Tab Gemeente Coevorden
tab die laat zien dat dit een website van de gemeente coevorden is
Terug naar zoeken
Rozenplein

Het lichtschijnsel neemt toe

Type:
Collectie
Collectienaam:
Coevorder Cahier
Kern:
Coevorden
Kenmerken:
Gebeurtenis
Periode:
20e eeuw tot de Tweede Wereldoorlog
Markt met lantaarnpaal met zicht op Kerkstraat
Markt met lantaarnpaal met zicht op Kerkstraat

12 juni 1903, Thijssen en Vos gaan definitief akkoord met het concept-contract van de gemeente. Er wordt een gasconcessie verleend voor een periode van twintig achtereenvolgende jaren. Hieronder artikel vijf van de gasconcessie, dit artikel handelt over de publieke verlichting1.

Publieke verlichting

Onder publieke verlichting wordt verstaan alle verlichting van straten, pleinen en wegen der gemeente. De verlichting moet geschieden in “Normaal Ritterlantaarns” door middel van goede kwaliteit gloeilichtbranders en gloeikousjes. De ondernemers moeten als model een verzegeld exemplaar van den te gebruiken brander compleet zonder gloeikous ten gemeentehuize deponeren. De Normaal Ritterlantaarns moeten ter vervanging van de bestaande zijn geplaatst binnen vijf jaar na het sluiten dezer overeenkomst in dier voege, dat op aanwijzing en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders in ieder dier vijf jaren minstens vijf lantaarns worden geplaatst. De publieke verlichting omvat minstens 25 stuks avondvlammen en minstens 9 stuks nachtvlammen. De avondvlammen zullen minstens 1200 uren en de nachtvlammen minstens 3000 uren per jaar moeten branden.

Betaling

Minder uren worden betaald met één cent per uur, meerdere met twee cent per uur. Burgemeester en Wethouders verstrekken den ondernemers minstens vier dagen voor het eindigen van elke maand, een staat, aangevende de uren van aansteken en blussen der vlammen voor de volgende maand. Op aanwijzing van Burgemeester en Wethouders moeten de ondernemers gratis alle materiaal, als palen, branches, lantaarns, branders met de aansluitingen aan het buizennet leveren en plaatsen. Lantaarns met avond- en nachtvlammen, die tussentijds geplaatst worden zullen in het lopende evenwel uren minder branden, dan boven is aangegeven, als een bestaande avond- of nachtvlam reeds in dat jaar gebrand heeft. De gemeente vergoedt aan de ondernemers twee cent per voor elke vlam. Worden door Burgemeester en Wethouders grotere lantaarns en palen gevorderd, dan het gewone model, dan zijn de ondernemers gehouden, die te leveren tegen vergoeding van het verschil in de aanschafkosten. Zij blijven evenwel het volle eigendom der ondernemers. Lantaarns met twee of meer vlammen worden voor evenveel vlammen gerekend als er in branden. Elk kwartaal zenden de ondernemers aan de Burgemeester en Wethouders een nota van de uren, die publieke verlichting heeft gebrand, welke na goedkeuring binnen een maand wordt betaald. Voor elke lantaarn die niet of te laat wordt ontstoken of te vroeg wordt geblust verbeuren de ondernemers een boete van 25 cent. Van elke bekeuring wordt binnen 12 uur aan de ondernemers kennis gegeven. De boeten worden afgetrokken van de drie maandelijksche nota’s der publieke verlichting. Wanneer door omstandigheden blijkt, dat op enig punt onmogelijk is gloeilichtbranders voor de publieke verlichting te gebruiken mogen de ondernemers na goedkeuring van Burgemeester en Wethouders die vervangen door een Sugg’s regulateur met een verbruik van 200 liter per uur; een verzegeld exemplaar van dezen regulateur wordt door de ondernemers ten gemeentehuize gedeponeerd. De ondernemers dragen zorg, dat de branders steeds van goede gloeikousjes zijn voorzien dan dat de branders goed worden gesteld, zodat de kousjes over het gehele gloeioppervlak tot volle gloeïng zijn gekomen.

Onderhoud

Het ontsteken, blussen, schoonhouden en onderhoud van alles wat tot de publieke verlichting behoort, geschiedt door of vanwege en op kosten van de ondernemers. Bij niet nakoming van een der twee voorgaande bepalingen kan de ondernemers een boete van 25 cent voor iedere overtreding worden opgelegd, in te houden van de driemaandelijkse nota’s voor publieke verlichting. Wanneer door een of andere oorzaak het onmogelijk is gas te leveren voor de publieke verlichting, geven de ondernemers daarvan onmiddellijk kennis aan de Burgemeester en moeten zij zorg dragen dat in elke lantaarn binnen 24 uur een goed brandende petroleumlamp geplaatst wordt. Ter ogenblikkelijke voorziening moeten daarvoor steeds aanwezig zijn twaalf stuks geheel complete petroleum-peren branders, kousen en glazen om op eerste aanwijzing van Burgemeester en Wethouders te worden geplaatst op de meest noodzakelijke punten.

Controleur

Aan het bovenstaand artikel is nog toe te voegen, dat als controleur van de gasverlichting, de heer Jansen, ploegbaas der gemeente, zal optreden. Ook de hoedanigheid van het gas wordt in deze concessie geregeld. Het gas moet geheel vrij zijn koolwaterstof, het zwavelgehalte mag nier meer bedragen dan 60 gram per 100m3, het volume koolzuurgehalte niet meer dan 1,5% en het ammoniakgehalte mag niet meer dan 2 gram per 100m3 bedragen1.

Coevorden krijgt dus binnen enkele jaren tijd een compleet nieuwe verlichting. De petroleumlantaarns, die nog in de kom der gemeente staan, zoals die bij de Bentheimerbrug en in de Oosterstraat, worden nu ook vervangen door de Normaal Rittergaslantaarns.

Behoefte aan lantaarns

Dat de bewoners van Coevorden zelf de verlichting vaak niet zo ideaal vonden, blijkt wel uit het vele aantal verzoeken om een lantaarn te plaatsen. Dat goede verlichting noodzakelijk was is wel duidelijk. Hoe moesten de bewoners anders ’s avonds het hoofd boven het (vaak nog open) rioolwater houden. Soms werd een hele straat gemobiliseerd om een brief naar het gemeentebestuur te schrijven voor een lantaarn , enkele keren zelfs tot drie keer toe, omdat de gemeenteraad vaak steeds weer afwijzend beschikte. Bij deze aanvragen lijkt het wel of de gemeenteraad meer waarde hecht aan een aanvraag van een welgestelde of belangrijke ingezetene dan aan een aanvraag van een “gewone” man.

Enige voorbeelden: De weduwe Schulte vraagt om een lantaarn, aangezien geen mens ’s avonds op het Pannekoekendijkje kan “passeren”. Ook een afwatering zou volgens de weduwe geen overbodige luxe zijn. We zien een aanvraag om een aantal lantaarns van de bewoners van de Tramstraat. Dit zou niet hun laatste aanvraag zijn. Er komt een verzoek om een lantaarn te plaatsen aan de van Heutszsingel en zo mogelijk nog een aan de van Heutszsingel of aan de van Heutszstraat. De man die deze brief schreef had klachten ontvangen van zijn huurders over de slechte verlichting aan de singel. Ook lezen we een bedankje van het bestuur van de Vereniging voor Gereformeerde School Onderwijs. Dit bestuur had op 27 november 1903 om een lantaarn gevraagd en op 4 februari 1904 stond de lantaarn er al. De gewone man komt voor zijn rechten op. Een man, metselaar van beroep, zegt dat hij vermeent recht te hebben op de plaatsing van een lantaarn in de Aleida Kramerstraat, aangezien hij wordt aangeslagen in de straatbelasting. Hij heeft echter de lantaarn niet gekregen. En dan komen we weer de bewoners van de Tramstraat tegen. Ook deze keer mocht kun massale klacht het gemeentebestuur niet vermurwen. Er komt weer een invloedrijke ingezetene aan het woord. Deze heer Trip, die net zijn kantoor en het huis van zijn knecht heeft verplaatst naar de Spoorkade, komt met het verzoek of de gemeente de Spoorkade niet wat beter kan verlichten. De heer Trip krijgt zijn lantaarn. Het Rooms Katholiek Kerkbestuur krijgt hem niet, al vroeg ze het nog zo vriendelijk.

De kalender Tijl

In 1906 stapt de heer Vos uit de gasfabriek. Thijssen wordt nu helemaal eigenaar. De gasconcessie met de gemeente blijft intact, alleen worden er een paar administratieve maatregelen getroffen. Ook wordt de tijd van het aansteken en blussen van de lantaarns veranderd. De Thijssen zal nu volgens de kalender Tijl de lantaarns aansteken en blussen. (de kalender Tijl is een tabel van tijden dat de zon één uur onder is). Met het aanvangen van het blussen van de avondlantaarns zal om half twaalf ’s avonds worden begonnen. De gemeente vindt dit goed op voorwaarde dat de lantaarns op het Stationsplein het laatst worden geblust. De nachtlantaarns zullen zoals gebruikelijk was één uur voor zonsopgang worden geblust. De bedoelde administratieve maatregel houdt het volgende in: Er wordt voortaan geen driemaandelijkse nota meer gezonden, maar een jaarlijkse. Ook wordt er niet meer gerekend 2 cent per uur per lantaarn maar f 29,50 per jaar voor iedere avondlantaarn en f 60,- per jaar voor iedere nachtlantaarn. Dit is nu mogelijk, nu door de kalender Tijl de ontsteek- en blustijden nagenoeg vast liggen. Ook wordt door deze maatregel het gas iets goedkoper voor de gemeente want, als de lantaarns nu volgens de kalender Tijl branden en er per avondlantaarn per jaar f 29,50 wordt betaald, betaalt de gemeente eigenlijk 1,96 cent per uur per vlam in plaats van 2 cent, die de gemeente betaalde vanaf 1903.

In 1910 krijgt Coevorden de mogelijkheid om electriciteit in de stad te krijgen, maar Coevorden kan dit niet doen aangezien in de verleende gasconcessie is bepaald dat Coevorden gedurende de loop van de concessie geen concessie zal verlenen aan andere “licht of kracht installaties”. Hierdoor zou de electrificatie nog dertien jaar op zich laten wachten.

Dan komt er omstreeks 1911 een nieuw lantaarn in de stad. In de van Heutszsingel wordt een lantaarn geplaatst met hangend licht, nu hebben we bijna niets anders. De gemeente heeft het opzetstuk moeten betalen, wat f 6,75 heeft gekost. Ook kreeg we de burgemeester van Ommen op bezoek in dit jaar. Deze man wilde de gasfabriek en de verlichting eens komen bekijken, want ook Ommen wilde wel straatverlichting hebben met gaslantaarns.

Ruzie

1911 is ook het jaar van de eerste grote ruzie tussen de gemeente en de heer Thijssen. Als een lantaarn niet brandde, te laat brandde of te vroeg werd geblust, kregen de ondernemers een boete van f 0,25 cent. Daarnaast kortte de gemeente ook het gasgeld namelijk 2 cent per uur, Dit was nou het grote twistpunt. Volgens Thijssen stond in het contract dat alleen beboet zou worden en niet dat er voor die uren geen gasprijs zou worden getaald. Hierbij kwam nog dat de gemeente het gasgeld kortte met 2 cent per uur dat een lantaarn niet brandde. Dit werd er voor het gas namelijk niet betaald, want als de lantaarns werden ontstoken volgens kalender Tijl en er per avondlantaarn f 29,50 en er per nachtlantaarn f 60,- werd betaald per jaar, dan betaalde de gemeente voor het gas eigenlijk f 1,96 cent per uur per lantaarn. De gemeente blijft op haar standpunt staan, dat er gasgeld gekort mag worden bij de boetes, aangezien er dan geen gas gebruikt werd. Wel geeft de gemeente na enige weken van heen en weer geschrijf toe dat er iets teveel wordt beboet (natuurlijk per ongeluk). De heer Thijssen heeft er tenslotte wel in toegestemd dat het gasgeld werd gekort bij de boetes. Na dit incident blijft het rustig. Hier en daar wordt er een lantaarn bijgeplaatst. Coevorden gaat met 64 lantaarns de eerste wereldoorlog tegemoet.

Drie keer per avond werden de lantaarns gecontroleerd. Volgens een brief van de heer Jansen, ploegbaas der gemeente, waarin hij vraagt om verhoging van zijn vergoeding die hij voor dat controleren ontvangt aangezien het aantal lantaarns met twintig is vermeerderd. Zijn ronde was dus groter geworden.De gemeente heeft besloten de vergoeding op f 25,- te brengen ( Dat was f 12,-).

  1. Arends senior Gasconcessie 1903 [] []