Alhoewel over de structurele aspecten van de nederzetting nog niets kan worden gezegd kan op grond van de verschillende vondsten en op grond van geomorfologische omstandigheden wel de omvang en ligging van de nederzetting worden bepaald.
Allereerst iets over de vondsten
Naast de reeds behandelde vondsten werden zoals vermeld op 16 juli 1979 in de hoek Achterloo – spoorlijn een aantal scherven gevonden (zie kaart 1e). Grondsporen konden hier niet worden waargenomen door verstoring. Blijkens deze vondst heeft de nederzetting zich in ieder geval tot hier uitgebreid. Of het hier een vroege fase betreft, hetgeen op grond van een scherf met bronstijd-kenmerken aannemelijk leek, kan niet met zekerheid bepaald worden. Toekomstig onderzoek kan op deze vraag een antwoord geven.
Andere vondsten werden in de jaren 1970-1974 door ondergetekende gedaan bij verkenningen aan de oostzijde van de nederzetting (zie kaart 1f). Naast het materiaal uit de steentijd kwamen hier een aantal scherfjes voor de dag die toendertijd, gezien hun geringe grootte en aantal, niet de moeite waard leken. Achteraf kan echter gesteld worden dat het hier ook ijzertijd aardewerk betreft.
Ligging
Op grond van deze bewijzen kan met behulp van de geomorfologische situatie het nederzettingsterrein globaal worden bepaald (zie kaart I gearceerd gebied). Hieruit blijkt dat de nederzetting heeft gelegen op het hoogste gedeelte van een plateau bestaande uit hoge en middelhoge bouwlanden. Tussen het Loo- en het Drostendiep, direkt grenzend aan het stroomdal van het Drostendiep. Deze ligging garandeerde een terrein met gevarieerde gebruiksmogelijkheden te weten lage beekdalgronden aan de oostzijde van de nederzetting en hogere gronden aan de westzijnde.
Que situeringen afgezien van het hoogteverschil is er vergelijking mogelijk met het Middeleeuwse en latere Coevorden namelijk de ligging op de doorgang tussen twee veengebieden.
De grootte van het nederzettingsterrein bedraagt ± 12 ha. Dit houdt echter niet in dat het hele terrein gelijktijdig met huizen bebouwd was. De betreffende nederzetting kan zich immers één of meerdere malen hebben verplaatst. Huizen werden gebouwd en brandden af of vervielen terwijl nieuwe op andere of op dezelfde plaats werden gebouwd.