Biesbruggen hebben een grote rol gespeeld in de geschiedenis van Coevorden.
Een vestingstad werd altijd als onoverwinnelijk geacht vanwege de omliggende grachten, wallen en overlappende schootsvelden.
Een vesting kon in de winter kwetsbaar zijn omdat door vorst de gracht kon dichtvriezen en daardoor eventuele vijanden de vesting over het ijs konden belegeren.
Soldaten van de vestinggarnizoenen hadden dan ook als extra taak om in de winter met ijsbijlen en ijshaken een bevroren gracht steeds open te hakken.
Om dan bij een belegering toch nog over het open gehakte ijs te kunnen infiltreren werden er biesbruggen gebruikt om toch de overkant te kunnen bereiken en in de vesting te kunnen komen.
Een biesbrug is een eenvoudige vorm van een geregen uitrolbare brug, gevlochten van gesplitste braamranken, gras, hooi (‘biezen’) of wilgentenen.
Zo zijn deze ook als list bedacht en gebruikt door Mijndert van der Thijnen (!) en de legers van Carl Rabenhaupt die in 1672 vanuit Groningen de vesting Coevorden kwamen bevrijden van de bisschop van Munster, Bommen Berend.
Op het monument in het van Heutszpark kun je duidelijk zien dat Meindert van der Thijnen een losgeraakte biezenbrug vlug repareert tijdens de belegering en het ontzet van Coevorden.
Ook is er in Coevorden een straat genoemd naar de biezen bruggen, de Biezenbrugstraat.