Waterkundige veranderingen ontstaan niet zonder slag of stoot. Er moet een langdurige overlast zijn ontstaan, voordat men begint te denken aan verbeteringen of veranderingen in de waterstaatkundige situatie. Dit is altijd zo geweest. Slaat men de oud archieven op waarin waterstaatzaken worden behandeld, dan kan men aan de hand van de klachten en de genomen maatregelen de jaren met grote regenval er nauwkeurig uithalen.
Gouverneur van Overijssel
Zo moeten de jaren 1815-1817 wel natte jaren zijn geweest. Althans de burgemeester van Coevorden richtte zich in 1817 tot de Gouverneur van Overijssel met het voorstel om de Kleine Vecht door een nieuw kanaal te vervangen en in afwachting daarvan er op toe te zien dat het riviertje beter zou worden opgeschoond1. Het is wel opmerkelijk, dat de burgemeester zich tot de Gouverneur van Overijssel wendde en min of meer de Drentse Gouverneur voorbij liep. Dit is begrijpelijk als men bedenkt , dat het onderhoud van de Kleine Vecht eveneens aan de ingezetenen van het Overijssels Gramsbergen was opgedragen. Zowel Coevorden als Gramsbergen hadden belang bij een goede afwatering. In juni 1817 werden de landen langs het riviertje opnieuw overstroomd en ging de hooioogst verloren.
De Gouverneur van Overijssel had echter geen gras over de zaak laten groeien en de ingenieur van de waterstaat opgedragen om de zaak te onderzoeken. In een voorlopig rapport van de functionaris lezen we, dat bij enige verhoging van de waterstand op de Vecht de afvoer van de Kleine Vecht wordt belemmerd en het Vechtwater zelfs de Kleine Vecht binnenstroomt2. Hij had voorts het verhang van de Vecht tussen de Haandrik en Ane bezien en in verbande hiermede dacht hij aan een kanaal van de Hultenboer naar Ane. Bij Gramsbergen en Coevorden ondervond dit plan, dat reeds in 1818 gereed kwam, een warm onthaal. Hardenberg daarentegen verklaarde zich tegen het plan. Het zag een snellere toevoer van water naar de Vecht en verwachtte daardoor een uitbreiding van de inundaties rond de stad3.
Afwateringskanaal
Het plan was bijzonder eenvoudig van opzet, niet meer dan een afwateringskanaal. Bruggen ontbraken, het wegverkeer moest door middel van voorden het kanaal passeren. Het kanaal had een rechtlijnig tracé van de Hultenboer tot aan het veerhuis bij de Vecht te Ane. De tegenkanting van Hardenberg deed het plan voor enige jaren in de kast belanden.
Inhoud Picardtreeks 20
- 20: De oorspronkelijke loop der rivieren
- 20: De waterstaatkundige situatie
- 20: Een eerste poging tot verbetering van de afwatering
- 20: Klachten vanuit Duitsland
- 20: Het verbeteringsplan van 1832
- 20: Het verbeteringsplan van 1842
- 20: Het Algemeen Plan van Kanalisatie der provincie Drenthe
- 20: De dreiging van de Dedemsvaart
- 20: Een plan voor verbetering van de Kleine Vecht
- 20: Plannen voor een afwaterings- en scheepvaartkanaal naar de Vecht bij Ane
- 20: De Coevorder Kanaalmaatschappij; het kanaal Coevorden-De Haandrik
- 20: De Lutterhoofdwijk
- 20: Het kanaal Coevorden-Alte Picardië
- 20: Het Stieltjekanaal
- 20: De ondergang van de Coevorder Kanaal Maatschappij
- 20: Nabeschouwing