Uit deze opsomming blijkt dat we nog in het “houten tijdperk” leven. IJzer wordt aangevoerd uit Dortmund, maar dat waren in 1538 maar twee wagens vol. De tol daarvoor werd in natura betaald, en bedroeg één staaf ijzer per lading. Dit ijzer werd gebruikt om er brugge-nagelen van te smeden. Van een lading stoelen moest telkens één stoel betaald worden, maar die kon voor vier stuivers teruggekocht worden.
Opmerkelijk is de aantekening dat Johan van Swol, Sus van Swol, Lutgen Tiemens en Gerrit van Deventer 96 veulens via Coevorden naar Groningen brengen. Hebben we hier een aanwijzing van het ook door Emo en Menko vermelde feit, dat op de betere Groninger gronden dieren “gevetweid” werden of daarheen gebracht om op te groeien? Het zou best kunnen. Zijn ’t naar de namen te oordelen meest vrachtrijders en veedrijvers die de Coevorder tol passeren, een enkele notitie verraadt dat er soms een hele familie met ,,maechden en jongen” naar Groningen reist om daar hun houtwaren te verkopen. Verder passeerden een Jonker van der Lippe en een hertog Van Pommeren, die op bevel van de Drost “tolvrij” waren.
Deelnemers handelsverkeer
Enkele namen van deelnemers aan het handelsverkeer uit de 16e eeuw zijn: Brynckman, Claes Drenthe van Groningen, Jan Glaesmaecker, Henryck Holt, Hoitteman, Jan ter Horst, de Kindermaicker, Kistemaecker, Koemeyer, Koesman, Jan ter Linthorst, de Raker, Ryner Saldelmaecker, Jan Schoemaker van Nijenhuis, Stegeman, Derich Tymmerman, Wolter ten Wateren, Geert Westerwolt en Peter Wolsach; om maar enkele te noemen.
Van Oost-Friesland tot Dillenburg, van Minden aan de Weser tot Meppel en van Groningen tot voorbij de IJsselsteden, die veel ossen en paarden afnamen, was Coevorden hèt knooppunt in het Noordelijk handelsverkeer, waarin Groningen zo’n voorname plaats in nam. Johan Picardt zei het in zijn Annales Drenthia (1660) zo: ,,Covorden is een poorte van de Lantschap Drenthe, een sleutel van Groningen en Omlanden, een deur van Vrieslandt en oock eenigermaten een pas naer Overyssel…”De Groninger handelslieden wisten het te beamen.