De waterstaatkundige situatie te Coevorden is lang bepaald geweest door het samenstromen van het Loodiep, het Drostendiep en het Schoonebeekerdiep in de vestinggrachten van die stad. Het is niet waarschijnlijk dat deze situatie, die wat kunstmatig aandoet, de oorspronkelijke loop van de riviertjes weergeeft. Militaire overwegingen moeten reeds vroeg tot de concentratie van de riviertjes nabij de plaats hebben geleid.
Jacob van Deventer
De vestingkaart van Jacob van Deventer, uit omstreeks 1560 vertelt ons iets over de laatmiddeleeuwse situatie rond Coevorden (figuur 1). Het Drostendiep en het Schoonebeekerdiep stromen in de vestinggracht uit. Het Loodiep ligt nog westelijk van Coevorden en is niet met de vestinggracht verbonden. De kaart vertelt ons echter meer. Noordelijk van Coevorden tekende van Deventer twee oost-west lopende riviertjes als zijarmen van het Loodiep. Er zijn aanwijzingen om hierin zijarmen van de oorspronkelijke loop van het Drostendiep te herkennen. In de meest zuidelijke arm lag een voorde (doorwaadbare plaats) in de weg van Coevorden naar Dalen. In het begin van de 17e. eeuw bestond deze voorde nog. We weten dit uit de correspondentie van de commandant van de vesting Crijn de Blauw en de stadhouder Willem Lodewijk. Blauw was belast met de versterking van de vesting en beklaagde zich dat het water zo hoog stond, “soe dat niet wel een waegen kan durch de voort faeren van het huis (kasteel) nae Daelen ofte het water compt binnen inde waegen”1.
Schoonebeekerdiep
Mogelijk heeft er ook oostelijk van Coevorden een arm van het Drostendiep gelopen. Het is zeer waarschijnlijk, dat ook het Schoonebeekerdiep oorspronkelijk niet naar Coevorden heeft gestroomd. De rechte strekking van het riviertje, vanaf het punt waar de rivier ophoudt grensrivier te zijn, wijst op een onnatuurlijk verloop. Zeer waarschijnlijk is dit gedeelte gegraven en heeft de rivier oorspronkelijk meer de huidige rijksgrens gevolgd. Mogelijk verenigde het Schoonebeekerdiep zich zuidelijk van de Coevorder Mars met de Kleine Vecht.
De door mij veronderstelde oorspronkelijke ligging van de riviertjes rond Coevorden is in figuur 2 weergegeven. Over het tijdstip waarop de veranderingen hebben plaats gehad tasten we in het duister, aan gezien de overgeleverde schriftelijke bronnen hierover niets vermelden. De reconstructie is gemaakt aan de hand van de kaart van van Deventer.
Inhoud Picardtreeks 20
- 20: De oorspronkelijke loop der rivieren
- 20: De waterstaatkundige situatie
- 20: Een eerste poging tot verbetering van de afwatering
- 20: Klachten vanuit Duitsland
- 20: Het verbeteringsplan van 1832
- 20: Het verbeteringsplan van 1842
- 20: Het Algemeen Plan van Kanalisatie der provincie Drenthe
- 20: De dreiging van de Dedemsvaart
- 20: Een plan voor verbetering van de Kleine Vecht
- 20: Plannen voor een afwaterings- en scheepvaartkanaal naar de Vecht bij Ane
- 20: De Coevorder Kanaalmaatschappij; het kanaal Coevorden-De Haandrik
- 20: De Lutterhoofdwijk
- 20: Het kanaal Coevorden-Alte Picardië
- 20: Het Stieltjekanaal
- 20: De ondergang van de Coevorder Kanaal Maatschappij
- 20: Nabeschouwing
- Janssen, Corneille, F., De vernieuwing van de plattegrond van Coevorden van 1609 – 1617 (nog niet uitgegeven publicatie) [↩]