Tab Gemeente Coevorden
tab die laat zien dat dit een website van de gemeente coevorden is
Terug naar zoeken
Voorblad Coevorder cahier 3

De Trechterbekercultuur

Type:
Collectie
Collectienaam:
Coevorder Cahier
Kern:
Coevorden
Kenmerken:
Gebeurtenis
Periode:
Van prehistorie tot de middeleeuwen

Het neolithicum wordt in Drenthe onderverdeeld in een drietal culturen, te weten de Trechterbekercultuur, de Standvoetbekercultuur en tenslotte de Klokbekercultuur. De eerste neolitische cultuur die in Drenthe onderscheiden wordt is de zogenaamde Trechterbekercultuur, waarvan de dragers, naar hun grafvorm ook wel de hunebedbouwers genoemd worden.

Grafgebruik

Het voor Drenthe zo bekende grafgebruik van de Trechterbekercultuur zou ik hierbij niet willen behandelen, omdat in Coevorden geen hunebedden of andere graven zijn aangetroffen. In Coevorden is voor wat betreft de Trechterbekercultuur slechts vuursteenmateriaal gevonden, dat geen verband hield met eventuele begravingen. Voor informatie over het laatste zou ik willen verwijzen naar “Onze hunebedden “ geschreven voor G. de Leeuw, waarin een voortreffelijke beschrijving wordt gegeven van het graf gebruik van de Trechterbekercultuur. Ondanks het feit dat ook geen aardewerk van de Trechterbekercultuur te Coevorden gevonden is zou ik, gezien de naam van deze cultuur, hierover toch iets willen vermelden.

Aardewerkvorm

Zoals uit de naam wel blijkt is deze cultuur genoemd naar zijn karakteristieke aardewerkvorm, de zogenaamde trechterbeker waarvan het onderste min of meer bolvormige gedeelte vaak met verticale lijnen is versierd en de hals trechtervormig toeloopt. Naast de karakteristieke trechterbeker komen in de Trechterbekercultuur nog andere aardewerkvormen voor, die vaak gekenmerkt worden door diep ingestoken versieringen (diepsteekaardewerk). Deze versieringen werden opgevuld met een witte pasta zodat als het ware een fraaie witte tekening ontstond. De trechterbekermensen bedreven de akkerbouw, maar jacht bleef vermoedelijk nog wel belangrijk, terwijl veeteelt ook voorkwam. We kunnen dus in feite spreken van een gemengde economie. Gezien de vrij geringe en kleine vondstcomplexen zou ik in Coevorden niet willen spreken van een grootscheepse trechterbekerlandbouw, maar meer willen denken aan kampementen van groepjes jagers, die in Coevorden met z’n stroomdalen wat betreft het wildaanbod wel aan hun trekken zullen zijn gekomen.

Behuizing

Willen we iets weten over de behuizing van de trechterbekermensen dan zullen we naar het buitenland moeten kijken, waar huizen uit deze periode in de vorm van grondsporen zijn teruggevonden. In Denemarken vond men huizen van 80-100 meter lang, die door tussenwanden in verschillende ruimtes onderverdeeld waren en waarin men vermoedelijk in familieverband heeft geleefd. Elders zijn ook kleinere woningen aangetroffen. Gezien de teruggevonden paalgaten mogen we aannemen dat de wanden bestonden uit naast elkaar staande palen, waartussen de eventuele ruimten met leem werden opgevuld, terwijl het dak van stro kan zijn geweest.

Religieuze aspecten

Over de religieuze aspecten van deze cultuur kan natuurlijk niets met zekerheid worden gezegd, maar theorieën zijn er wel. Aanwijzingen hieromtrent geven bijvoorbeeld de zogenaamde depot-vondsten van deze cultuur, vaak bestaande uit een aantal bijlen, die aan de rand van het veen een beekdal worden aangetroffen. Waren dit offers aan de goden? Trouwens wat te denken van de grafgiften in de hunebedden? Zullen dit geen voorwerpen zijn geweest, die in het hiernamaals nodig waren?