Tab Gemeente Coevorden
Terug naar zoeken
Luchtfoto van Witte Tuindorp

Coevorden, mijn jeugd; H.D. Minderhoud

Type:
Collectie
Kern:
Coevorden
Kenmerken:
Gebeurtenis
Periode:
Na-oorlogse periode tot 1997

Speech van der heer H.D. Minderhoud, directeur Meindert van der Thijnenschool

Coevorden, een dromerig stadje ontwaakt!

Een dromerig stadje, ja dat moet ongetwijfeld de indruk geweest zijn van bezoekers, die zo omstreeks 1950 Coevorden “aandeden”. Een stadje, grijs van ouderdom, ingeklemd tussen grachten en wallen. In het zuidoosten aangeleund door de arbeiderswoningen van de Eendrachtwijk, in het westen, op enige afstand, door de eenvoudige huizen van Tuindorp, voor een gedeelte knus gegroepeerd rond het Rozenplein. In de stad zelf staan nog tal van bouwvallige krotten aan de achterstraten en stegen, waarvan sommige nog met “flinten” zijn geplaveid. Hier en daar tussen de burgerwoningen en winkels bevinden zich ook nog boerderijtjes in vol bedrijf met koeien op stal en varkens in het hok.

Middenstand

De middenstand wordt voor het grootste deel gevormd door kleine winkeliers in bekrompen zaakjes met een hoge rechte toonbank en daarachter in rekken uitgestalde waren. Kruideniers, bakkers, slagers en groenteboeren brengen hun artikelen nog per fiets of met paard en wagen rond. Het warenhuis B.en H. (Bade en Huttinga) bestaat uit een sombere ruimte vol met hokkerige stellages. Moderne zaken vormen een uitzondering. Het onderwijs, toch één van de peilers van Coevordens bestaan, is gehuisvest in sterk verouderde gebouwen. Vooral het lager onderwijs is daar een voorbeeld van.

De Hervormde school huist in een gebouw uit 1880 en geeft ook nog onderdak aan de Christelijke Lagere Landbouwschool, de Koningin Wilhelminaschool (1898) is een haveloos bouwwerk met uitgesleten trappenhuizen en toiletten, die direct vanuit de lokalen te bereiken zijn. De openbare Muloschool (Meer uitgebreid Lager Onderwijs) heeft de bovenverdieping in gebruik. De Paul Krugerschool uit 1903, de Willibrordusschool uit 1907 en de Parkschool uit 1916 zijn ook niet bepaald wonderen van moderne bouwkunst. De Technische school tenslotte moet het doen met een witgeschilderd barakkencomplex aan de Van der Lelysingel.

aardappelmeelfabriek de Centrale 1930
Ansichtkaart van de aardappelmeelfabriek de Centrale in Coevorden in 1930

Industrie

En dan de industrie! De strokartonfabriek “Hollandia”, de zuivelfabriek, de aardappelmeelfabriek, de D.O.H (Drents Overijsselsche Houthandel) en de scheepswerf “De Klop” zijn de enige bedrijven, die voor werkgelegenheid zorgen. Zij zijn niet in staat om de groei van de beroepsbevolking op te vangen en hierdoor ontstaat de trek van fabrieksarbeiders naar het westen, waar werk in overvloed is. Veel jonge mensen verlaten de stad en nemen niet alleen hun werkkracht maar ook hun idealisme mee. Coevorden slaapt door en roest vast in de gevestigde verhoudingen tussen langs elkaar heen levende groeperingen. Daar zijn de gereformeerden: één blok calvinistisch denken met strenge leefregels en een sterk zelfbewustzijn. De katholieken, die daar niet voor onder doen: het “rijke Roomsche leven” doet een gesloten gemeenschap ontstaan, die zich koestert in de eigen alleen zaligmakende verbondenheid. De hervormden, verdeeld in vrijzinnigen en rechtzinnigen, op weg naar eenheid: twee groepen die elkaar intern kerkelijke macht en invloed betwisten, maar die zich naar buiten toch voor alles hervormd voelen. De onkerkelijken: niet gebonden door een gemeenschappelijke overtuiging, maar wel door een gemeenschappelijke afkeer van kerkelijke “betweterij en hovaardij”. Vreemde situaties doen zich voor. Katholieken, gereformeerden en hervormden kopen alleen bij geloofsgenoten en zeker niet bij onkerkelijken. De hervormde predikant wordt bediend door drie hervormde melkhandelaren, de katholieke boer laat zijn paarden uitsluitend beslaan bij de katholieke hoefsmid en de gereformeerd zakenman rijdt in een auto, geleverd door “zijn” gereformeerde dealer.

Scholen en verenigingen

Natuurlijk heeft ieder ook zijn eigen school. De gereformeerden de Paul Krugerschool, de katholieken de Sint Willibrordusschool en de rechtzinning-hervormden de Hervormde school. De vrijzinning-hervormden en de onkerkelijken sturen hun kinderen vanzelfsprekend naar de beide openbare scholen. Elke groep heeft ook zijn eigen verenigingen en bepaald niet alleen op levenbeschouwelijk terrein. Zo bestaan er bijvoorbeeld drie middenstandsverenigingen: de Algemene, de Christelijke en de Rooms-Katholieke. Ze werken wel samen, als het nodig is, maar elk vanuit het eigen, veilige nest.

Politiek

Ook in de politiek liggen de verhoudingen muurvast. Katholieken stemmen op de KVP (Katholieke Volkspartij), gereformeerden op de ARP (Anti-Revolutionaire Partij), rechtzinnig-hervormden op de CHU (Christelijke-Historische Unie) en de overigen op de PvdA of de VVD. Zo droomt Coevorden door, economisch steeds verder aftakelend en onderling hopeloos verdeeld. Maar…. in 1951 bestaat er plotseling hoop, dat het stadje zal ontwaken! De regering heeft plannen het leeglopende noorden krachtig te gaan ondersteunen. Als in dit jaar noodlijdende gemeenten worden aangewezen als ontwikkelingskern, is Coevorden daar echter niet bij. Hardenberg, Hoogeveen en Emmen wel en dat zijn juist de plaatsen die door hun ligging sterk met onze eigen stad kunnen concurreren.

Sportdag met touwtrekken op Sportpark de Pampert
Sportdag met touwtrekken op Sportpark de Pampert

Ontwikkelingen

Coevorden droomt verder. Nee, toch niet! Dank zij de onvermoeide inspanning van burgemeester Feith krijgt de stad toch een primeur. Het sportcomplex “De Pampert” kan worden aangelegd. Er wordt een sporthal gebouwd, de burgemeester Feithhal, een wonder van sportweelde voor de zuidoosthoek van Drenthe. Er komt een modern zwembad bij. Twee bejaardencentra: De Schutse en Sint-Franciscus, verrijzen en de Europaweg via Schoonebeek naar de Duitse grens wordt aangelegd. Ook de Stichting “De Eendracht”, de woningbouwcorporatie, zit niet stil. Waren er in 1946 al 30 bungalows in de Oranjewijk neergezet, in de jaren 1951 en 1952 ontstaat er een nieuwe wijk: 154 witte huizen van Tuindorp-Oost, waar veel leraren en ambtenaren een voor die tijd geriefelijke woning kunnen betrekken. In 1953 wordt begonnen met de Binnenvree, hier komen zelfs flats, een tot nog toe ongekende bouwwijze voor Coevorden. Nu kunnen bouwvallige huizen en stulpjes in de stad ontruimd worden. Toch blijven nog heel wat onbewoonbaar verklaarde woningen onverklaarbaar bewoond!

Nieuwe bedrijven

Coevorden wordt langzaam wakker, maar het grote ontwaken komt pas in 1959. Dan wordt het regionaal industriebeleid herzien en krijgt ook onze stad speciale voorzieningen. Bij de vestiging van een nieuw bedrijf worden premies beschikbaar gesteld en de kosten van de bouwgrond voor nieuwe industrieën worden verlaagd. De nieuw benoemde burgemeester doctorandus P.A. Wolters zet er energiek zijn schouders onder. In de jaren 1959 en 1960 vestigen maar liefst negen nieuwe bedrijven zich in Coevorden. De trek van arbeidskrachten naar het westen stokt en het omgekeerde vindt nu plaats. Tal van westerlingen vestigen zich en maken het Coevorder bevolkingspatroon aanmerkelijk gevarieerder. Coevorden is wakker geworden! Het inwonertal stijgt met sprongen: in 1961 zelfs tot 10.000 en de groei zal verder gaan. Nieuwe woningen zijn nodig en de wijken Poppenhare en Lootuinen worden volgebouwd. Het leerlingenaantal van de lagere scholen groeit navenant en er moeten nieuwe scholen komen. De Parkschool, de Wilhelminaschool, de Mijndert van der Thijnenschool en de Panta Rheischool openen in de zestiger jaren. Ook het voortgezet onderwijs blijft niet achter. De Christelijke Landbouwschool en de Rooms Katholieke Landbouwhuishoudschool betrekken al in 1954 een nieuw gebouw, de Rooms Katholieke ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs) in 1965. De toestromende nieuwe inwoners en de zich voortdurend wijzigende opvattingen bewerken langzamerhand een doorbraak in het vastgeroeste levenspatroon. Niet langer is de kerkelijk, sociale of politieke kleur doorslaggevend voor de omgang met anderen. Niet langer overheersen nestwarmte en hokjesgeest. De kerken zoeken aarzelend samenwerking, in het onderwijs vinden hervormden, gereformeerden en katholieken elkaar, in de politiek gaan de drie Christelijke partijen op in het CDA. De drie middenstandsverenigingen sluiten zich aaneen tot de Coevorder Handelsvereniging, tal van instellingen en organisaties krijgen een algemeen karakter.

Klaarwakker

Coevorden is ontwaakt en het is nog steeds klaarwakker. Veel is er weer veranderd, maar wie nu de stad bekijkt, haar winkels, haar markt, haar scholen, haar bedrijven en haar uitbreidingswijken zal het met mij eens zijn, dat deze conclusie juist is. Juist nu, nu onze Ganzenmarkt haar vijfentwintigste manifestatie beleeft en wij hier in dit prachtige kasteel bijeen zijn, blijkt opnieuw dat Coevorden getrouw is aan haar wapenspreuk: Vele gevaren (ook die in een tijd van economische stilstand of achteruitgang) kwam ik te boven!