Randscherven
Naast de paalgaten werden ook mobiele vondsten, zoals aardewerkscherven, slijpsteenfragmenten en bazaltlava aangetroffen. Het grootste gedeelte van deze vondsten is afkomstig uit verschillende afvalkuilen in de nabijheid van de boerderij maar ook enkele paalgaten en het wandspoor van de boerderij bleken vondsten te bevatten. In totaal werden 168 wand- en 31 randscherven gevonden. Een aantal van de randscherven was versierd met vingertopindrukken waardoor onmiddellijk kon worden vastgesteld dat we bij deze vondsten te maken hadden met een ijzertijdnederzetting. De meest typerende stukken zijn afgebeeld op tekening nummer 4 + 5.
Alhoewel ook nog ander materiaal in de vorm van 2 slijpsteenfragmenten en 99 brokjes uit de Duitse Eifel geimporteerd bazaltlava gevonden werd geeft met name het aardewerk aanwijzingen inzake de datering van deze nederzetting.
Handmolen
Over de brokjes bazaltlava kan vermeld worden dat het hier fragmenten betreft van een zogenaamde handmolen. Deze in de ijzertijd vrij frequent voorkomende molens werden met de hand bediend door de loper met behulp van een touw of stok die in een doorboring in de rand was bevestigd rond te draaien. De loper en de ligger werden bij elkaar gehouden door een as die in het vrij kleine gat in het midden van de ligger was vastgemaakt. De loper had een iets groter gat in het centrum zodat draaien en het toevoegen van graan mogelijk was. De gemiddelde diameter van deze molens bedraagt circa 40 cm.
Datering
De datering van de nederzetting kon zoals gezegd met behulp van het gevonden aardewerk uitgevoerd worden, alhoewel daarbij daarbij wel opgemerkt moet worden, dat een exacte datering wegens het ontbreken van zeer specifiek aardewerk niet mogelijk was.
Afvalkuil
Over het algemeen kan gesteld worden dat het aardewerk dateert uit de laatste drie eeuwen voor het begin van de jaartelling.
De vroegste fase kwam voor in de afvalkuil in het noordelijk op/afritcunet 175 m ten oosten van de spoorlijn Coevorden – Nieuw Amsterdam. Een duidelijk verloop van de nederzetting met de tijd kan echter niet geconstateerd worden omdat het aardewerk op een aantal plaatsen te weinig en te weinig karakteristiek is en omdat grote stukken door de werkzaamheden te diep uitgegraven en dus niet op eventueel aardewerk te controleren waren.
De boerderij op zich kon globaal gedateerd worden door enkele randscherven uit het noordelijk wandspoor. Op grond van deze scherven kunnen we stellen dat de boerderij dateert uit de laatste eeuw voor het begin van onze jaartelling.