De in 1876 te Berlijn gesloten overeenkomst tussen Nederland en Duitsland over de verbindingen tussen de Nederlandse en Pruisische kanalen hield ook de aanleg in van een kanaal van Coevorden naar het Süd-Nord-Kanaal in Pruisen. In 1878 werd aan de provincie Overijssel concessie verleend voor het graven van het kanaalgedeelte op Nederlands grondgebied1. Het kanaal volgde in Nederland de benedenloop van het Schoonebeekerdiep.
Inhoud Picardtreeks 20
- 20: De oorspronkelijke loop der rivieren
- 20: De waterstaatkundige situatie
- 20: Een eerste poging tot verbetering van de afwatering
- 20: Klachten vanuit Duitsland
- 20: Het verbeteringsplan van 1832
- 20: Het verbeteringsplan van 1842
- 20: Het Algemeen Plan van Kanalisatie der provincie Drenthe
- 20: De dreiging van de Dedemsvaart
- 20: Een plan voor verbetering van de Kleine Vecht
- 20: Plannen voor een afwaterings- en scheepvaartkanaal naar de Vecht bij Ane
- 20: De Coevorder Kanaalmaatschappij; het kanaal Coevorden-De Haandrik
- 20: De Lutterhoofdwijk
- 20: Het kanaal Coevorden-Alte Picardië
- 20: Het Stieltjekanaal
- 20: De ondergang van de Coevorder Kanaal Maatschappij
- 20: Nabeschouwing
- Concessie voor de aanleg van het kanaal Coevorden – Alte Picardië, Koninklijk Besluit van 13 december 1878, nummer 37 [↩]