Tab Gemeente Coevorden
Terug naar zoeken
Parkschool circa 1950

Coevorden, mijn jeugd; A.J. Evenhuis

Type:
Collectie
Kern:
Coevorden
Kenmerken:
Gebeurtenis
Periode:
Na-oorlogse periode tot 1997

Speech van de heer A.J. Evenhuis, Staatssecretaris van Economische Zaken

Aanwezigen,

ik zou een drietal ervaringsterreinen van mij aan u willen voorleggen. In de eerste plaats, Coevorden voor mij als mythe. In de tweede plaats, Coevorden als verbreding van mijn wereldbeeld en in de derde plaats de herkenning Coevorden als werkelijkheid.

Coevorden als mythe

Om te beginnen, Coevorden als mythe. Daarbij moet u zich voorstellen dat ik mijn jonge jaren doorgebracht heb in Sleen, Noord-Sleen wel te verstaan. Een agrarisch boerendorp, de dorpsschool, een kleine omgeving, weinig verbindingen met de buitenwereld. Daar ben ik opgegroeid en daar hoorde ik wel eens de naam Coevorden. Ook al omdat mijn familie uit de omgeving van Coevorden, Dalen en dergelijke kwam. De situatie was zo dat ik tot mijn 16e eigenlijk nooit in Coevorden ben geweest, alleen wanneer wij moesten voetballen tegen Germanicus en Raptim, en dat wonnen wij ook nogal eens een keertje. De tijden daarna zijn voor mij werkelijkheid geworden, maar die mythe van die eerste jaren is toch voor mij een belevenis geweest, ook toen ik Coevorden later zelf heb ervaren. De eerste herinnering voor mij was die van de Ganzenmarkt, niet uit eigen ervaring maar uit verhalen. De Ganzenmarkt, sluitstuk van de najaarsmarkten na de eerste Biestemaandag, de middel Biestemaandag en de leste Biestemaandag, dat was het stramien waarlangs ik Coevorden beoordeelde en de manier waarop ik er over hoorde praten bij ons thuis.

Ganzenhoedsters beklimmen bordes op markt
Ganzenhoedsters beklimmen het bordes op de Markt

In de tweede plaats de Ganzenmarkt omdat ik al van jongs af aan groepen jongelui uit het dorp op die maandag in November ’s ochtends vroeg naar Coevorden zag gaan en ’s avonds laat hoorde terugkomen, met nogal wat lawaai, en de café’s onderweg waren druk beklant begreep ik. De tweede herinnering betrof Picardt. De naam Picardt, geen Drentse naam, was toch in mijn herinnering sterk geassocieerd met Coevorden en Coevorden manifesteerde dit in dat opzicht veel sterker dan het andere dat ik in Drenthe daarbij had ervaren.

En niet op de laatste plaats, wat praktischer maar toch wel van belang is de herinnering aan de eerste tractor die wij thuis kregen (mijn vader had een boerderij) die van Juurlink uit Coevorden was en daarmee kreeg Coevorden in mijn beleving van jongen van tien jaar nog een extra dimensie. Samenvattend: Coevorden was voor mij mythisch in mijn vroege jeugdjaren. Het had iets onbekends in zich en was voor mij uitdagend.

Coevorden als verbreding van mijn wereldbeeld

Dan, in wat later jaren, Coevorden als verruiming van mijn wereldbeeld. Ik had de middelbare schooljaren, de ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs) jaren doorgebracht in Emmen, en voor mij was het een vraag wat ik erna zou doen. Het werd uiteindelijk de Kweekschool en die was in Coevorden. Coevorden kwam in dat opzicht dichterbij, ik zou het leren kennen, het verruimde mijn wereldbeeld, maar er was ook een boodschap aan verbonden die nog in de sfeer van het andere lag zoals ik het in mijn jongere jaren had ervaren. Bijvoorbeeld dit: Stelt u zich voor, het platteland van Drenthe, als ik kijk naar de samenstelling van de bevolking meestal protestant, eigenlijk voornamelijk protestant, of gereformeerd of vrijzinnig of orthodox, in die sfeer lag het. Maar als je, zo was mij voorgehouden, Dalen door bent en je komt in de Bente, dan krijg je daar ongeveer de eerste katholieke bewoners van Drenthe. Dat manifesteerde zich, dat bevestigde nog eens dat andere, zoals mij dat als het ware was voorgehouden. Het meest treffende daarvan vond ik toch altijd het volgende. Het is een beetje bizar, maar wanneer ik langs het kerkhof op de Loo ging, dan stonden daar twee opschriften bij de ingang. Soms moest ik er wat van rillen, maar voor mij was dat toch altijd tegelijkertijd een soort houden van. De tekst ervan: “wat gij nu zijt was ik voor dezen, wat ik nu ben zult gij dra wezen”, was een tekst waar ik niet mee was grootgebracht en in die zin dus voor mij vrij schril overkwam.

Rijks Hogere Burgerschool in 1980
Rijks Hogere Burgerschool aan de Churchillaan in 1980

Coevorden als werkelijkheid

Coevorden als werkelijkheid. Dat was natuurlijk in de eerste plaats de Kweekschool. Maar de Kweekschool zat achter de HBS (Hogere Burger School), en u moet weten dat ik overigens op de bromfiets kwam, en dat je dan helemaal moest rondrijden, en mijn eerste ervaring was dan ook weer niet zozeer met Kweekschool als wel met de toenmalige rector van de HBS, de heer Van Dam. Ik weet niet hoe het nu is, maar achter de HBS bij de achteringang daar had je een fietsenhok en daar was een mooi plaatsje waar ik mijn bromfiets prachtig kwijt kon. Dat was toevallig aan de kant van de leraren, waar de leraren hun fiets neerzetten en op een gegeven moment stond daar in de achterdeur de heer Van Dam. Degene die Van Dam kenden die weten hoe ik mij toen voelde. “Hebben wij er een nieuwe leraar bij?”, vroeg hij mij indringend aankijkend. Ik keek een beetje om mij heen, ik begreep het eerst niet goed, maar het werd me al snel duidelijk gemaakt wat de bedoeling was: mijn bromfiets moest daar weg. Het was de eerste ervaring. Een andere ervaring in het Coevordense was natuurlijk die van toekomstig onderwijzer op leerscholen. En dat waren toen vooral de Parkschool en de Wilhelminaschool, met de toenmalige hoofden de heer Zwitsers en de heer Koek. Ik geloof dat tegenwoordig de heer Van der Linden hoofd van de Parkschool is. Mijn eerste ervaringen golden de Parkschool, een keurige school moet ik zeggen, bij de heer Tuiten in de vijfde klas. Ik geloof dat hij naderhand leraar aan de ULO is geworden. Coevorden was natuurlijk voor ons ook een verblijfplaats tussen de middag, en dat betekende café’s. Uit mijn jonge jaren herinner ik me boven in de kantine van de HBS, die hele dunne bouillon. Ik had het daar niet zo op begrepen. Naderhand kwamen wij bij Rieks Arends aan de markt, en die wereld hebben wij in Coevorden natuurlijk goed leren kennen. Rieks Arends was meer dan café-houder alleen, hij was ook vertrouwensman waarmee nogal eens wat werd overlegd en hij was niet te beroerd wanneer het zo te pas kwam om ook de leerlingen de hand boven het hoofd te houden.

Coevorden was natuurlijk ook Fokke, de boekhandel. Van huis uit werd ik naar Fokke gestuurd, daar moest ik boeken halen, want dat gebeurde vroeger ook in de familie. Maar Fokke was toen zo’n beetje, wat de winkel betreft, aan het einde en naderhand werd het de boekhandel van Holthoon. Maar Fokke, dat kleine winkeltje, het kacheltje achterin, bijna een museum-achtig geheel, had toch iets heel speciaals en daar kon je een hele tijd verblijven. Terug naar de HBS, waar ik zeer goede herinneringen aan heb omdat ik zeker in de jongere jaren op de Kweekschool ook wel keek naar het vrouwelijk spul daar op die HBS. Ik kan u dan ook zeggen dat de kennismaking met mijn vrouw uit die tijd dateert, want ze zat op die school in Coevorden en dat betekent dat de banden met zo’n plaats opnieuw wat sterker worden.

Politiek

Coevorden is ook Relus ter Beek. Ik ken Relus als een echte Coevordenaar maar ik herinner me ook nog dat hij voor de school stond het volk toe te spreken om in het schoolbestuur te komen. Hij had toen al de ambitie om op de voorgrond te treden. Relus wilde, dacht ik, journalist worden, maar goed, de krant waar hij het op had begrepen die maakte het toen, althans nationaal, niet zo lang meer en Relus kwam toen in de Kamer. Met Relus heb ik trouwens vele debatten gehad. Het komt ongeveer hier op neer dat ik ze altijd als zeer plezierig heb ervaren, maar we waren niet te beroerd om binnen vijf minuten ook vechtend onder de de tafel te liggen, in positieve zin dan.

Coevorden was voor mij ook politiek. Politiek omdat ik in die jaren lid ben geworden van de JOVD (jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie), dat is de liberale jongerenorganisatie. Relus en zijn kornuiten waren in die zin op hetzelfde niveau actief in de FJG (Federatie van Jongerengroepen in de PvdA). Dat was een hele boeiende periode, ik denk ook dat het ons allen heeft geïnspireerd in dat opzicht actief te zijn. In verband hiermee wil ik ook de naam noemen van de gedeputeerde Eshuis, inmiddels helaas overleden, Aaldert mocht ik zeggen, die aanvankelijk lid was van de JOVD, maar door de FJG als het ware van ons werd afgetroggeld. Relus zal het daar overigens niet mee eens zijn. Coevorden was ook, als ik dat politiek bekijk, de heer Hemel. De heer Hemel heb ik kort meegemaakt in die tijd en wel in de volgende situatie, die laat zien dat de politiek vandaag de dag wel wat ingewikkelder is. In de JOVD hadden we toentertijd een operatie: kennis nemen van andere politieke groeperingen, onder het motto: ‘We laten iemand vertellen waarom ben ik ……” en vult u maar in. Dus de Hemel mocht zijn verhaal doen: waarom hij lid was van de KVP (Katholieke Volkspartij). Ik heb de heer Hemel daarover opgebeld. Hij zei: “Evenhuis, daar hoeven we geen verhaal over te vertellen, want dat is heel duidelijk, ik kan het jullie nu aan de telefoon zeggen, ik ben lid van de KVP omdat ik katholiek ben”. En daarmee was het verhaal afgelopen. Anders gezegd, de politiek is in dat opzicht wat ingewikkelder geworden en ik denk eerlijk gezegd ook wel wat ingewikkelder gemaakt.

Cuba Crisis

Misschien is het ook aardig om te zeggen, hoe ik Coevorden naar buiten toe beleef. Ik herinner mij heel goed een gesprek met mijn broer die later ook op die kweekschool in Coevorden zat, ten tijde van de Cubacrisis. Ik moet u zeggen dat we in die jaren dat we daar op die Kweekschool zaten heel wat hebben afgepraat, juist over dat punt, omdat we allemaal in de leeftijd zaten waarop we eventueel opgeroepen konden worden voor militaire dienst. Dat besef leefde toen heel sterk bij mij, van: “hoe gaat het lopen”. Je maakt je daar toch ongerust over en in die context is voor mij dat aspect Cuba-crisis heel sterk verbonden met Coevorden.

De Burgemeesters

En dan tot slot: de burgemeesters. Toevalligerwijs ook door werkzaamheden heb ik er een paar meegemaakt. De heer Wolters was eigenlijk wat voor mij actief in de Drentse politiek. De heer Hofstee-Holtrop heb ik wat dat betreft des te nadrukkelijker meegemaakt. Ik heb hem ook meegemaakt in de statenfractie van de VVD toen hij burgemeester was van Coevorden. Hij had een hele sterke bestuurlijke inbreng maar was ook nooit te beroerd om mij zijn laatste Belgenmop te vertellen. Ik heb ook de latere burgemeester meegemaakt. Hoekzema heel intensief, ook hier in het Haagse, maar ik spreek nu vooral over de Coevordense tijd. Hij heeft Coevorden geweldig gepromoot. Ik heb altijd in die jaren het gevoel gehad, en dat zal Mient Jan ook wel aanspreken, dat als er nog een top tussen Oost en West zou komen, deze, als Hoekzema dat had kunnen bepalen, heel goed in Coevorden plaats had kunnen vinden omdat Coevorden precies tussen Washington en Moskou ligt. De laatste burgemeester, de heer Spahr van der Hoek, heb ik weer een andere situatie meegemaakt, maar ook die tracht op een eigen wijze Coevorden vooruit te helpen.

Ik heb hele goede jaren in Coevorden gehad. Ik heb er de beste herinneringen aan. In dat op zicht was het mij niet moeilijk om zo wat herinneringen op te halen. Coevorden was voor mij een mythe, het werd werkelijkheid.