Hier beschrijf ik mijn eerste tekeningen
Lagere school OLS te Erm 1948-1955
In mei 1948 ging ik naar school. De juf die mijn zus had ging met ingang van mei naar Groningen. Juffrouw Hidding uit Sleen. In Erm kwam een invalster. Juffrouw Tabak. Al vrij snel kwam er een sollicitatie. Er kwamen diverse sollicitanten om ons een proefles te geven. Juffrouw Lambers uit Stieltjeskanaal werd onze juf per 5 oktober 1948. Ze zou blijven tot 1 mei 1952.
Na de zomer vakantie, op 3 september 1948 deed koningin Wilhelmina troonafstand. De school kreeg een portret van haar en kwam te hangen boven de deur bij de meester in het lokaal. Bij het betrekken van de nieuwe school in 1979 is het portret en ook andere historische spullen publiek verkocht.
Direct daarna kwam de hele school op de foto. Op deze foto ben ik de jongste. Daarna de 2 klassen apart. De fotograaf kroop achter de grote leesplank van Aap Noot Mies staande op een ezel links in de hoek voor in de klas. Daarna nog kwam ieder met hun broertjes en zusjes voor zover die er waren op de foto. Ik dus met zus Jantje.
Drie hele mooie foto’s en een aandenken van het begin van de school. We vroegen thuis of we de foto’s mochten hebben. Waar we met ons tweeën op stonden wel maar de anderen niet. We hadden al foto’s genoeg vond mijn vader.
De lessen begonnen met rekenen en taal. Maar we kregen ook een schriftje waarin je mocht tekenen. Een schriftje zonder lijntjes. Er kwamen opdrachten in zoals over feest, Sinterklaas, Pasen, herfst en we mochten ook zelf wat bedenken.
1950
Logeren in Holland
We gingen voor het eerst een week logeren met het hele gezin bij oom en tante en neefje in Bennebroek. Mijn tante was een zuster van mijn moeder. Dagen van te voren werden we voorbereid op de gebeurtenis wat zou gaan gebeuren. Mijn vader vertelde dat we met de trein vanaf Hoogeveen naar Haarlem gingen en dan verder met de bus. Daar zagen we dan huizen op elkaar wel 3 of 5 boven op elkaar en soms nog wel meer. Waarop ik zei, hoe kan dat nou die vallen er toch af. Ik had nog nooit een dubbele woonlaag gezien ik dacht aan een schuin dak en daar iedere keer een boven op bouwen. Nee zegt hij alleen de bovenste zit een schuin dak op en soms ook niet. Ik kon me er geen voorstelling van maken. Wij met de stoomtrein. We hebben de hele dag er over gedaan. We kwamen aan in Haarlem met de huizen op elkaar. We liepen naar het busstation en zag hier en daar een kapotte tram nog staan. Mijn vader zei dat die kapot geschoten waren in de oorlog en nog niet waren opgeruimd. Toen naar Bennebroek. Schoollaan 29. Mijn oom had een groentezaak. Achter hun huis waren duinen. Heel mooi zand vol met schelpen. En maar zoeken naar hele mooie schelpen en heb ze nog jaren bewaard.
De zondag dat we er waren gingen we met het hele gezin en de familie uit Bennebroek samen naar Warmond. Herenweg. Naar een broer van mijn moeder en zijn vrouw en dochter met de bus. Op een gegeven moment moesten we uitstappen. En verder lopen naar het huis in Warmond. Even voor Warmond liepen we over een viaduct met er onder een drukke snelweg. We bleven met zijn allen midden op het viaduct staan aan de railing en kijken naar het drukke verkeer dat onder ons door ging. Ik zag in de verte een hele grote vrachtwagen aankomen en dacht hoe gaat die hier onder door die ga ik volgen. De vrachtwagen naderde kwam dichterbij en de neus van de vrachtwagen verdween onder het viaduct. Ik draaide me om om in no time aan de andere kant te komen en de vrachtwagen er onder zien vandaan te komen. Er kwam een geschreeuw tegen mij wat ik wel niet gedaan had. Wat ik helemaal niet gemerkt heb, ik ben net tussen 2 auto’s doorgerend. Van beide kanten kwam een auto aan en ben er net tussendoor gekomen zonder dat ik er erg in had. Ze zeiden nu staan we er allemaal bij. Het had heel anders kunnen aflopen.
De leesboekjes van Ot en Sien vond ik mooi en vooral de tekeningen van Cornelis Jetses had mijn aandacht zodat ik nog wel eens bij lezen de aandacht had bij de tekeningen en niet bij de tekst. De tekeningen pasten in de belevingswereld van Erm. Herkenbaar. Toen het begon om een opstel te moeten maken, daar moest een tekening bij gemaakt worden van juf wat betrekking had op de tekst natuurlijk. Ik had vaak direct een idee. Maar er stond een keer bij, je opstel moest net zo goed zijn als je tekening. Maar als je een mooie tekening wou maken dan moest het opstel wat korter om het in dezelfde tijd af te krijgen. Zij stimuleerde het tekenen geweldig naar mijn gevoel. In de derde klas had ik een jongetje getekend op een zand kasteel aan het strand. Het was zo mooi gekleurd dat juf nam mijn gele kleur over en maakte het nog mooier voor mij.
Dezelfde juf vertelde me vele jaren later dat ik eens een jongetje had getekend die op de grond lag en een stuk been lag er een eindje van af. Ze had gevraagd wat stelt dat voor waarop ik had geantwoord, die heeft een gebroken been. Ik had thuis eens een keer gehoord dat die of die een gebroken been had maar ik wist niet hoe dat er dan uit ziet. Ik heb gedacht net als een gebroken stok twee stukken heb je dan.
Jas verbrand
Ik zat in de tweede klas. Je was dan een morgen in de week vrij om 10.45 uur. Juf moest dan handwerken geven aan de meisjes. Met speelkwartier was je dan vrij tot ’s middags half 2. Het eerste jaar liep ik dan samen met een jongen uit de tweede klas naar huis. Daar was net de noodwoning afgebroken die neergezet was na de brand van 22 november 1943 en elke week was het nieuwe huis weer een stukje verder voltooid. Samen met hem kregen we dan chocolademelk van zijn grootmoeder in de kamer die net klaar was. Met het deeleinde waren ze nog bezig met bouwen. Maar toen ik in de tweede klas kwam ging ik niet meer met hem naar huis hij was niet meer vrij.
Een keer kwam ik thuis. Er was niemand binnen. Mijn moeder was buiten aan de was. Ik ging naar binnen aan de tafel zitten dicht bij de warme kachelpijp want het was koud. Ik begon te tekenen. Tijdens het tekenen kreeg ik steeds minder zicht op mijn tekenblaadje. Kon het steeds slechter zien. Tot dat mijn moeder de keuken binnen kwam en zei met luide stem wat is dit hier, ik schrok op en zag alleen rook. Er was een heel stuk mouw uit mijn jas verbrand die ik op de leuning van mijn stoel had gehangen en tegen de kachelpijp had gedrukt. Het ergste was nog hoe dit te herstellen om met die jas weer naar school te gaan. In die tijd was er geen tweede jas en er werd een lap gezocht dat er een beetje bij paste. De jas is nog met die lap er in gebruikt tot dat de jas me te klein werd.
Het viel me op dat bij veel mensen schilderijen aan de kant hadden. Meestal 2 naast elkaar en even groot. Ze kregen het bij een gebeurtenis meestal trouwen. Bij ons hingen ook zo twee schilderijen. Maar dezelfde afbeeldingen kwamen ook bij andere mensen voor. Het waren reproducties. Maar bij onze overburen hing een schilderij wat ik erg mooi vond en niemand had zo’n schilderij. Telkens als ik daar kwam bewonderde ik dat schilderij. Dat viel de buurvrouw op en zij, dat is van oom Berend uit Groningen. Berend Hoving. Die is tekenaar. Het gebeurde wel eens als ik een schilderij had gezien dat ik naar huis ging en proberen uit gedachte het onderwerp na te tekenen.
Een keer kamen we met de bus van Gees naar Erm en zag ik met een glimp een boerderij met onderschoer een beetje van de weg af met er naast huizen en tegenover de kerk. Thuis gekomen direct de boerderij getekend toen zei mijn vader dat is in Oosterhesselen hoe kom je er aan. Ik zei heb ik net vanuit de bus gezien. Ze vonden het prachtig. Het huis was Burgemeester De Cockstraat 29.
Op 1 mei 1952 nog in de derde klas, ging juf Lambers ons verlaten. Ze ging naar Deventer. Wat een verdriet. Voor een paar maanden kregen we juf Tabak weer terug. Juf Lambers heeft een expositie van mij geopend in het Van Gogh-huis te Veenoord op 1 oktober 2006. Zij is woonachtig in Nieuw Amsterdam. In 2015 heeft ze nog een bezoek gebracht bij ons en aan mijn atelier in Erm . Beide gebeurtenissen heb ik zeer gewaardeerd. Want het tekenen is ten slotte bij haar begonnen in klas 1, 2 en 3 en voortgezet bij meester Braam in klas 4, 5 en 6. Op 27 november 2021 ben ik bij haar geweest en hebben over vroeger gepraat en ze wist het allemaal nog. Ik heb mijn eerste tekenschriftje meegenomen en ze herkende de tekeningen nog en vertelde dat ik in klas 1 al opviel met tekeningen maken. Wat een historische dag. 2 foto’s, een met haar samen en een foto met mijn tekenboekje waar ze in kijkt. Ze wist het nog precies, bijna 92 jaar.
Op een gegeven moment kregen we beschuit met muisjes in de klas. Ik wist niet wat dat betekende. Bij de meester was een zoontje geboren. En als er een kind geboren wordt krijg je beschuit met muisjes zeiden ze. Ik kreeg niet de indruk dat iedereen dat wist. Ik hoorde het voor het eerst.
Procent en promille
Ieder voorjaar hadden we een feestelijke ouderavond bij café Eising in Erm. We hadden toneel en dans optreden en de meester had ook een onderdeel hersengymnastiek voor en door de aanwezige ouders. Hij koos dan 2 partijen uit de zaal. Van elk 3 of 4 personen en moesten op het toneel komen. Deze moesten tegen elkaar strijden door antwoorden te geven op de vragen van de meester. Van die 6 of 8 personen werd mijn vader ook steevast elk jaar op het toneel uitgekozen door meester Braam. Een van die keren kreeg mijn vader de vraag, wat is meer, een procent of een promille. Waarop mijn vader zei een procent. Heel goed, heel goed. Maar zegt de meester, weet je ook waarom. Jawel zegt mijn vader, ik weet wel wat een procent is en niet wat een promille is. De meester slap van het lachen en vond het prachtig. Daarna als we rekenen hadden over procenten vertelde de meester elke keer weer over dit voorval en was dan nog weer slap van het lachen. Wij wisten later allemaal precies wat een procent en een promille was. En mijn vader wist het vanaf die avond ook wat het was.
Inspectie
Het kwam nog wel eens voor dat de oudste zoon van de meester en nog niet naar school ging, bij ons vooraan bij het raam in de klas kwam zitten en was dan wat aan het tekenen of wat andere dingen aan het doen. Gezellig en niemand had er last van. Het was heel stil en rustig in de klas, iedereen was bezig en de meester springt in de benen en grijpt zijn zoon bij de arm en in enkele seconden was hij het lokaal uit. We schrokken zo hevig, iedereen was muisstil en meester kwam alleen weer binnen. Hij zegt, niets zeggen hoor dat Henk hier was want de inspecteur komt er aan. Hij had hem net zien komen over de straat en draaide de Bakkersteeg in met zijn auto om een onverwacht bezoek te brengen. Vandaar dat de zoon snel moest worden afgevoerd.
Klokken voor Amerika
In begin 1951 moesten de leerlingen uit de hoogste klassen van de school met een lijst lopen door het dorp om geld op te halen voor klokken voor Amerika. Omdat die ons geholpen had door de Marshall-hulp werden er klokken aangeboden en geplaatst in Amerika. Maar een paar jongens waren bij een gezin gekomen die niets wilden geven omdat hun zoon na de oorlog in het kamp Westerbork was omgekomen en dat was de schuld van de Amerikanen hadden ze tegen de jongens gezegd. We snapten het niet. De meester legde het uit.
Om de 3 jaar was er school- en volksfeest in Erm 2 dagen. Het begon met een grote optocht van versierde wagens vanuit elk deel van Erm. Weken van te voren gingen we vaderlandse liederen leren. Het eerste het Wilhelmus. Bij de opening van het feest speelde de muziek vereniging uit Sleen het volkslied en dan begon de optocht. Vanaf de school die in het Westereind stond naar het Oostereind door de Wienbargsteeg naar Achterste Erm en hier pauzeren voor een versnapering en dan weer naar de school. Hierna begonnen de kinderspelen. ’s Avonds cabaret en zondag volksspelen. Tijdens mijn schooltijd heb ik het mee gemaakt in 1948, 1951 en 1954. Elke 3 jaar school- en volksfeest en in 1985 het 100 jarig bestaan van de school en is groots gevierd met een reünie.
Hierna, door problemen tussen leiding en ouders is het 3 jarig feest niet weer voorgevallen. In 2010 bestond de school 125 jaar. En is een reünie geweest. Geen optocht. Dit was het laatste schoolfeest. 1 augustus 2019 is de school opgeheven en er zijn appartementen van gemaakt in januari 2021.
In de vierde klas bij de meester werden de tekeningen ook al mooier en vrijdagmiddag was de hele middag tekenen. Het mooiste van de hele week. Ik keek er naar uit. Mijn belevenis lag bij tekenen in het algemeen zoals bij opstel aardrijkskunde geschiedenis en wel meer vakken. Maar de meester vond dat ik niet genoeg mijn best had gedaan en moest de vierde klas maar weer over doen. Dat was een teleurstelling. Ik vond dat ik niets slechter was dan de anderen. We moesten met ons drieën blijven zitten. Een begon te huilen en ging alsnog over.
Je werd groter en mocht werken met ecoline en Oost-Indische inkt, geweldig.
Zo opeens was er een vertegenwoordiger bij de meester geweest en verkocht een tekenmethode. Teken rampspoed was geboren voor mij. Hier moesten wij uit tekenen. Ik weet nog dat we de eerste tekening moesten na tekenen uit dat boek. Weg met eigen idee. De eerste opdracht was dat we de 3 vlaggen moesten tekenen van de Benelux met het woord er onder BENELUX en precies natekenen.
In die tijd was net de Benelux opgericht. Wat een drama voor mij. We waren toch altijd goed bezig. Waarom een drama. Ik kon het niet zo perfect krijgen zoals het voorbeeld was. Het frustreerde mij. We hebben nog enkele keren uit het boek moeten tekenen en toen hoofdzakelijk weer als van ouds. Gewoon dagelijkse dingen als jaargetijden feestdagen, je eigen huis, gebeurtenissen en dergelijke. Ondanks alles waren er toch 2 blij na dit gebeuren. De eerste was de uitgever die dat heeft mogen verkopen, de tweede was ik die er niet meer uit hoefde te tekenen. Op een vrijdagmiddag kwam meester met de mededeling dat we allemaal mee gaan doen met een landelijke tekenwedstrijd. Hoe en waarom was die tekenwedstrijd.
Landelijke tekenwedstrijd voor de lagere scholen in Nederland 1953
Na de zomervakantie van 1953, in september kwam meester Braam met de mededeling dat er een landelijke tekenwedstrijd wordt georganiseerd door de Nationale Spaarraad en het Verbond voor Veilig Verkeer.
School sparen kwam en de straat werd drukker door steeds meer verkeer, er kwam les in verkeer op school en sparen voor later werd gestimuleerd door elke week een dubbeltje of een kwartje in te leveren als de mevrouw van de bank op school kwam. Meester legde de teken opdracht uit: de tekst luidde en moest ook op de tekening komen,
“Spaart Jan wel zijn geld en zijn leven?”
De tekening moest gaan over een jongetje, Jan, op een autopet met zijn spaarbankboekje in zijn hand op weg naar de spaarbank maar hij autopette op de rijweg. Jan spaarde wel zijn geld maar niet zijn leven. Hier moesten we allemaal mee aan de slag in de tekenles.
Mijn ontwerp/gedachtegang
De spaarbank die ik er heb op getekend is de voorstelling van de boerenleenbank van Sleen die toen net gebouwd was. De auto links is de groente auto van Albert Nijmeijer uit Sleen. Albert had de groenten zaak overgenomen van Roelf Unij die alles deed met paard en wagen. Albert Nijmeijer had net een auto gekocht en wel een driewieler. Hij had zijn naam op de deur van de auto staan maar zo’n lange naam kon ik niet kwijt op de deur van de auto. Nou dat was snel opgelost dan zet je er toch R. Unij Sleen op dat was lekker kort en de j is vanwege de ruimte ook maar weggelaten als ik het tenminste had geweten hoe je zijn naam moest schrijven. Zo is de naam R. Uni op de auto van Nijmeijer gekomen. In het huizen rijtje staat de groentewinkel van Nijmeijer voorgesteld. De andere auto is de vrachtwagen van de zuivelfabriek uit Sleen met melkbussen. Er moest verkeer op de weg komen en heb dit bedacht uit eigen omgeving. Achter de huizen is de fabriekspijp nog te zien. Verder moest Jan er naar de gegevens in voorkomen met de tekst “Spaart Jan wel zijn geld en zijn leven?”.
Op een gegeven moment komt de vrouw van de meester onverwachts de klas binnen en zegt met luide stem, Harm Eggens heeft de tekenwedstrijd gewonnen en de school krijgt 150 gulden! Meester was helemaal beduusd en feliciteerde mij direct ook zijn vrouw en daarna de mede leerlingen. Ik mocht direct naar huis om het te vertellen. De school ontving 150 gulden en ik zelf 5 gulden. Meester zei wij hebben 150 gulden en jij 5. Dit staat in geen enkele verhouding, je gaat met mij een keer mee naar Emmen en krijg je tekenspullen. Begin mei ging ik met de meester naar Emmen naar De Bray teken – en boekenwinkel. Al voordat de tekenwedstrijd bekend was zij meester, als we eens een keer veel geld hebben gespaard met oud papier halen dan schaffen we de stripverhaal aan van Selma Lagerlof, Niels Holgerssons wonderbare reis. Het geld was binnen en gelijk is de stripverhaal aangeschaft van het geld van de tekenwedstrijd prijs. En werd regelmatig vertoond. We hoefden niet meer te wachten op geld van papier slepen. Het overige geld is besteed aan alle leerlingen van de Ermer school onder andere een kleurdoos. De bedoeling was alleen voor mijn klas maar men vond dat leerlingen aantal te klein. De hele school kon er van genieten. Ik kreeg 5 gulden en een schriftelijk aandenken met er op de tekst:
“Deze prijs zal je altijd herinneren aan de knappe tekening, die je gemaakt hebt. Daarmee heb je bovendien een grote prijs gewonnen voor de gehele klas en een spaarbankboekje voor jezelf. Zorg dat er elke week iets bij komt, zodat je spaartegoed groeit. Nu zal je het nog niet begrijpen, maar voor je toekomst is dat van heel veel belang. Denk er ook steeds aan om de verkeersregels op de wijze toe te passen, want doe je dat niet, dan heb je kans om aan sparen niet toe te komen.”
De prijs winnende tekening gemaakt oktober 1953
Vrijwel direct na dit gebeuren was er een ouderavond voor de ouders in school. De volgende morgen vroeg ik aan mijn moeder, heeft meester ook verteld dat ik een prijs gewonnen heb. Jawel zei ze hij had gezegd dat er iemand een prijs had gewonnen maar niet wie. Ik vond het een teleurstelling want hij was er zo trots op van dit voorval en iedereen wist het toch dat ik dat gewonnen had en nog wel voor de school.
Tijdens de wekelijkse club van de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale (VCJC) in Sleen, die overigens onder leiding stond van meester Braam, zei iemand tegen mij dat ik in de Libelle stond met een tekening. De Libelle van 20 februari 1954. Wij hadden dit blad niet en mijn moeder informeerde bij Geerlings in Diphoorn die de Libelle bezorgde. Via hun zijn we aan een exemplaar gekomen. Alle winnende tekeningen uit Nederland zijn later geëxposeerd geweest in de Jaarbeurs te Utrecht waar iedere winnaar bij werd uitgenodigd. Jammer genoeg heb ik dat niet mogen zien. Ik had zo graag gewild.
Een van de eerste afbeeldingen die ik maakte met mijn olieverf op het aquarelpapier van het cadeau, was het schilderen van mijn vader die de krant aan het lezen is. Op de achtergrond het beschot waar de ‘mooie’ tekeningen werden opgehangen met punaises. De tekening is er nog inclusief de punaise gaatjes.
Met Sinterklaas mocht ik bord tekeningen maken. Dat werd door Sint, de schoolkinderen en ouders die bij het feest waren gewaardeerd. Op een avond ging ik met mijn vader kijken, hij had het niet gezien en wou het graag zien. Samen met de meester en zijn vrouw ging ook weer mee die het alle dagen al had gezien, lieten we mijn vader de bord tekeningen zien. Dit gebeurde elk jaar zolang ik nog op school in Erm was.
Wat wil je later worden? werd wel eens gezegd. Ik heb het niet gezegd maar ik wilde leraar worden in tekenen want dat vond ik het mooiste vak op school daar zou ik me in de ruimste zin in willen verdiepen. Maar ik had het gevoel daar maar niet over te beginnen. Dan moest je naar de ULO (Meer Uitgebreid Lager Onderwijs) en meester zei ik moest naar de ambachtsschool daar wordt veel getekend.
Een teleurstelling
Op een dag, mijn vader kwam onder zijn werk even thuis en vertelde me dat er een kunstschilder bezig was de schuur van Achterste Erm 5 te schilderen. Ik er direct heen en geweldig. Daar zat iemand en 3 buurvrouwen stonden er bij. Je kon zo zien wat het werd en dat was nou net wat ik ook wou. Ik zag voor het eerst hoe dat ging. De vrouwen zeiden tegen mij, haal jij je tekeningen maar eens even op dan kun je dat aan hem laten zien. Ik naar huis om tekeningen op te halen. Het duurde nog al een poosje voordat ik terug kwam. Maar de vrouwen stonden er ook nog om op mij te wachten. Vol trots liet ik mijn creaties zien. Hij keek naar de tekeningen en vertelde zijn mening. Er bleef niet veel van over. Ik kreeg de indruk dat hij nog nooit zulke slechte tekeningen had gezien. Hij schilderde verder zonder nog wat te zeggen. De vrouwen droopten toen af en ik ook. Elke ervaring is een ervaring ook al is die negatief werd me later verteld. Ik begreep wel dat er nog heel wat moest gebeuren.
In het voorjaar ging mijn vader turf graven voor eigen gebruik in het Schoonebeker veen aan de Schuine Grup. Dit is een doodlopende weg met op het eind een huis. Naast dit huis moest gegraven worden. ’s Zaterdags ging ik mee en speelde dan bij die mensen die daar woonden. Ik ging mee bij mijn vader voor op de stang van de fiets. We kwamen een keer terug en er was feest op Nieuw Amsterdam aan de Sportlaan. We werden gefotografeerd. Ik bij pa voor op de fiets. Onze buurman kwam een paar dagen later op Nieuw Amsterdam en had die foto gezien en had het voor ons mee genomen.
Plusfour
De plusfour is me noodlottig geworden. September 1952. Mijn vader en ik zaten aan de tafel die dicht aan de potkachel stond. Mijn vader zat wat te vertellen en tekende wat. Moeder buiten aan de was en mijn zuster moest thee zetten. Mijn ouders waren net in november 1951 twaalf en half jaar getrouwd geweest en hadden een hele grote mooie theepot gekregen van mijn oom en tante. Deze pot vol hete thee zette ze midden op de potkachel met ringen. Wat ze niet wist, dat het middelste deel van de ringen een plaatje was dat niet helemaal paste. Dit deel was iets te klein en dus niet stabiel om daar een volle theepot op te zetten. Maar dat gebeurde wel. Mijn vader zei, kijk eens, hij had wat te laten zien en ik ging in zijn richting tussen de tafel en de kachel door waar eigenlijk geen ruimte was. Ik stootte tegen de kachel en de volle pot thee ging mijn kant op. Over mijn linker kant van bil tot hak werd verbrand door het hete theewater. Broek naar beneden maar onderaan zat de broek met een gesp vast van de plusfour en daar brandde het het ergste in. Wat later bleek de bil ook. Het gebeurde ongeveer om 3 uur ’s middags en ’s avonds kwam de dokter pas. Het was al donker. Hij zette me op de tafel en trok alle blaren van het verbrande af. Ik voel het nog. Wat een koorts heb ik gehad daarna. Weken thuis geweest op de buik slapen en sliep ook nog bij mijn zus in de bedstee.
In deze jaren kwam Jan de Roos ook regelmatig Erm bezoeken. Om liedjes van Verdi te laten horen zei hij.
Vrijdagmiddag tekenmiddag
Tekenopdrachten over seizoenen
Voorjaar Vissen op 1 juni
Rogge maaien Opening jachtseizoen
Voor ons huis Achter ons huis
1953. Eerste grote schoolreis naar Emst.
Op een gegeven moment werd de woning van de meester verbouwd. Wonen deden ze in het kantoor van de school. Koken op de gang tegenover de deur van ons lokaal. Op een keer, het was 12 uur en we gingen de klas uit en meester zag dat de aardappelen aan het aanbranden waren hij pakt die pan deed het direct onder de kraan en water er op. Toen hebben we een poosje in de ‘mist’ gezeten en maakten mee toen zijn vrouw aangerend kwam dat hij dat nooit weer zo mag oplossen.
Stelt het huis voor van Loeks Oost in het Horstingereind die de baander partij net had verbouwd en de twee ramen naast elkaar had geplaatst rechts van de baander. Hiervoor zaten ze elk aan een kant van de baander. Dat vond ik mooier dan dit. Als ik zoiets zag, ging ik naar huis en ging het uit het geheugen tekenen. Ik kreeg dan een velletje schrijfpapier van mijn moeder. Teken papier hadden we niet.
Na het winnen van de prijs kreeg ik op mijn verjaardag 17 december 1953 een schetsboek 22 x 30 centimeter. Op 6 februari 1954 was de laatste tekening en het schetsboek was vol. En heb geen tekenboek weer gekregen. Het was toch zo weer vol. Daar is geen beginnen aan.
Elk jaar vertelde de meester over de oorlog op bevrijdingsdag. Dat hij naar de Toth moest en dat hem dat spitten niet beviel en dan alles ging afpassen en opschrijven wat de opzichter wel opviel en daar direct mee moest ophouden. Hij deed net of hij daar opdracht voor had gekregen. Goed geprobeerd maar mislukt. En vertelde over de ambtenaar Zwinderman van het gemeentehuis van Sleen die opgepakt werd en weggevoerd naar Duitsland en daar omgekomen. Maar zei hij, dit is de laatste herdenking na 10 jaar. De oorlog was zo verschrikkelijk deze herinneringen telkens weer ophalen moet een keer afgelopen zijn vond men en 10 jaar is al een lange tijd. Elk schoolkind in Nederland kreeg ten gunste van dit gebeuren een bordje met er op “1945 Bevrijding” Tekst: Wilt al u dagen Dit wonder by sonder Gedenken toch 1955”.
Nou van stoppen met herdenken is niets van terecht gekomen. Er is daarna nog veel meer aandacht aan besteed.
Aan het eind van de lagere school moest je ergens heen. De meester had aan mijn ouders verteld dat ik naar de ambachtsschool moest want Harm kan mooi tekenen en dat doen ze daar heel veel. Dit werd me medegedeeld en meester weet het beter dan wij. Goed bedoeld. En als daar veel getekend wordt dan vond ik het ook wel goed.
Juli 1955 Afscheid op school
Meester zei tegen mij dat de inspectie mijn opstel schriften van de instructieve schoolreizen in 1953, 1954 en 1955 hadden meegenomen. Jammer.
De andere schriften en losse tekeningen en tekenboeken kreeg ik mee naar huis. En heeft mijn moeder altijd voor mij bewaard waar ik nu nog altijd dankbaar voor ben.
De 3 opstel schriften van de schoolreizen,
Emst Schiermonninkoog Delden
1953 Schoolreis naar Emst
Voorbereiding, om 6 uur ’s morgens, vertrek met de vrachtwagen van de Coöperatieve Landbouwvereniging Erm. Die moest die dag naar de Noord Oost Polder. Meester en Wiertsema van de molen combineerden dat en we konden mee tot Kampen. Vandaar per fiets naar Emst. Maar eerst een bezoek aan Kampen in het park en op de toren. Te lezen in het schrift van 1953. Bagage, fietsen en alle kinderen op de vrachtwagen met hoge hekken. Toen we door Hoogeveen gingen, moesten we allemaal plat liggen.
Midden voor op de foto met de handen in elkaar ben ik en helemaal rechts mijn zus Jantje. Links Gerrit Sikken en Arie Wiertsema van de molen helpen met inladen.
Wat een prachtige week. Wat hebben we wat gezien om nooit weer te vergeten. We zagen het leger elke dag wel ergens rijden en de zware tanks maakte erg veel indruk op je als ze zo dicht aan je langs vlogen. We kwamen in een forellen kwekerij in Vaassen en bij het paleis van Prinses Wilhelmina op Het Loo maakte veel indruk dat je zo dicht bij de oude koningin was. We hadden pech want ze was niet thuis zei meester de vlag was niet uit anders waren we zeker uitgenodigd geweest die zo ver uit Erm waren gekomen. Wie ook niet thuis was maar waarbij wij wel binnen zijn geweest was in de bunker van Seys-Inquart een einde vanaf Het Loo. Dat was indrukwekkend. Die kleine ruimtes maar met alles er in. Hij had een gat in de muur tussen wc en provisiekast. Als hij op de wc zat kon hij gelijk eten werd ons verteld. Vrijwel direct daarna was de bunker voor publiek gesloten. We waren nog net op tijd dat we dat hebben meegemaakt. Zo af en toe ben ik er nog wel eens langs gekomen en vanaf de straat is de verhoging van de bunker nog steeds te zien. De volgende dag naar het openlucht museum te Arnhem. Daar stond ik bij elk gebouw lang te kijken en legden ze nu net de laatste hand aan de Drentse boerderij uit Zeijen. Dat was erg herkenbaar. Zelfde huis bijna als waar ik nog in woonde. Een gids zei, dit zijn bedsteden daar sliepen de mensen vroeger in nou wij sliepen er nog in. Ik heb me daar de ogen uit gekeken wat prachtig. Het toeval wil toen we al getrouwd waren met een dienstkameraad en zijn vrouw een dag naar het openluchtmuseum zijn geweest. Zijn vrouw komt uit Zeijen en vertelde dat zij met een meisje in dat huis speelde toen die daar nog stond. Zij had het huis zien afbreken en zag nu voor het eerst staan in Arnhems openluchtmuseum. Bij de jeugdherberg terug gekomen werden we verrast dat juffrouw Lambers ons was komen opzoeken. Vanuit Deventer was ze naar ons gekomen om ons even weer te zien. Wat we allemaal heel mooi vonden.
1954. Een week met schoolreis naar Schiermonnikoog. We kwamen door Groningen en zagen de Martinitoren waar je zo onderdoor kon lopen. Dat kon onder de toren van Sleen niet. Vanaf Zoutkamp met de boot naar Schiermonnikoog in een jeugdherberg. We bezochten de kunstschilder Martin van Waning prachtig. En strand en duinen waar we veel plezier hadden.
De derde schoolreis was naar Delden. We kwamen langs een klooster en langs kasteel Twickel. De grote sluis in het Twentekanaal en de zoutwinning in Boekelo alles was nieuws voor ons. Het zwembad waar we waren was zout water ze noemden het “de zee op de heide”. Derde en laatste grote schoolreis met de school van Erm.
In september 1955 ging ik naar de ambachtsschool aan de Stationsstraat in Emmen met nog een jongen uit Erm. De familie Braam vertrok in het voorjaar van 1956 in februari naar Haaksbergen.
Jaren later, het was schoolfeest in Erm en meester Braam was er ook. Hij riep me en zei, ik ben met pensioen gegaan en ik heb je 2 schriften nog van de schoolreizen wil je ze weer terug. Ik zei natuurlijk maar ze waren toch bij de inspectie, nee zei hij ik heb ze zelf meegenomen en altijd in de klas gebruikt en laten zien en dan zei ik altijd, kijk zo deden we dat in Erm! En zo moeten jullie het ook doen! Dat ze gebruikt waren was wel te zien toen ik ze terug kreeg 1 van de 2 is bijna versleten op de rug van het kaft. Zo is het schrift in gebruik geweest.
In april 2021 heb ik contact gehad met zijn oudste zoon en hij vertelde dat hij zich nog kon herinneren dat hij dat deed in de klas de schoolreis schriften uit Erm te laten zien in Haaksbergen.
Deze opstelschriften waren alleen voor de schoolreizen. Als het opstel klaar was dan werd het opgeborgen en pas het volgend jaar kwam het schrift weer voor de dag en kwam het volgende opstel van de schoolreis er weer bij in. Het ging om 3 keer. Met 2 schoolreizen was het eerste schrift al vol vandaar de tweede. We moesten het instructieve schoolreizen noemen de schoolreizen waren geen vakantie tripjes.
We hebben nog diverse keren contact gehad met de familie Braam. Zij logeerden nog vaak bij hun oude buren in Erm tot op een gegeven moment al wandelende meester Braam bij ons op bezoek kwam en wou even naar ons kijken. Heel gezellig. Hij had gehoord dat we weer in Erm waren komen wonen. Tijdens dit bezoek vroeg ik hem of hij vanmiddag tijd had. Dat had hij wel en vroeg hem een portret te maken. Dat vond hij goed en het gebeurde.
Meester Braam
Maar ik zei tegen hem dat mijn dochter niet tevreden over hem was met betrekking tot cijfers op schrijven. Ik had de schriften nog. Hij zegt laat eens zien. Hij bekeek ze aandachtig, wachtte even en zei, minstens 2 punten te laag.
Zijn zoon nam een keer contact met me op en vertelde dat zijn ouders 40 jaar waren getrouwd en hij had gezegd als cadeau wil ik alleen een tekening van Harm Eggens. De keus viel op de kerk van Odoorn (zijn vrouw kwam uit Exloo).
In 1969 gingen mijn vrouw en ik op de brommer op vakantie naar Sinderen. We kwamen door Haaksbergen. Ik zei daar woont meester Braam. Even opzoeken. Gevraagd bij de VVV en werd gezegd hij woont hier dichtbij een eindje die kant op. Hij was niet thuis maar zoon Henk en vriendin Ina wel. We kenden elkaar niet meer maar toen ik zei wie ik was, was alles duidelijk. Henk begon gelijk over het tekenen. Hij zei ik weet nog een hele mooie plek om er een tekening te maken. Zij namen ons mee naar de Oostendorper watermolen. Met ons vieren zijn we daar de hele middag gebleven en ik heb er een aquarel gemaakt. Van de watermolen.
Vakanties
Tijdens de lagere school gingen we naar neven en nichten leeftijdsgenoten op vakantie in Dalerveen, Steenwijksmoer en Nieuw Zwinderen. We hadden boerderij en konden je ouders de hele dag niet weg. Slaapruimte was er niet genoeg maar werd opgelost met je vieren in een bed. Jongens op het voeteneind de meisjes op het kopeind. We hadden prachtige vakanties dat nog beschreven wordt in een opstel schrift op school in Erm.
Steenwijksmoer
Nieuw Zwinderen bij de Johannes Post brug
Dalerveen
Ik herken nog heel veel tekeningen gemaakt op de school in Erm die ik nog weet waardoor het is ontstaan.
Schaapskudde
Onze buurman Jan Wiegers had nog een schaapskudde. En altijd gehad. Als jonge jongen was hij schaapherder in Dalerveen. Daarna in Erm bij de familie Jager en kwam daar intern. Zodoende trouwde hij met hun dochter en heeft daar een gezin gesticht. Heeft daar tot zijn dood in 1966 gewoond. Als we bezoek hadden keken ze de ogen uit. Hij ging met zijn kudde en hond Juno langs de straten en in het moeras bij Ermerveen. Over de plek waar eerder de tramrails lagen. De tramrails die tijdens de oorlog weggehaald zijn en hergebruikt in Oekraïne. Totdat in 1955 er een grote ruilverkaveling in Drenthe kwam en de vroegere tramlijn van de EDS (Eerste Drentsche Stoomtramweg Maatschappij) werd fietspad. Het veld was weg. Er kwamen bredere wegen en veel meer verkeer. Hij ging niet meer met zijn kudde bij huis weg. Verkleinde zijn kudde en hield die alleen nog rondom zijn huis. Er zijn altijd schapen gebleven. Ze zijn weggegaan toen de dochter van Jan naar het bejaardenhuis is gegaan in 20??…….
Schaaphok met schapen, met er achter nog het oude schaaphok. Afgebeeld op de dorpskoerier.
Jan Wiegers met zijn kudde en hond op de Boerdijk. In de verte de beruchte bocht naar rechts. Aan de rechter kant lag de tramlijn later werd het het fietspad.
Thuis helpen
Voorjaar 1954 kregen we meer land. De 3 vrijgezelle broers op leeftijd in Achterste Erm hielden op met boeren en vroegen mijn vader of hij hun land wou huren. Dat ging door en er moest vee aangeschaft worden. Nu kreeg mijn vader te veel land om volledig uit werken te gaan en te weinig om volledig thuis te werken. Er kwam een oplossing. Bij de boer waren ze met 2 broers en 3 zussen ook werkzaam op de boerderij in Achterste Erm. Nu gingen 2 zussen trouwen en 1 broer ging trouwen en kreeg een boerderij op Holsloot. Alle drie hadden een “personeel” probleem. Er is besloten dan gaan we samen verder. Een paar jaar later trouwde ook de andere zuster en gingen ze met hun drieën verder. Samenwerken is tot het pensioen van mijn vader in 1974 doorgegaan.
Door deze uitbreiding door meer land te verzorgen moesten we als kinderen overal bijspringen. ’s Zomers opstaan om 5 uur en melken richting Ermerveen en richting Holsloot soms over onbegaanbare fietspaadjes de mao in. Mijn oudste zus moest meestal mee. Bij nat weer moest zij de fiets sturen en lopend er naast en mijn vader met een touw er voor aan de fiets te trekken. Opbrengst van 4 koeien, 2 keer per dag. Als ze weer thuis waren had mijn moeder de kalveren, varkens en kippen al verzorgd. En dan eten en om 7 uur was mijn vader weer op zijn werk. Mijn zus was de oudste en ging naar de huishoudschool te Emmen en moest in huis mee helpen en ging helpen in de huishouding bij mensen die verlegen zaten totdat ze trouwde in 1963. Vanaf 1957 was ik in Groningen en was in de week niet thuis.
Van kinds af aan overal aan mee helpen waar het kon zoals met:
melken, het vee voeren, op het land aardappels poten en later weer krabben, bieten op 1 zetten en schoffelen, hooien, koren in gasten zetten, spurrie op het karretje van het land halen en knollen plukken in de herfst zolang tot de vorst in de grond kwam. Het kon wel tot de kerstdagen dooi zijn. En aardappels selecteren en in zakken te maken. We hadden alleen maar consumptie aardappelen dat kwam heel secuur.
Einde lagere school
Nog niet helemaal het einde.
We hadden net grote vakantie, kwam de meester bij mijn ouders of Harm van de week een middag weer op school kon komen. Ja, dat mocht wel maar waarom. Ik wist het niet maar ging. Er waren meer kinderen, er vormde zich een klein klasje. Meester oefende met ons cijfersommen en gaf ons een klein dicteetje en wat aardrijkskunde en dergelijke. Even later kwamen er enkele mannen binnen. Even in gesprek met elkaar en we moesten dezelfde cijfersommen weer maken en dictee en aardrijkskunde wat we net hadden gemaakt. Daarna konden we weer naar huis gaan. Een poosje later hoorden we dat meester Braam ging vertrekken naar een grote school in Haaksbergen. Het was een proefles geweest. Mijn kerstrapport van de ambachtsschool heb ik hem nog laten zien en in februari 1956 is hij begonnen in Haaksbergen.
Mijn juf was vertrokken naar Deventer daarna ik zelf naar de school in Emmen en na mij ook de meester, naar Haaksbergen. Alle 3 vertrokken van de O.L.S. te Erm. De herinnering blijft.
Inhoud Biografie Harm Eggens
- I. Voor de lagere school 1941 – 1948
- II. Lagere school in Erm 1948 – 1955
- III. Ambachtsschool Stationsstraat Emmen 1955 – 1957
- IV. Militaire dienst 1960 – 1962
- V. Terug bij de Nelf Verffabriek in 1962
- VI. Onderwijs periode 1971 – 1974
- VII. Leraar LTS te Musselkanaal 1974 – 1980
- VIII. Leraar LTS Stationsstraat Emmen 1980 – 2003
- IX. Met pensioen 2003 2020
- X. 2020 – heden