De Coöperatieve Aardappelmeelfabriek “De Centrale” aan de Gramsbergerstraat 75 werd in 1909 opgericht. In het hotel van Wely werd namens het bestuur de bouw van de aardappelmeelfabriek met meelloods, turfloods, beschoeiing, grond- en annexe werken op een vrij terrein in Coevorden aanbesteed naar ontwerp van Architectenbureau Wierenga en Co uit Coevorden. Ook werden er arbeiders- en directiewoningen in de directe omgeving gebouwd. Tussen 1909-1950 werkten er gemiddeld ongeveer 120 seizoen- en vaste arbeiders die in 3-ploegendiensten werkten.
Aardappelcampagnes
Sindsdien was er altijd tijdens aardappelcampagnes een komen en gaan van schepen afgeladen met aardappelen. Aardappelen werden in de fabriek bewerkt tot aardappelzetmeel. De vervening in de Veenkoloniën van Groningen, Drenthe en Overijssel vond op grote schaal plaats. Dat had als gevolg dat er op steeds grotere schaal aardappelen op de afgegraven veengronden konden worden verbouwd. Daardoor werden de aardappelmeelfabrieken steeds rendabeler. De productie en werkverschaffing was echter erg afhankelijk van de aardappelcampagnes die liepen van september tot de kerst. Aan het eind van de campagne kon het zijn dat er zo’n 544.037 hectoliter aardappelen werden vermalen en in een topjaar zelfs 770.000 hectoliter. Tientallen losse arbeidskrachten werden dan ook na de campagne weer ontslagen.
Bombardement
Op 21 februari 1944 werd de fabriek getroffen door een bombardement. 50 tot 60 brisantbommen uit Geallieerde bommenwerpers vielen naar beneden. De Houtgasgeneratorfabriek aan de overkant kreeg twee voltreffers en was totaal verwoest. Wiecher Pool, Hendrik Lok en Klaas van der Weide kwamen hier om. De N.V. Handelsmaatschappij “de Twee Provinciën” werd getroffen waarbij de boekhouder Willem ten Vlieghuis omkwam. De garage van garagehouder Juurlink, de timmerwerkplaats van de aannemer Noord en de Duitse spoorbaan kregen ook treffers. De Centrale Aardappelmeelfabriek kreeg een voltreffer aan de voorgevel maar het grootste gedeelte van de fabriek was blijven staan. Stoker-machinist Harm Baas, smid-bankwerker Jacob Drent en fabrieksarbeider Gerrit Reins van de Aardappelmeelfabriek kwamen hierbij om het leven. Verder waren er negen gewonden, van wie twee zwaar. In de stad was er veel glasschade door gesprongen ruiten.
In de oorlog werden arbeiders die tewerkgesteld waren in Duitsland en die weer terugkwamen, eerst in de aardappelmeelfabriek gezuiverd. Dat hield in dat zij zich moesten uitkleden, een bad kregen en de kleding en bagage werden gestoomd. Hierna kregen zij via het Rode Kruis een bewijsbriefje en een slaapplaats toegewezen in één van de scholen.
Na de oorlog werd de fabriek aan de voorzijde herbouwd met een werkplaats, ketelhuis, waslokaal, kantoorruimten en magazijnruimten. Later ook in 1953 werd de fabriek gedeeltelijk uitgebreid en verbouwd.
Gedenksteen
Het bestuur, directie en personeel van de Centrale Coöperatieve Aardappelmeelfabriek Coevorden hebben op zaterdag 14 september 1946 in vertegenwoordiging van het college van burgemeester en wethouders een gedenksteen onthuld. Dit ter nagedachtenis aan de arbeiders die op 21 februari 1944 omgekomen waren bij het bombardement op de fabriek. De gedenksteen werd geplaatst in de gevel van het ketelhuis ongeveer op de plaats waar de slachtoffers gevallen waren.
Sluiting
Vanwege afvalwater in het kanaal en in de achtergelegen vloeivelden met de rottende eiwitten in het bezinkende slib, was er vaak een doordringende stank in Coevorden en omgeving waar te nemen waaraan lang niet iedereen wende. Vanwege ernstig vervuild water uit het kanaal Coevorden-Almelo heeft de fabriek in 1959 noodgedwongen moeten sluiten. Vijftig mensen werden ontslagen. Vijftien andere aardappelmeelfabrieken in Groningen hadden de aanvoer van de aardappelen overgenomen. De fabriek fuseerde in 1964 met de Coöperatieve Aardappelmeelfabriek “Excelsior” in Nieuw-Amsterdam en werd uiteindelijk gesloten in datzelfde jaar. Arbeiders die al meer dan 40 jaren bij deze fabriek werkten, werden ontslagen en de binnenscheepvaart in Coevorden kwam tijdens aardappelcampagnes stil te liggen. De economische gevolgen voor de middenstand in Coevorden waren groot. Na de sluiting in 1964 werd de fabriek verkocht en was het later in gebruik als opslagmagazijn.
De fabriek raakte in verval en rond 2010 werd de fabriek gedeeltelijk gesloopt met uitzondering van de voorgevel. Op dit moment is dat gedeelte van de oorspronkelijk fabriek nog te zien maar is het nog niet duidelijk wat er uiteindelijk mee gaat gebeuren.
Bronnen: H.D. Minderhoud, Stap voor stap door Coevorden
Gemeentearchief Coevorden