Doeltreffend is het plaatsen van het hulpverlaat natuurlijk niet geweest. Het wachten was op een nieuwe periode van grote regenval. In 1840 en 1841 was dit wederom het geval. Ingezetenen van Hanover klaagden over de overstroming van hun in Nederland gelegen landerijen. Maar ook in Coevorden en Dalen regende het klachten1. De plannen van 1832 kwamen weer ter tafel.
Het Ministerie van Oorlog werd gevraagd onder welke voorwaarden met een kanaal door het inundatiegebied kon worden ingestemd. De minister van Waterstaat, waarschijnlijk onder indruk van de Duitse klachten, verzocht een doeltreffend plan op te stellen. Hierbij dient te worden bedacht, dat de Nederlandse regering in het grenstraktaat op zich had genomen om de Kleine Vecht in een goede staat van afwatering te houden. De Waterstaat kreeg opdracht om het vroegere plan aan de wensen van Defensie aan te passen.
In 1842 kwam het plan gereed2. Het tracé was onveranderd gebleven, maar in de coupure van inundatiekade bij de Hultenboer was nu een inundatiesluis ontworpen. Deze sluis moest het mogelijk maken om het waterpeil nodig voor de verdediging van de vesting binnen het inundatiegebied te handhaven.
Kosten
De kosten van het nieuwe plan bedroegen ƒ 70.000,-. Hierin was ƒ 15.000,- begrepen voor de verbetering van de Vecht tussen Gramsbergen en Hardenberg. De haven lijkt nu in zicht. Gedeputeerde Staten stelden in 1843 de Staten voor om een kanaal Coevorden naar de Vecht bij Ane aan te leggen. De Staten stemden hiermee in een stelden een subsidie van ƒ 20.000,- beschikbaar3. De stad Coevorden zou in verband met het scheepvaartbelang ƒ 9.000,- moeten bijdragen.
De overige kosten dienden door de belanghebbende eigenaren worden opgebracht. Deze bijdrage zou kunnen worden gevonden door de opcenten van de grondbelasting enkele jaren te verhogen. De provincie was bereid dit bedrag voor te schieten. Echter ook nu wenste de provincie Overijssel geen medewerking te verlenen. Deze Provincie stelde aan haar medewerking de voorwaarde, dat de Vecht op kosten van het rijk zou moeten worden verbeterd4.
Inhoud Picardtreeks 20
- 20: De oorspronkelijke loop der rivieren
- 20: De waterstaatkundige situatie
- 20: Een eerste poging tot verbetering van de afwatering
- 20: Klachten vanuit Duitsland
- 20: Het verbeteringsplan van 1832
- 20: Het verbeteringsplan van 1842
- 20: Het Algemeen Plan van Kanalisatie der provincie Drenthe
- 20: De dreiging van de Dedemsvaart
- 20: Een plan voor verbetering van de Kleine Vecht
- 20: Plannen voor een afwaterings- en scheepvaartkanaal naar de Vecht bij Ane
- 20: De Coevorder Kanaalmaatschappij; het kanaal Coevorden-De Haandrik
- 20: De Lutterhoofdwijk
- 20: Het kanaal Coevorden-Alte Picardië
- 20: Het Stieltjekanaal
- 20: De ondergang van de Coevorder Kanaal Maatschappij
- 20: Nabeschouwing
- Het archief van Gedeputeerde Staten 4 mei 1841 nummer 4 en 18 januari nummer 86 [↩]
- Het archief van Gedeputeerde Staten, 19 april 1842, nummer 562 [↩]
- Verbaal van het verhandelde bij de Staten van Provincie Drenthe, 6 juli 1843, nummer 13 [↩]
- Het archief van Gedeputeerde Staten, 26 april 1842, nummer 614, 3 mei nummer 1651, 2 augustus nummer 1107 en 4 oktober 1469 [↩]