Lezing K. Eissies-Timmerman, gehouden in Coevorden tijdens uitreiking van de Picardtprent
Mij is gevraagd een bijdrage te willen leveren aan deze bijeenkomst, met als thema “Vrouw in Drenthe, Nederland, Europa”
Er zijn verschillende invalshoeken om dit onderwerp aan de orde te stellen.
Gezien de toegemeten tijd vraagt dit brede thema om een prioriteitstelling.
Vanuit de functie die ik een aantal jaren heb vervuld als lid van de Emancipatie Raad zal het begrijpelijk zijn dat deze bijdrage vanuit de emancipatoire bril is bekeken en opgezet.
Twintig jaar geleden zou het ondenkbaar en onmogelijk zijn geweest om over de positie van vrouwen in Drenthe, Nederland of Europa te praten, laat staan dat dit aan een vrouw gevraagd zou worden.
Geschiedschrijving over gewone vrouwen in Drenthe, Nederland en Europa bestond nauwelijks, en het was ook niet aan vrouwen voorbehouden de eigen positie in kaart te brengen en daar een toekomstvisie aan te verbinden.
Vrouwen kwamen niet of nauwelijks voor op maatschappelijke en politieke posten.

Bewust geworden door het emancipatie proces, willen de vrouwen van nu hun aandeel in de geschiedenis aangetoond zien.
Zij leveren daar zelf een grote bijdrage aan, vanuit een eigen gekozen perspectief.
Vrouwengeschiedenis staat de laatste jaren sterk in de belangstelling.
En we zijn inmiddels zo ver gevorderd dat in 1990 vrouwengeschiedenis voor het eerst examenonderwerp wordt voor het middelbaar onderwijs.
Docenten geschiedenis kunnen zo langzamerhand putten uit een grote hoeveelheid historisch materiaal.
Alleen al de laatste weken zijn er twee boeken verschenen:
“Vrouwen van het land, anderhalve eeuw plattelandsvrouwen in Nederland”, een zesde deel in de reeks “een tipje van de sluier” van de Vereniging Landelijk Overleg Vrouwengeschiedenis , evenals de map “Vrouwluu!”, geschiedenis van vrouwen in Drenthe.
Deze is tot stand gebracht door het Drents Vrouwenburo, Telewinkel en de Sub Faculteit Hedendaagse geschiedenis van de Rijks Universiteit te Groningen.
Voor de Drentse situatie is het van te bezien welke terreinen er nog braak liggen, en dan denk ik met name aan de geschiedenis van vrouwen dicht bij huis, aan de vrouw in Drenthe, te meer omdat vrouwen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van het Drentse land.
Van de Drentse vrouw is volgens mij geen sprake. Vrouwen leefden op het platteland, op het veen in de iets grotere kernen. Er was een verschil in welstand, opleiding en inzicht. Om inzicht te krijgen in het veranderd denken over huwelijk, moederschap, economische zelfstandigheid en dergelijke is het nodig kennis te hebben van het wonen, werken, zorgen, ontspannen van vrouwen in het recente verleden.
En dit geldt ook voor de positie van vrouwen in Drenthe.
Temeer nu vrouwengeschiedenis examenonderwerp wordt in het middelbaar onderwijs dienen de witte vlekken in de vrouwengeschiedenis van Drenthe onderzocht en opgevuld te worden. Drenthe mag en kan daar niet in achterblijven.
Spreuken en gezegdes
Het kan ook de beeldvorming die ontstaan zou kunnen zijn door oude gezegdes, spreuken en spreekwoorden iets bijstellen.
Wanneer we ons daar in verdiepen komen we tot de ontdekking dat vrouwen niet altijd even vriendelijk en beminnelijk behandeld worden.
U kent ze ongetwijfeld, maar ik wil er toch een paar noemen:
Vrouwluu en moes,
Heurt in hoes,
Kerels en kat,
Heurt bee ’t pad.
“Alles mit maot”, zeer de snieder, en hie sluug zien vrouw mit de ellestok”.
Een old wief en een olde koe,
Bint nuttig tot an ’t ende toe.
In dit huus geet gehiel verdreeid,
As het haantie zweg en ’t hennegien kreeit.
Of dizze:
Krimpende winden en Ruinerwoldse vrouwen,
Bint niet te vertrouwen.
We weten dat dergelijke spreuken en gezegdes, ook wel diggels genoemd, meestal in een ontspannen situatie ten berde gebracht werden, maar toch ……………..
Zoals ik al zei was het vrouwen niet echt gegund om over de positie van vrouwen te praten.
Meester J. Linthorst Homan
Wel nodigden in die tijd de vrouwen de mannen uit lezingen te houden op jaarvergaderingen en toogdagen.
Een voorbeeld daarvan is een zomerconferentie op 21 augustus 1926 van 1400 Drentse leden van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen in Rolde, waar Meester. J. Linthorst Homan een lezing hield over “de Drentsche vrouw “.
De heer Linthorst Homan gaf een historisch overzicht, waarbij hij tevens aandacht besteedde aan de arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen.
Deze was volgens hem van grote invloed op het karakter van de vrouw.
Het gaat denk ik niet te ver om te zeggen, al hoezeer Linthorst Homan vrouwen zeer hoog achtte, en hen tot veel in staat stelde, dat er uit de lezing iets te bespeuren valt van een algemeen geldend mannelijk denkbeeld van vrouwen in die tijd.
Linthorst Homan achtte vrouwen hoog.
Hij vond ze verstandig, nuchter, praktisch, en achtte hen tot veel in staat.
Daarom verwachtte hij van vrouwen dat ze een bijdrage zouden leveren aan de heropbouw van de mislukte mannenwereld.
Ik citeer: “En bij alles het warme vrouwenhart, dat spreekt en dat helpt de mislukte mannenwereld te herbouwen in welgefundeerd taakbesef”1.
Het gezin werd in toenemende mate beschouwd als een rustpunt.
Om aan te geven hoe schoon Linthorst Homan dat verwoordde citeer ik opnieuw:
“Laat zij de dahlia en de stokroos in het eigen tuintje verzorgen, voordat zij zich tot het gemeenschaps bloembed wendt”1.

Emancipatie
Deze tijd ligt achter ons en het beeld wat ik hier te voren schetste, heeft sterk aan kracht ingeboet, alhoewel de in het verleden vastgelegde rolpatronen zijn sporen doortrekt naar de hedendaagse tijd.
Ik heb mij laten vertellen dat de sociologie 63 definities kent van emancipatie.
Een aantal daarvan spreken mij aan, en twee daarvan wil ik noemen, en lijken mij voor de tijd waarin wij leven bruikbaar en reëel.
De eerste definitie die ik noem is de volgende:
De mogelijkheid van vrije keuze in de ruimste zin van het woord, keuzevrijheid voor wat betreft leren van een vak, het volgen van onderwijs, het meewerken op het bedrijf, het zelfstandig willen zijn.
Een tweede definitie van het woord emancipatie is:
Ruimte geven aan je zelf, maar ook aan die van anderen.
Deze definitie spreekt mij aan omdat emancipatie snel in verband wordt gebracht met egoïsme, eigen ik en wat al niet meer.
Terwijl deze definitie juist laat zien dat mensen verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf , en verantwoordelijkheid dragen voor anderen.
Die verantwoordelijkheid kun je persoonlijk dragen, maar ook en nog veel meer in functies die worden uitgeoefend op politiek en maatschappelijk niveau.
Een bestuur van een provincie van een gemeente kan veel doen om de kansen en de keuzes voor mensen te beïnvloeden en te vergroten, zodat het leven van mensen meer een mengsel kan zijn van kansen en keuze.
Gemeenten kunnen bijvoorbeeld middels beleidsmaatregelen voorwaarden scheppen, ontwikkelingen stimuleren en belemmeringen wegnemen.
Deze woorden heb ik niet zelf bedacht, maar is een citaat uit de veelomvattende en brede emancipatienota van de gemeente Havelte.
Middels deze nota wil de gemeente Havelte meewerken aan een mentaliteitsverandering ten aanzien van de emancipatie van vrouwen en ik citeer de gemeente Havelte waar zij zegt:
“Doel van het emancipatie proces is een samenleving te bereiken waaraan mannen en vrouwen gelijkwaardig kunnen deelnemen en waarin ze gelijke rechten, plichten, kansen op ontplooiing hebben”.
Met deze nota laat de gemeente Havelte weten dat ze zich verantwoordelijk voelt dit gehele proces, want emancipatie is, een proces van verandering en groei.
Dinges
Ik weet vanuit eigen ervaring, dat er voor wat betreft mentaliteitsverandering door mensen zelf, veel rond de keukentafel geregeld moet worden.
Toch lijkt het mij onredelijk en onrechtvaardig wanneer het aan de mensen zelf en alleen wordt overgelaten, ook al weet ik dat die gedachte post heeft gevat bij verschillende mannen en vrouwen.
Mijns inziens wordt dan voorbijgegaan aan het feit dat de structuur van onze samenleving jaren lang gebaseerd is geweest op een zeer vaststaand rollenpatroon.
En laten we eerlijk zijn, dat is ook niet weg te denken, niet bij ouderen, maar ook niet bij jongeren en kinderen. Ik weet niet of u wel eens kijkt naar het programma “Dinges”, dinsdagavond op de televisie.
Hoofdrolspelers in dit programma zijn kinderen van de basisschool die een woord moeten omschrijven, zonder het woord zelf te noemen. Van een forum, bestaande uit bekende Nederlanders, wordt gevraagd het woord te raden.
Het is verrassend aan de ene kant hoe creatief kinderen met woorden spelen, terwijl dit programma ook laat zien welk beeld kinderen hebben over bepaalde zaken zoals milieu, politiek, gezin, huwelijk en dergelijke.
Onlangs moest door een jongetje van 10 jaar het woord “vergadering” uitgelegd worden.
Het was ontluisterend wat hij zei, hij verwoorde het als volgt:
Ër zitten allemaal meneren om de tafel die praten en praten, soms praten ze hard, soms praten ze zacht tegen elkaar, ze zitten daar om half vier, om half vijf en om half zes, en ze gaan daar ook eten.”
De vrouw in Drenthe, Nederland, Europa
Pratend over dit onderwerp doen we ons te kort wanneer we niet even blijven stilstaan bij een belangrijke beroepsgroep.
De land- en tuinbouw is een belangrijke sector in Drenthe, Nederland en Europa.
De boerin is sinds jaar en dag een belangrijke spil in het geheel van de bedrijfsvoering.
Het is zelfs zo dat de kracht van hert gezinsbedrijf zoals we die nu kennen, voor een groot deel ligt in de flexibiliteit van de vrouw.
Inspringen wanneer het nodig is, terugtrekken wanneer het overbodig is.
Uit een onlangs gehouden onderzoek waarvan de resultaten zijn weergegeven in het blad “Oogst “ wordt dat bevestigd. Het aandeel van de meewerkende vrouw is voor veel land- en tuinbouwbedrijven van groot belang.
De overgrote meerderheid van de bedrijven die wij kennen vallen onder het begrip “gezinsbedrijven”.
Waar deze term vandaan komt kan niemand mij vertellen, maar het betekent dat leden van het gezin zich gezamenlijk inzetten in het bedrijf om aan een inkomen te komen, om gezamenlijk te zorgen dat er brood op de plank komt.
Vaak zijn dat de man en de vrouw samen, en soms werkt zoon of dochter mee.
Meestal gebeurt dit laatste in verband met het opvolgersschap.
Nog niet zo heel veel jaren gelden was het de normaalste zaak van de wereld dat er ingetrouwd werd.
Een automatisch gevolg daarvan was, dat er twee generaties werken op de bedrijven met vreemde arbeidskrachten.
Het was toendertijd voor vrouwen heel normaal dat je bij de schoonouders introk, je baan opgaf, moeder, huisvrouw en meewerkende vrouw werd.
Het kwam bij veel vrouwen van die generatie niet op iets anders te willen of te doen.
Het wonen, leven werken in die tijd gebeurde in grotere verbanden als tegenwoordig.
Wanneer ik naar mijn eigen jeugd kijk, herinner ik me dat mijn grootouders en oom, meid en losse arbeidskrachten, zich allemaal inzetten in dat ene bedrijf. Iedereen bemoeide zich met iedereen, en de overige familie woonde zelfs nog dicht in de buurt.
Deze situatie met zijn positieve, maar zeker met z’n negatieve kanten, ligt achter ons en is zoals het zich laat aanzien, voorgoed voorbij.
Uit recentelijk onderzoek is gebleken dat deze familiebedrijven zijn geslonken tot kleine gezinsbedrijven, en dat man en vrouw binnen het gezinsbedrijf vele uren maken om het bedrijf te laten draaien.
Het gemiddelde aantal uren ligt ongeveer rond de zeventig, waarbij de vrouw taken zowel voor als achter verricht.
Er heeft zich de laatste twintig jaar een snelle ontwikkeling voltrokken ronde de bedrijfsvoering, veel sneller dan de jaren te voren.
Toch denk ik dat we ons moeten realiseren dat de tijd niet stilstaat en dat bepaalde ontwikkelingen in de samenleving direct of indirect gevolgen zullen hebben voor het gezinsbedrijf.
Ontwikkelingen
Ik wil u een paar belangrijke ontwikkelingen noemen, die gevolgen kunnen hebben voor het wonen en leven en het werken in de bedrijven.
We hebben op dit moment 7.000 land- en tuinbouwbedrijven in Drenthe.
53% is ouder dan 50 jaar.
De prognoses zijn dat het aantal land- en tuinbouwbedrijven rond de 4.000 zal komen te liggen.
Ook merken we dat jonge boeren om de een of ander reden hun geboorteplaats verruilen met een boerderij elders in de Europese Economische Gemeenschap EEG. Denemarken en Portugal zijn voorbeelden van landen waar boeren zich gaan vestigen.
Ondanks de afname van het aantal land- en tuinbouwbedrijven stijgt het aantal bedrijven onder vrouwelijke leiding.
Het zijn er nu al meer dan 6.000.
Het onderwijs van meisjes en vrouwen neemt sterk toe, en de vanzelfsprekendheid dat het trouwen met een boer automatisch meewerken betekent, neemt af, een jonge boer die nog steeds denkt dat zijn aanstaande vrouw een zelfde leven zal leiden als zijn moeder, kan nog wel eens raar op de koffie komen. Ook de activiteiten van vrouwen binnen plattelandsvrouwenorganisaties, waar met name aandacht voor wordt gevraagd bij de regering voor hun positie of fiscaal-, sociaal- en juridisch gebied wint terrein.
Het is hun gelukt om een aantal belangrijke punten op de politieke agenda te krijgen, men probeert de voet tussen de deur te houden, en in gesprek te blijven over zaken zoals: voorlichting, onderwijs, maatschapvorming, Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, AAW en zwangerschaps-en bevallingsverlof.

Dat is niet alleen in Nederland het geval. Vrouwen vinden elkaar op Europees niveau in G.O.P.A en C.E.A. verband, en proberen de economische-, juridische-, en sociale situatie in alle landen van de gemeenschap dichter bij elkaar te brengen. Steeds worden er onderzoeken gedaan om te kijken hoeveel vooruitgang er wordt geboekt.
Vrouwenorganisaties spelen in op het magische jaartal 1992, waarin de Interne Europese markt voltooid zal zijn. Wat opvalt bij dergelijke ontwikkelingen is dat vrouwen niet alleen geïnteresseerd zijn in de economische kant van de zaak met betrekking tot 1992, maar dat men ook vooral de sociale aspecten en de emancipatoire verworvenheden niet op de tocht wil zetten, en zo nodig verbeteringen wil aanbrengen.
In zijn algemeenheid zal het wegvallen van de grenzen gevolgen hebben voor de economie en de culturen.
Het bedrijfsleven in het Noorden probeert daar nu al op in te spelen, en gaat fusies aan over de grenzen.
A.V.B. (aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven) is daar een voorbeeld van.
De plaats van de boerin, zowel binnen als buiten het bedrijf is een stuk ruimer geworden, en je hoeft dus ook niet meer raar op te kijken als er voor de telefoon wordt gevraagd aan de vrouw des huizes, is de baas er ook, zoals dat vaak gebeurt in Drenthe, er met opgewekte stem wordt gezegd, “daor praot ie mit”.
Met deze ontwikkelingen die mijns inziens niet tegen te houden valt, valt veel weg, maar er komt veel nieuws voor in de plaats.
Het is echter de kunst dat in een tempo te doen die aansluit bij het denken, doen en handelen van mensen.
Want het risico lopen van terrein verliezen in plaats terrein winnen is bij bovengenoemde ontwikkelingen blijvend aan de orde.
Drenthe van vroeger is het Drenthe van nu niet meer. We zijn opgesloten in de vaart der volkeren, ook al hebben mensen buiten Drenthe nog wel eens de neiging Drenthe te zien als een provincie van kleine en kneuterige bedrijven, waar mensen op een andere wijze met elkaar omgaan als in de rest van Nederland.
De Drent heeft vanuit zichzelf de neiging een wat afwachtende houding aan te nemen met veel ontwikkelingen die op hem of haar afkomen.
Toch mogen we constateren dat landbouw, onderwijsmethoden, consumptiegewoonten, recreatiepatronen zich hebben ontwikkeld in een tempo, die zeker niet achterligt bij de rest van Nederland.
Het aanpassingsvermogen en de gastvrijheid van de Drent is groot.
We hoeven alleen maar te kijken hoe Drenthe zichzelf presenteert als het gaat om de recreant, die in grote mate in Drenthe vertoeft.
Schuurdeuren worden wagenwijd opengezet om de burgerbevolking te laten zien welke de land- en tuinbouw, of te wel, hoe men leeft en werkt op het boeren- en tuindersbedrijf.
Evenzo geldt dit op de vele markten, die zomers worden gehouden.
Veel mensen, wonend in Drenthe, zijn actiever dan ooit met het uitdragen van de Drentse Taal en Cultuur, in het licht van de hedendaagse tijd.
De Drent toont daarmee aan, dat hij zijn eigen streektaal en streekcultuur respecteert en waardeert bij alle veranderingen en vernieuwingen die er plaats vinden.
Vrouwennetwerken
Terugkerend bij de Vrouw in Drenthe kunnen we niet voorbijgaan aan de brede vrouwennetwerken die er zijn ontstaan in Drenthe.
Grote steun krijgen de reeds lang bestaande vrouwenorganisaties van het Drents Vrouwenburo, Drentse Vrouwenraad en het buro Vrouw en Werk.
Het werk wat er in deze organisatie gebeurt heeft een groot uitstralingseffect en bereikt heel veel vrouwen.
Dat de organisaties een belangrijke leerschool zijn is gebleken uit een onderzoek dat in opdracht van het Centrum voor Ingebonden vorming is uit gevoerd.
Dit landelijk centrum heeft gemeend een onderzoek in te moeten stellen naar de omvang van het werk in vrouwenorganisaties.
De resultaten van dit onderzoek zijn reeds bekend en zeer positief te noemen .
De verenigingen staan niet geïsoleerd in de maatschappij.
Landelijk mengt men zich in de politieke discussies als het om de posities van leden gaat.

Plaatselijk en regionaal is met de omgeving verbonden door vaak uitgebreide netwerken van vertegenwoordigingen in raden, ook op dat niveau begint de stem van de vereniging steeds meer door te klinken.
De organisaties zijn een belangrijke leerschool voor vrouwen.
De opbrengst van die leerschool komen in de eerste plaats ten goede aan het op peil brengen en het in stand houden van de verenigingen zelf, maar dat zeker niet alleen.
Kaderleden vervullen vertegenwoordigende functies in organisaties buiten de verenigingen om, of stromen na hun aftreden regelmatig door naar bestuursfuncties buitenom, zoals schoolbesturen, besturen van ziekenhuizen en kerken en politiek.
De verenigingen vervullen in dat opzicht een belangrijke functie bij de vorming van vrouwelijk kader, en hebben dus grote maatschappelijke waarde.
Ik wil afronden.
Vrouw en poes, heurt in hoes, man en kat, heurt bee pad is een gepasseerd station.
Sterker nog, als de vrouwen dat echt zouden gaan doen, dan zou de Drentse samenleving ontwricht worden.
Ziekenhuizen, bejaardentehuizen, scholen, bedrijfsleven en noem maar op, zouden met de handen in het haar komen te zitten, als vrouwen werkelijk zouden zeggen: wij trekken ons terug!
Op vele terreinen neemt de vrouw een steeds belangrijker positie in.
Toch blijft het werken aan positieverbetering nodig. De ervaring leert ons dat alle veranderingen en economische verbetering niet automatisch inhoud dat vrouwen daarvan mee profiteren en dat hun posities verbeteren op het gebied van arbeidsmarkt en scholing.
De komende tijd blijven extra maatregelen nodig dit te laten gebeuren op zowel provinciaal als landelijk, alsmede op plaatselijk niveau.
Er is gezegd dat het leven een mengsel van keuzes en kansen is.
Het lijkt me niet te veel gevraagd om ons daar allen voor in te zetten.