Bliede da’j der bint, dat zeggen de Dalenaren ter begroeting van hun gasten. Dalen was tot 1998 een zelfstandige gemeente. De gemeente was ongeveer 6.800 hectare groot en bestond uit de dorpen Dalen, Dalerpeel, Dalerveen, Nieuwlande, Stieltjeskanaal en Wachtum. Het aantal inwoners bedroeg toen ongeveer 5.500.
De naam Dalen
In 1225 komt de naam Dalen voor het eerst voor in een lijst van opbrengsten aan het kapittel van de Dom in Utrecht. De oudste officiële oorkondes, waarin de naam Dalen werd vermeld, dateren uit 1276. Deze oude documenten waren de aanleiding voor de viering van het 700-jarig bestaan van Dalen in 1976. Ook is er een boekwerk uitgebracht onder de titel ‘700 jaar Dalen’ door historicus H.D. Minderhoud.
Rustig dorp
Dalen was over het algemeen een rustig dorp. Zo nu en dan werd de rust verstoord wanneer soldaten het dorp naderden, zoals in de Spaanse oorlog en tijdens de inval van de Munsterse troepen. En in 1276 moest Hindricus van Borculo, burggraaf van Coevorden, uitspraak doen in een geschil tussen het klooster van Assen en de ingezetenen van Dalen.
Plunderende Fransen
Ook in het begin van de 19e. eeuw was het erg onrustig. Dalen lag dicht bij de vesting Coevorden en dat zorgde ervoor dat de Dalenaren nogal eens bij de strijd werden betrokken. De vesting Coevorden was zelf een van de laatste bolwerken, die op de Fransen werden heroverd en dat hebben de inwoners van Dalen geweten. Omdat alle toevoer naar Coevorden was afgesloten, bleef er voor de Fransen niets anders over dan uitvallen te doen, te stropen en te plunderen. Dalen is vaak slachtoffer geweest van deze stroop- en plundertochten en heeft veel te lijden gehad van het oorlogsgeweld in die tijd. In 1816, vlak na de Franse tijd, dreigde het vuur Dalen met de grond gelijk te maken. Een zware brand verwoeste een molen, 7 woonhuizen en 12 schuren.