Onderzoek
Op 9 april 1979 werd schrijver dezes in de gelegenheid gesteld de ten noorden van Coevorden ten behoeve van de aanleg S 15 (Rondweg Coevorden) in uitvoer zijnde werken of eventuele archeologische vondsten te onderzoeken. Vrijwel onmiddellijk vielen hierbij in het noordelijk op/afrit cunet ten noord-oosten van het toen reeds aanwezige viaduct een aantal afvalkuilen op. Voorts werd aardewerk aangetroffen, dat gezien het feit dat zich hieronder geen randscherven bevonden, moeilijk gedateerd kon worden. Wel rees echter het vermoeden dat we hier te maken konden hebben met ijzertijd of vroeg-middeleeuws materiaal.
Paalgaten
Bij verder onderzoek werden in het cunet van de hoofdrijbaan ten oosten van het viadukt een aantal paalgaten aangetroffen. Van een eventuele samenhang tussen deze paalgaten was op dat moment nog niets te zien omdat nog vrij veel los zand op het betreffende vlak was achtergebleven.
Omdat het betreffende cunet reeds 2 dagen later opgespoten zou moeten worden en er door het Biologisch-Archeologisch Instituut te Groningen op zo korte termijn geen onderzoek georganiseerd kon worden, werd besloten de meest noodzakelijke gegevens op te tekenen.
Kleine enclave
Door de werkzaamheden ten behoeve van de weg was slechts een kleine enclave met grondsporen in het hoofdrijbaancunet overgebleven. Bij het ingestelde onderzoek bleek echter een gedeelte van een boerderijplattegrond gespaard te zijn gebleven. Van dit gedeelte kon een tekening gemaakt worden.
Helaas bleek echter met name het middelste gedeelte van de plattegrond door de werkzaamheden verdwenen te zijn zodat wel de vermoedelijke minimale lengte van het bouwwerk gereconstrueerd kan worden maar bijvoorbeeld duidelijkheid over eventuele zijbaanders ontbreekt. Op 20 april 1979 werd het toen juist gereedgekomen zuidelijk op/afritcunet geïnspecteerd en ook hier werden sporen aangetroffen. Deze sporen werden op 23 april 1979 door Drs. O.H. Harsema (B.A.I. en P.M.D.) en ondergetekende onderzocht.
Bodemgesteldheid
Uit de bodemgesteldheid ter plaatse bleek echter dat we hier te maken hadden met de zuidelijke punt van een zandrug waarop de (ijzertijd) nederzetting moet hebben gelegen. Voor het bouwen van een boerderij zou deze punt te smal zijn geweest. De hier gevonden paalgaten werden dan ook eerst in verband gebracht met kleinere bijgebouwtjes waarvoor op deze smalle punt wel ruimte zal zijn geweest. Het probleem is echter dat tussen de verschillende paalgaten geen duidelijke samenhang kon worden geconstateerd.
Aardewerk
Op 16 juli 1979 werd bij een korte inspectie ter plaatse voorts nog aardewerk gevonden in de hoek ten zuiden van de spoorwegovergang in de …weg.
Het belang van deze vondsten ligt mijns inziens in het feit dat we hier te maken hebben met resten uit een periode waarvan in Coevorden tot nog toe niets bekend was. Voorts is deze nederzetting vermoedelijk te beschouwen als een voorloper van het Middeleeuwse in welk geval huidige Coevorden. Vondsten uit Steen- en Bronstijd gaven wel aan dat er in de buurt van Coevorden reeds vroeg bewoning te vinden was. De hier besproken nederzetting is echter het eerste teken van een geconcentreerde en vermoedelijk langdurige bewoning.
Oorsprong
Als zodanig kan dan ook de oorsprong van Coevorden in deze nederzetting zijn gelegen.
Om deze reden is het mijns inziens van zeer groot belang dat het potentiële nederzettingsgebied in de toekomst aan een nader onderzoek onderworpen wordt.