Uit het gemeentearchief
Om een juist beeld te kunnen krijgen over hetgeen in het jaar 1945 te Coevorden is voorgevallen, zullen we terug moeten gaan tot oktober 1944. In deze maand kwamen hier diverse Duitse troepenonderdelen, welke van Arnhem hierheen waren gevlucht. In de Rijks Hogere Burgerschool R.H.B.S. en de Vakschool voor Meisjes werd onder andere het Kriegslazarett ondergebracht. Het aantal meegebrachte gewonden werd geschat op een paar honderd.
Een afdeling “flinke” hollanders van de Nationalsozialistische Kraftfahrkorps N.S.K.K. werd ondergebracht in de Paul Krügerschool. Een Funkstelle met zendinstallatie kwam ongeveer in november in de villa van de heer De Muinck Keizer in het Park. Deze Funkstelle was reeds van Eindhoven naar Arnhem overgeplaatst en vandaar weer verdreven naar Coevorden. Tevens werd de oude vesting voorzien van een Ortskommandantur.
Het gevolg van dit alles was natuurlijk, dat er veel woningen werden gevorderd. Deze troepenverplaatsingen brachten natuurlijk veel leven in de brouwerij. Veelvuldig werd dan ook gebruik gemaakt van de Deutsche Eisenbahn. Dit gaf in oktober 1944 de ondergrondse beweging aanleiding om een spoorbrug in de onmiddellijke omgeving van Coevorden gelegen onklaar te maken. Dit is echter jammerlijk mislukt, hoewel de lading welke daaronder aangebracht was, zwaar genoeg was om een bevredigend resultaat te krijgen.
Doch onze bondgenoten zaten niet stil. Achtereenvolgens kwamen zij onze plaats bezoeken met de volgende resultaten:
Vrijdag 16 februari 1945 om 13.35 uur: 6 bommen geworpen door een aanvliegende bommenwerper in een stuk weiland, nabij de Esschenbruggerdijk, geen doden.
Donderdag 22 februari 1945 om ongeveer 13.10 uur: ongeveer 35 bommen geworpen, met inbegrip van enkele blindgangers op de spoorlijnen naar Duitsland en Zwolle. Een spoorbrug, een andere brug, dan die, welke door de ondergrondse was genomen, werd stuk gegooid, geen doden. Uitgevoerd door 12 bommenwerpers.
Zaterdag 24 februari 1945 om ongeveer 13.35 uur: Twee spoorwagons beschoten nabij het station te Coevorden, geen doden.
Zaterdag 24 maart 1945 om ongeveer 18.00 uur: Een wagen, bespannen met een paard, eigendom van dhr. Mûller alhier, beschoten in de omgeving van de Openbare Lagere School te Vlieghuis, gemeente Coevorden, 2 doden en 1 paard. Dezelfde dag ook nog een wagen met paard beschoten van de heer H. Assen te Stieltjeskanaal, 1 paard gedood.
Woensdag 28 maart 1945 om ongeveer 11.00 uur: Bombardement van het spoorwegmaterieel door 8 éénmotorige jagers, Thunderbolts. Uitgeworpen werden 16 bommen, waarvan 2 blindgangers. Enkele gewonden, en vermoedelijk 1 dode (Duitser). Enkele woonhuizen aan de Looweg, gelegen aan de spoorweg, werden zwaar beschadigd, waarvan er 1 moest worden afgebroken.
Dinsdag 3 en woensdag 4 april 1945: Beide avonden omstreeks 19.00 uur, zijn in de kom van de gemeente Coevorden, (Markt, Weeshuisstraat, Kasteel, Gramsbergerstraat, Esschenbruggerdijk, Looweg, M. v.d. Thijnensingel en Burg. van der Lelysingel) diverse aanvallen door laagvliegende geallieerde jagers gedaan, waarbij verscheidene wagens van de Duitsers vernietigd werden.
De Landwacht
De strocartonfabriek, welke was omgedoopt in een “Generatorholzfabrik”, werd reeds op 21 februari 1944 van een groot aantal explosieve eieren voorzien. De grootste schrik van de inwoners van Coevorden was echter de Landwacht, welke onder de “deskundige leiding” van haar Commandant Weimar de gehele omgeving onveilig maakte, veelal in samenwerking met de Sicherheits Dienst S.D. te Dalen en de Schutzstaffel S.S. te Hollandscheveld. De voornaamste persoonlijkheden uit de illegale beweging werden gearresteerd door de Landwacht. De eerste slachtoffers welke op 9 januari 1945 gearresteerd werden, waren de heren W. Mantel, directeur van de Rijks Hogere Burgerschool R.H.B.S. en H. Koning, boekhouder van de Centrale Handelsmaatschappij, beiden te Coevorden. Daar er nu een draad was gevonden van de door de Landwacht verachte en door de Duitse veelal respect afdwingende beweging, was het te verwachten, dat er meer arrestaties zouden volgen. En inderdaad werd er de volgende dagen en nachten verwoed gejaagd. Wapens werden gevonden bij de heer A. Hartemink, landbouwer te Nieuwe Krim en bij zijn vader op de Hooge Hare, beiden gemeente Dalen, en bij de heer P. Tijsma, landbouwer te Klooster, gemeente Coevorden. Tijsma wist te ontkomen, doch A. Hartemink en zijn broer Bernard die bij zijn vader woonde op de Hooge Hare, alsmede de heer Mantel, werden op 8 maart 1945 te de Woeste Hoeve gefusilleerd.
De kassier van het Distributiekantoor, de heer J. Frowijn, werd op 6 januari 1945 gearresteerd. Ook hij keerde, evenals de heer Koning, niet weer uit Duitsland, waar zij werden heengevoerd. Verder werden nog tal van arrestaties uitgevoerd in Coevorden en Nieuwe Krim (gemeente Coevorden en Dalen). Deze arrestanten zijn voor het grootste gedeelte nog tijdens de bezetting uit hun gevangenschap teruggekeerd. De Sicherheitsdienst maakte zich verdienstelijk door bezoeken te brengen aan bioscopen. De vrouwen moesten de zaal eerst verlaten, waarna de mannen werden gecontroleerd. Veelal moesten deze slachtoffers zich de volgende morgen melden op hun “hoofdkwartier” te Dalen.
Op de eerste paasdag begonnen de inmiddels gearriveerde leden van de Operation Todt O.T. de vordering van fietsen, wagens en paarden bij de boeren. Dinsdags daarna werd alles aangehouden op de toegangswegen naar Coevorden van Dalen en de Krim. Fietsen werden gevorderd en in de plaats daarvan kregen veel mannen een schop terug. Een schip met munitie en buskruit waar de Duitsers met smart op zaten te wachten, arriveerde enkele dagen na de bevrijding in Coevorden. Dit schip welke, zoals later bleek ongeveer 40 ton van dit gevaarlijke goed aan boord had, is op verzoek van enkele leden van de Royal Air Force R.A.F. gelost en gebracht in de loods van de Handelsmaatschappij “De Twee Provinciën”. Op 8 oktober is dit eindelijk weggehaald. In de Rijks Hogere Burgerschool H.B.S. was eveneens een grote voorraad aanwezig.
Omgekomen en begraven
In de gemeente Coevorden zijn 19 Duitse militairen begraven, waarvan het volgende bekend is: 2 omgekomen door vliegtuigbeschietingen in de Krim en Erm, 1 door zelfmoord, 5 gesneuveld op 5 april 1945, bij de bevrijding van Coevorden, 3 die in de toren van de Nederlands Hervormde kerk zaten en 2 op de Esschenbruggerdijk, 6 overleden in het Kriegslazarett in de Rijks Hogere Burgerschool R.H.B.S. en 5 in het Kriegslazarett in de Vakschool,voor Meisjes. Een schip met machineriën, welke door de Duitsers uit de Philipsfabrieken waren gestolen, later gelost en opgeslagen in het gebouw van de Oostelijke Pluimvee Centrale. De namen van de twee Canadezen, die bij de bevrijding van Coevorden zijn gesneuveld en later door hun vroegere strijdmakkers weer opgegraven en overgebracht zijn naar een andere begraafplaats zijn: Corporal Marvin Brampton en Private Montgomery Cliff van het Lake Superior Regiment. Deze militairen zijn op 6 april 1945 begraven op de Algemene Begraafplaats te Coevorden onder leiding van Chaplain J.R. Leng.
Franse parachutisten en Canadezen
Enkele dagen na de bevrijding van Coevorden werden hier gelegerd de Franse Parachutisten, die in de buurt van Hooghalen waren gesprongen. Dezen werden ondergebracht in de R.H.B.S. Zij voerden met zich mee het lijk van hun commandant Jean Solomon Simon, 3 E.M.L. Regiment 1e. chasseurs parachutistes, die op 11 april 1945 te Spier was gesneuveld.
De Canadezen kwamen vanuit de richting Emlichheim, Kreis Bentheim. Op 6 april 1945 konden zij over een baileybrug Coevorden binnentrekken. Dezelfde nacht echter probeerden de Duitsers nog één en ander te vernietigen. Er werd een kort artilleriegevecht geleverd, waarbij de Canadezen een cordon van tanks en bren-carriers rondom Coevorden trokken. Het was slechts een kort gevecht. Waarschijnlijk wilden de Duitsers de Canadezen even laten zien, dat zij hun ogen niet dicht durfden te doen. Bij de gevechten zijn de volgende gebouwen opgebrand: 3 boerderijen nabij de Duitse grens, 1 brugwachterswoning aan de Schoonebeekerweg, nu Nordhornerstraat, 1 huis aan de Melkkade en de turfstrooiselfabriek van Fa. Minke. Al zeer spoedig werden de N.S.B.-ers en meer van dat gebroed door de B.S. gearresteerd. De mannen werden overgebracht naar het St. Antoniusgebouw, waarin ook al “Lünenburgers” waren geweest en de vrouwen en kinderen in de Paul Krugerschool en Parkschool.
Lünenburgers
Begin mei 1945 werden deze gevangenen via het voormalig Arbeidsdienstkamp te Zweeloo overgebracht naar Westerbork. Om een beeld te krijgen hoeveel “Lünenburgers” naar Coevorden gevlucht waren, kan men afleiden uit het feit, dat er van deze 350 te Coevorden gearresteerd zijn kunnen worden. Van de inwoners van Coevorden, die verdacht werden van lidmaatschap der N.S.B. of anderszins, zaten er 293 vast. Eind Mei waren alle arrestanten overgebracht naar Westerbork of Zweeloo. De kinderen werden overgenomen door de Jeugdzorg, welke ongeveer maart 1946 werd overgeplaatst naar Vledder. De data van aankomst en vertrek van de latere Canadese onderdelen zijn ons onbekend. Een tankregiment van de Engelsen is ook nog enige tijd in Coevorden gelegerd geweest.
Inhoud Coevorden in de Tweede Wereldoorlog
- 10 mei 1940, het begin van de oorlog
- Onze gevallen soldaten uit Coevorden
- Data belangrijke gebeurtenissen 1940-1945
- Spionage rond Coevorden tijdens de Tweede Wereldoorlog
- De luchtoorlog in en om Coevorden
- Het Duitse verzet en de aanslag op Hitler
- Overval op het Distributiekantoor te Coevorden
- De gevolgen voor de Coevorder Joodse gemeenschap
- Beschrijving van het oorlogsjaar 1945 in Coevorden
- De bevrijding van Coevorden op 5 en 6 april 1945
- De bevrijding verteld door Ab Meijerink, Coevordenaar van “over de brug”
- De inzet van het Rode Kruis in de oorlogsjaren in Coevorden door C. Ponsen uit Laren
- Mensen in het verzet