Geschreven door de heer Lex Bos
Een in Duitsland door nationaal-socialisten aangewakkerde Jodenhaat miste zijn gevolgen niet. En wat in Duitsland al lang begonnen was kwam met de Duitse bezetting van ons land in 1940 ook naar hier. Het begon met wat onbeduidend lijkende maatregelen tegen de Joden, maatregelen die steeds onaangenamer werden en we weten allemaal hoe het eindigde.
Om een indruk te krijgen onderstaand een vrij willekeurige greep uit maatregelen zoals die tegen de Joden in Coevorden werden uitgevaardigd:
Maatregelen tegen Joden
- 10 januari 1941
Aanmeldingsplicht voor personen van geheel of gedeeltelijk Joodschen bloede. Deze personen kregen een hoofdletter “J” in hun persoonsbewijs. In Coevorden telde men 137 inwoners met 4 Joodse grootouders en 4 inwoners met 2 Joodse grootouders. - 17 maart 1941
Het ontslag als raadslid van Hartog Zilverberg, de grote voorman van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij S.D.A.P. en het ontslag van de onderwijzeres mevrouw Krammer-Kropveld. - 25 april 1941
De Joden worden gelast hun radiotoestellen in te leveren. - 8 oktober 1941
Joden hebben een vergunning nodig als zij hun woon- of verblijfplaats willen wijzigen. - 3 mei 1942
Met ingang van deze datum is het de Joden verplicht een gele ster, de zogenaamde Davidster, te dragen. Deze sterren zijn te koop voor vier cent per stuk. Per persoon kan men ten hoogste vier sterren kopen, maar moet dan wel één textielpunt inleveren. - 22 juni 1942
De Joden moeten hun rijwielen inleveren.
Verder was er dan nog de verplichte liquidatie van de Joodse zaken en het verbod voor Joden om:
- publiek te baden in zee, strand- en zwembaden;
- publieke plantsoenen en openbare gelegenheden zoals hotels, pensions en dergelijke, te betreden;
- paardenrennen te bezoeken;
- gebruik te maken van verkeersmiddelen;
- binnenlands te reizen.
Tot zover een aantal maatregelen.
Transporten
In 1942 werd de toestand echter nog veel ernstiger toen de Duitsers de Joden transporteerden. Het begon in januari 1942 toen de Duitsers 1400 Joodse werklozen uit Amsterdam overbrachten naar 10 Drentse werkkampen. Werkkampen die lagen bij Diever (2), Mantinge, Vledder, Orvelte, Gijsselte-Echten, Stuifzand, Geesbrug, Kremboong en Linde.
Ook de Joden uit Coevorden zijn bij deze transporten niet bespaard gebleven. Begin 1942 werd de eerste groep getrouwde Joodse mannen overgebracht naar het werkkamp in Vledder. In juli volgde nog eens een groep, nu echter ook met ongetrouwde mannen. Deze groep werd naar het kamp in Linde gebracht. Het ergste moest nog komen. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 haalde de Nederlandse politie op bevel van de Duitse bezetter alle Joodse inwoners van Drenthe hun huis uit en vervoerde hen naar het beruchte doorgangskamp Westerbork.
Onvoorstelbaar dat slechts één Drentse burgemeester dit Duitse bevel durfde te negeren. Deze burgemeester, die van Beilen, weigerde mee te werken aan het ophalen van de Joden. Het gevolg was zijn arrestatie en de ontzetting uit zijn ambt. Maar het gevolg was ook dat van de Joden in deze plaats er zich relatief veel door onderduiking hebben kunnen redden.
Onvindbaar
Wat de gevolgen voor de Joodse gemeenschap in Coevorden zijn geweest, is duidelijk te lezen in het rapport dat “den Opperwachtmeester der Marechaussee en den chefveldwachter der gemeente Coevorden” de volgende dag opstelden. Slechts 14 van de 112 bleken onvindbaar. Het lot van de meeste van deze weggevoerde medeburgers is bekend: via Westerbork richting Polen, een zekere dood tegemoet.
Van de 139 Joodse inwoners die Coevorden begin 1942 telde overleefden slechts 14 de oorlog. De meeste van deze 14 zijn in het onderstaande rapport als onvindbaar genoteerd. Het zijn: Jacob Israël Jacobs, nummer 3, Sara Krammer, nummer 6, Nathan Haalman, nummer 8, Pedro Marcel Haalman, nummer 9, Rachel Emmy Boekbinder, nummer 10, Salomon Hekscher, nummer 11, Carlina Hes, nummer 12, Abraham Nico Hekscher, nummer 13 en David van der Vegt, nummer 14. Twee mannen, te weten Izak Kan en Jo Frank, overleefden de oorlog door uit het werkkamp bij Linde te vluchten en onder te duiken.
Ontvlucht
Ook Herman Zilverberg ontvluchtte dit kamp. Hij werd later toch gepakt en naar Auschwitz vervoerd. Samen met Semmy van Coevorden en Maurits Jacob van Coevorden vormt deze Herman Zilverberg het drietal dat het leven in de kampen wist te overleven.
Van deze 14 overlevenden vestigden zich na de oorlog 11 weer in Coevorden. In 1950 telde Coevorden zelfs weer 15 Joodse inwoners, maar in 1960 was dit aantal geslonken tot 8. In 1978 wonen alleen Jo Frank, getrouwd met een niet-Joodse, en Semmy van Coevorden met zijn vrouw en twee dochters nog in Coevorden. Van 340 Joodse inwoners in 1930 naar nog slechts 4 bijna 50 jaar later!
Behalve een hele rij trieste zaken, waaronder twee volledige dossiers met verzoeken om inlichtingen over de familierelaties van de Joodse slachtoffers van de oorlog, heeft de Duitse bezetting ook een lijst met de beroepen van de Joden in Coevorden in 1942 opgeleverd.
Beroepen
Interessant omdat we in voorgaande jaren zagen dat slechts een klein aantal beroepen nog steeds de boventoon voeren:
Koopman (12x), manufacturier (11x), slager (5x) en winkelier (4x) zijn de meest voorkomende beroepen. Andere beroepen komen veel minder voor, maar beroepen als kraamverzorgster, postbesteller, accountant, naaister, onderwijzeres, bakker en fotograaf geven toch wel aan dat de Joden meer dan ooit in de maatschappij geïntegreerd waren.
Opmerkelijke feiten na 1945
- Over de periode na 1945 zijn nog slechts drie opmerkelijke feiten te melden. Op 22 oktober 1963 besluit de gemeente Coevorden een straat te noemen naar David Krammer. Deze David Krammer was sinds 1892 rabbi in Coevorden en heeft erg veel voor de Joodse gemeenschap betekend. Ook hij was één van de gedeporteerde Joodse inwoners en met de benoeming van de David Krammerstraat heeft de gemeente de grote betekenis van deze man voor Coevorden willen onderstrepen;
- In 1976 wordt een geheel gerestaureerde synagoge in gebruik genomen als muziekschool. De synagoge was geheel verwaarloosd en men had hem zelfs gebruikt als timmerwerkplaats en slachthuis. Toen men in 1973 dreigde het oude gebouw te slopen startte Bart Makken een aktie om het gebouw te behouden. Deze actie had succes: de pers raakte geïnteresseerd en daarna de gemeenteraad. Het gevolg was het besluit tot restauratie, met het hierboven genoemde resultaat;
- Een zeer opmerkelijk feit bij de officiële opening van de synagoge op 27 mei was de totale afwezigheid van Coevorder Joden. Men had niet de moeite genomen de nog in Coevorden wonende Joden uit te nodigen. Ook de vrouw en de zoon van Hartog Zilverberg, toch een vooraanstaand raadslid geweest, die op dat moment in Nederland waren kregen geen uitnodiging. Evenmin als de kinderen van David Krammer. Erg vreemd, het ging kennelijk om het gebouw en niet zozeer om een nogal laat uitgevallen eerbetoon aan de Joodse gemeenschap in Coevorden.
Joods gedenkteken
In 1984 was een Comité Joods Gedenkteken opgericht en bestond uit de heren H. Besselse, J. Halfwerk, J. Plasman, O.H. Vermeulen en D. Broeren. Op initiatief van het Comité Joods Gedenkteken Coevorden is een gedenkteken vervaardigd door kunstenaar dhr. Wouter van Rossem uit Coevorden. Het kunstwerk is geplaatst in de muur van de voormalige leraarswoning bij de synagoge. Dit kunstwerk is bedoeld ter nagedachtenis aan de weggevoerde Joden uit Coevorden en drukt het ontbrekende, het niet meer aanwezige, het weggerukte Joodse deel uit de gemeenschap van Coevorden. Koel geëlimineerd, een leegte, een wond, achterlatend, die blijft en hieraan de herinnering levend houden.
Het monument is onthuld op 5 april 1985 tijdens de herdenking van de bevrijding in Coevorden door Commissaris der Koningin van Drenthe, de heer Dr. Ir. A.P. Oele.
Deze gerestaureerde synagoge, het Joods monument en de David Krammerstraat zijn slechts de enige dingen die herinneren aan een bloeiende Joodse gemeenschap. Wel wat weinig als je de invloed van deze gemeenschap op de Coevorder samenleving in ogenschouw neemt. Hopelijk werkt ook dit werkstuk er een beetje aan mee dat we hen niet geheel vergeten.
Documentatiemateriaal:
- De archieven van de gemeente Coevorden;
- H.M. Corwin, Joodse vestigingen in Hardenberg en Coevorden in: Nieuwe Drentse Volksalmanak 1963;
- J. Poortman, Tussen kaftan en Jodenster, in: Nieuwe Drentse Volksalmanak 1969;
- D. Gans, De Joden in Drenthe hadden een wisselvallig bestaan in Drenthe 1972;
- F. Janssen Corneille; De synagoge van Coevorden, in: Heemschut 1974;
- J.S. Magnin, Overzigt der kerkelijke Geschiedenis van Drenthe, Groningen 1855;
- H.M. Gans, memorboek; Platenatlas van het leven der Joden in Nederland van de Middeleeuwen tot 1940, Baarn 1971;
- H.D. Minderhoud: Coevorden, Stadt en Heerlickheyt, Rabobank 1978;
- Drs. E.J. Werkman, Aantekeningen te Parijs berustende over het bezoek van Koning Lodewijk Napoleon aan Coevorden en Assen, in: de Nieuwe Drentse Volksalmanak 1962.
En verder dank aan de heer S. van Coeverden en de mensen van het archief van de gemeente Coevorden.
Inhoud Coevorder Cahier 5
- De Nederlandse joden – Waar kwamen zij vandaan en waar zijn ze gebleven?
- Het begin was niet gemakkelijk – Van de eerste joodse inwoners tot de Franse Tijd
- Betere tijden breken aan – Van de Franse Tijd tot de Tweede Wereldoorlog
- Een nieuwe ramp treft de joodse gemeenschap – De Tweede Wereldoorlog en zijn gevolgen