ooggetuigenverslag Guy Le Citol, SAS Regiment de Chasseurs Parachutistes